Schriftelijke vragen : De tekortschietende steun aan dierenhulpverleners voor het weghalen van met vogelgriep besmette, in het wilde levende dieren
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de tekortschietende steun aan dierenhulpverleners voor het weghalen van met vogelgriep besmette, in het wilde levende dieren (ingezonden 7 februari 2022).
Vraag 1
Kent u de berichten «Vogelgriepvirus slaat zijn vleugels uit» en «Vogelgriep jaagt
dierenambulance op kosten: «We willen geld van de overheid»»?1 2
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat alleen al in Noordoost Friesland de afgelopen winter
meer dan 10.000 in het wild levende dieren slachtoffer zijn geworden van de vogelgriep?
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat bij een uitbraak in de regio Brandwijk (Alblasserwaard)
de dierenambulance Vianen in vier dagen tijd maar liefst 850 dieren uit de natuur
heeft opgehaald, waarvoor de ambulance 3.000 euro aan materiaal heeft aangeschaft?3
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat kadavers van dieren, die zijn gestorven vanwege vogelgriep,
uit de natuur weggehaald moeten worden volgens de EU-Diergezondheidsverordening?
Vraag 5
Wie is hoofd- en eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van deze wettelijke taak
en wie voert het in de praktijk uit?
Vraag 6
Deelt u de mening dat veiligheid voor mens én dier voorop moet staan bij het opruimen
van de kadavers en dat de veiligheid beter kan worden gegarandeerd door het gebruik
van de juiste beschermingsmiddelen, zoals een veilig mondmasker, wegwerpoverall en
-handschoenen?
Vraag 7
Wie is verantwoordelijk voor de financiering van het uit de natuur weghalen van kadavers
van dieren die zijn gestorven vanwege vogelgriep?
Vraag 8
Is het waar dat dierenambulances en dierenhulpverleners in de praktijk meestal zelf
opdraaien voor de hoge kosten van het aanschaffen van beschermingsmiddelen om veilig
te kunnen werken met vogelgriepslachtoffers?4 Zo ja, kunt u aangeven welke eindverantwoordelijken mogelijk tekort schieten in het
ondersteunen van de financiering?
Vraag 9
Erkent u dat het zeer onwenselijk is dat dierenhulporganisaties opdraaien voor de
financiële lasten die horen bij het uitvoeren van een maatschappelijke taak? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 10
Klopt het dat uw voorganger in maart 2021 eenmalig subsidie heeft toegezegd aan dierenhulporganisaties
om een deel van de hogere kosten te dekken, gemaakt vanwege de uitzonderlijk hoeveelheid
aantal zieke vogels als gevolg van de vogelgriep? Zo ja, hoeveel subsidie is er gegaan
naar dierenhulporganisaties en hoeveel procent van de kosten zijn hiermee gedekt?
(Kamerstuk 2021D11218)
Vraag 11
Bent u er van op de hoogte dat het Ministerie van VWS in november 2021 schriftelijk
een donatie heeft toegezegd aan Stichting Dierenlot van het landelijk consortium hulpmiddelen,
in de vorm van een grote partij overtollige beschermende middelen, maar dat deze donatie
nooit gedaan is en dat de hulpmiddelen in plaats daarvan zijn doorverkocht? Wie is
verantwoordelijk voor de beslissing om deze afspraak niet na te komen en wat vindt
u hiervan?
Vraag 12
Kunt u aangeven of het Rijk, provincies en gemeenten zich al hebben beraden over het
ontwikkelen van aanvullend beleid voor de toekomst aangaande financiering van vogelgriep
gerelateerde activiteiten door dierenhulporganisaties? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
wat is er afgesproken? (Kamerstuk 2021D11218)
Vraag 13
Kunt u aangeven wat er uit de door uw voorganger uitgevoerde inventarisatie van de
wensen van opvangcentra en gemeenten omtrent de taken en bevoegdheden aangaande vogelgriep
naar voren is gekomen? (Kamerstuk 2021D11218)
Vraag 14
Op welke manier en op welke termijn gaat u zorgen dat dierenhulpverleners beschikken
over de benodigde beschermingsmiddelen om veilig hun werk te kunnen doen?
Vraag 15
Kunt u deze vragen één voor één en uiterlijk vóór het commissiedebat Zoönosen en dierziekten
op 24 februari 2022, beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Indiener
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.