Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Sahla over de gescheiden plaatsing van broers en zussen
Vragen van het lid Sahla (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gescheiden plaatsing van broers en zussen (ingezonden 6 januari 2022).
Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 1 februari 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Nieuwsuur van 5 januari 2022 en wat is
uw reactie daarop?1
Vraag 2
Kunt u aangeven wat het effect is op kinderen van het overheidsingrijpen bij uithuisplaatsing?
Kunt u deze effecten specificeren naar de effecten op hun lichamelijk en psychisch
welzijn op zowel korte als lange termijn?
Vraag 3
Hoeveel kinderen per jaar worden bij uithuisplaatsingen gescheiden van hun broers
en/of zussen, zowel tegelijkertijd als op een later moment, en welk deel is dat van
het totaal aantal uithuisgeplaatste kinderen? Aangezien er een grote verantwoordelijkheid
bij de overheid rust om dit soort keuzes zorgvuldig te maken, hoe reflecteert u op
mogelijke schade die is ontstaan als gevolg van scheiden van broers en zussen?
Vraag 4
Wordt bijgehouden welke kinderen gescheiden zijn van hun broers en/of zussen? Zo ja,
hoe? Zo nee, welke acties worden ondernomen om deze registratie op korte termijn voor
elkaar te krijgen?
Vraag 5
Wat is de stand van zaken ten aanzien van het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum (WODC) over de gescheiden plaatsing van broers en zussen en
hoe worden de lessen hieruit betrokken bij het beleid?2
Vraag 6
Wat is de stand van zaken ten aanzien van het in kaart te brengen van doorplaatsingen
op lokaal niveau?3
Vraag 7
Kent u voorbeelden van beleid, zoals een «Kamer voor een Kind»4 of «Simba Familiezorg»,5 waarmee wordt voorkomen dat broers en zussen gescheiden uit huis worden geplaatst
en op welke manier worden dezebest practices bevorderd en gedeeld onder relevante partijen?
Vraag 8
Wat is de omvang van het huidige tekort aan pleeggezinnen? Hoe worden projecten zoals
hierboven beschreven, gestimuleerd en ondersteund zodat broers en zussen wel samen
geplaatst worden?
Vraag 9
Wat zijn uw plannen om ervoor te zorgen dat er meer pleeggezinnen en gezinshuizen
komen waar broers en zussen samen terecht kunnen? Wat zijn uw plannen om de bestaande
pleegouders te ondersteunen, zodat zij de zorg voor hun pleegkinderen op een goede
manier kunnen blijven dragen?
Vraag 10
Hoe verloopt de uitvoering van de motie van de leden Van Gerven en Westerveld om niet-gescheiden
uithuisplaatsing van broers en zussen wettelijk te verankeren?6 In de uw brief Actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid van 17 juni jl. staat dat
verkend is wat op nationaal en internationaal niveau met betrekking tot het samen
plaatsen van broers en zussen is geregeld en wat de mogelijke varianten zijn om dit
wettelijk te verankeren, kan de Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van deze
verkenning?7
Vraag 11
Bent u bekend met de nieuwe wetgeving in België en Schotland op het gebied van het
samen plaatsen van broers en zussen?
Vraag 12
Kunt u reflecteren op de stelling dat het niet samen plaatsen van broers en zussen
in strijd is met het recht op gezinsleven? Kunt u uiteenzetten in hoeverre de huidige
praktijk ten aanzien van gescheiden plaatsing van broers en zussen zich begeeft binnen
de door het internationaal recht gestelde kaders? Kunt u daarbij ook ingaan op het
internationaalrechtelijke voorschrift dat slechts een inbreuk gemaakt mag worden op
het gezinsleven van een kind als daarvoor een «wettelijke basis» bestaat? Ziet u op
grond hiervan aanleiding om de nationale wet aan te passen?8
Vraag 13
De Richtlijn Uithuisplaatsing en de Richtlijn Pleegzorg gelden als professionele standaard
voor hulpverleners die werkzaam zijn bij een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde
instelling; deze richtlijnen zijn onderling tegenstrijdig, de Richtlijn Uithuisplaatsing
vermeldt dat een gebrek aan pleeggezinnen een reden kan zijn om broers en zussen van
elkaar te scheiden, terwijl de Richtlijn Pleegzorg slechts kindgerichte afwegingen
vermeldt als reden om broers en zussen van elkaar te scheiden, hoe verhouden deze
professionele standaarden waar jeugdhulpprofessionals mee werken zich tot de rechten
van het kind?
Vraag 14
Veldpartijen geven aan dat de (juridische) positie van gezinshuisouders beperkt is,
waardoor zij geen goede positie hebben om voor de uithuisgeplaatste kinderen op te
komen, herkent u dit beeld en kunt u aangeven wat u gaat ondernemen om de positie
van de gezinsouders te versterken?
Vraag 15
Kunt u in de uitvoering van de motie van de leden Sahla en Westerveld over het stimuleren
van het opzetten van familie- en gezinshuizen het vraagstuk over het voorkomen van
onwenselijke gescheiden plaatsing van broers en zussen meenemen?9
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sahla (D66), van uw Kamer aan
de Minister voor Rechtsbescherming over de gescheiden plaatsing van broers en zussen
(ingezonden 6 januari 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord,
aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.