Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bosma over “het bericht dat het Rijksmuseum de term Bersiap niet langer wil gebruiken"
Vragen van het lid Martin Bosma (PVV) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenshap over het bericht dat het Rijksmuseum de term Bersiap niet langer wil gebruiken (ingezonden 12 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 4 februari
            2022).
         
Vraag 1
            
Bent u ervan op de hoogte dat het Rijksmuseum de term Bersiap bestempelt als «racistisch»
               en dat de term niet zal worden gebruikt in de tentoonstelling «Revolusi, Indonesië
               onafhankelijk», die volgende maand wordt gehouden?1
Antwoord 1
            
De gastconservator Bonnie Triyana heeft in een opiniestuk in het NRC Handelsblad van
               10 januari 2022 geschreven dat «als het begrip «bersiap» in zijn algemeenheid [wordt
               gebruikt] voor geweld dat tijdens de revolutie plaatsvond tegen Nederlanders, het
               een sterk racistische lading [krijgt].» Het Rijksmuseum heeft laten weten dat het
               museum de term Bersiap niet schrapt en deze niet in de ban doet.
            
Het museum geeft aan dat het de term Bersiap zal uitleggen en voorzien van historische
               context. De tentoonstelling «Revolusi! Indonesië onafhankelijk» erkent en toont zowel
               het geweld in deze periode tegen Indo-Europeanen, Nederlanders, Molukkers, Chinezen
               en anderen die aan Nederlandse zijde stonden of daarvan verdacht werden, als het geweld
               tegen andere groepen waaronder Indonesiërs in dezelfde periode. In de tentoonstelling,
               publicatie en randprogrammering is er aandacht voor de term Bersiap.
            
Vraag 2
            
Bent u ervan op de hoogte dat de term Bersiap verwijst naar de zeer gewelddadige periode
               na de Tweede Wereldoorlog, toen tienduizenden Nederlanders, Indische-Nederlanders
               en andere groepen het slachtoffer werden van racistisch geweld dat werd gepleegd door
               Indonesische strijders?
            
Antwoord 2
            
De term Bersiap verwijst naar een periode in Indonesië na de Japanse capitulatie in
               1945, waarin veel Indo-Europeanen, Nederlanders, Chinezen, Molukkers en Indonesiërs
               die met Nederlanders samenwerkten of daarvan verdacht werden, slachtoffer werden van
               extreem geweld. Deze periode is onderdeel van de koloniale geschiedenis van Indonesië
               en de dekolonisatieoorlog.
            
Vraag 3
            
Bent u ervan op de hoogte dat vele (Indische) Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen
               die net waren bevrijd uit de jappenkampen het slachtoffer werden van deze racistische
               aanvallen en dat deze aanvallen gepaard gingen met grootschalige martelingen, verkrachtingen
               en moordpartijen?
            
Antwoord 3
            
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
            
Deelt u de mening dat het te walgelijk voor woorden is dat het Rijksmuseum deze term
               nu uitwist omdat het de daders zou neerzetten als «primitief» en «ongeciviliseerd»,
               wat niet geheel vrij zou zijn van rassenhaat? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Het Rijksmuseum heeft laten weten dat het museum de term Bersiap niet schrapt, maar
               zal uitleggen en voorzien van historische context.
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het uitwissen van de term Bersiap een klap in het gezicht is
               van alle slachtoffers van dit geweld en hun nabestaanden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
De term Bersiap wordt niet uitgewist door het Rijksmuseum.
Vraag 6
            
Bent u bereid het Rijksmuseum tot de orde te roepen en ervoor te zorgen dat deze belangrijke
               periode in de Nederlandse geschiedenis niet wordt uitgewist, maar dat de term Bersiap
               volgende maand wel onderdeel zal uitmaken van de expositie? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Zie het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.