Schriftelijke vragen : Het rapport 'Israel’s apartheid against Palestinians: Cruel system of domination and crime against humanity' van Amnesty International
Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport «Israel’s apartheid against Palestinians: Cruel system of domination and crime against humanity» van Amnesty International (ingezonden 8 februari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport«Israel’s apartheid against Palestinians: Cruel system of domination and crime against
humanity»1 van Amnesty International, dat in navolging van van andere organisaties als Human
Rights Watch heeft geconcludeerd dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid, een
misdaad tegen de menselijkheid? Wat is uw reactie op het rapport?
Vraag 2
Bent u op basis van de door Amnesty International in het rapport gegeven definitie
van apartheid van mening dat de Israëlische overheid zich daar schuldig aan maakt?
Zo nee, kunt u dat toelichten?
Vraag 3
Wat gaat het kabinet doen in het licht van de gerezen consensus omtrent apartheid
in Israël en Palestina, en de internationaalrechtelijke verplichting van staten om
een dergelijke situatie te (doen) beëindigen?
Vraag 4
Deelt het kabinet de conclusie van het rapport dat door het gebrek aan doeltreffende
maatregelen de internationale gemeenschap heeft bijgedragen aan het ondermijnen van
de internationale rechtsorde en Israël heeft aangemoedigd om straffeloos door te gaan
met zijn misdaden? Zo ja, is het kabinet bereid over te gaan tot het nemen van wél
doeltreffende maatregelen? En wat voor maatregelen heeft het kabinet dan in gedachten?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe verhoudt het kabinetsbeleid van het «intensiveren van de relaties» met het Israëlische
apartheidsbewind zich met de bewering van Nederland – als land van «vrede en recht»
– dat het internationaal opkomt voor mensenrechten en het tegengaan van straffeloosheid?
Vraag 6
Wat vindt het kabinet van de beschuldiging van Israël dat het Amnesty International-rapport
«antisemitisch» zou zijn?2 Vindt u deze beschuldigingen gepast? Zo ja, waarom? En wat voor invloed hebben deze
beschuldigingen, volgens u, op het bestrijden van daadwerkelijk antisemitisme en een
serieuze discussie over mensenrechtenschendingen in Palestina en Israël?
Vraag 7
Daar waar het kabinet eerder stelde terughoudend te willen zijn met het gebruik van
de term «apartheid», omdat een dergelijke kwalificatie tot op heden niet door een
(internationale) rechter is vastgesteld3 , hoe zou een dergelijke uitspraak bij een Nederlandse rechter verkregen kunnen worden,
nu er in Nederland zeer terughoudend wordt omgegaan met de universele rechtsmacht
voor internationale misdrijven?
Vraag 8
Bent u voornemens om de overige aanbevelingen van Amnesty International over te nemen?
Kunt u dit per aanbeveling aangeven en daarbij aangeven waarom wel of waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid een advies te vragen aan de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken (CAVV), danwel de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), over
de vraag hoe Nederland zich dient te verhouden tot de gerezen consensus omtrent apartheid
als internationaal misdrijf zoals begaan door Israël, nu Nederland op verschillende
niveaus intensieve relaties onderhoudt met het apartheidsbewind? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Kunt u de antwoorden op bovenstaande vragen meenemen in de kabinetsappreciatie van
het rapport van Amnesty International? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.H. Simons, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.