Amendement : Amendement van het lid Kröger c.s. over geen nieuwe opsporings-, en winningsvergunningen voor het winnen van delfstoffen
35 531 Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)
Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER C.S.
Ontvangen 31 januari 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en wordt in de tekst «Artikel 9,
eerste lid,» vervangen door «Het eerste lid».
2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een
lid ingevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid weigert Onze Minister een vergunning om delfstoffen
op te sporen of te winnen naar een voorkomen dat gelegen is onder:
a. de op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming aangewezen Natura
2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone,
b. een gebied, of een gedeelte daarvan, dat is gelegen binnen de Waddenzee als aangewezen
krachtens de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. de Waddeneilanden.
II
In artikel I wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:
Fa
In artikel 10, tweede lid, wordt «artikel 9, tweede, derde en vierde lid» vervangen
door «artikel 9, tweede tot en met vijfde lid».
III
In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 22, negende lid, wordt «artikel 9, tweede, derde en vierde lid» vervangen
door «artikel 9, tweede, vierde en vijfde lid».
IV
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
In artikel 31a, derde lid, wordt «artikelen 9, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «artikelen 9, eerste tot en met vierde lid,».
V
In artikel I worden na onderdeel O twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Oa
Aan artikel 36 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het eerste lid weigert Onze Minister zijn instemming met een winningsplan
van een voorkomen waarvoor niet eerder een instemming is verleend en het voorkomen
gelegen is onder:
a. de op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming aangewezen Natura
2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone,
b. een gebied, of een gedeelte daarvan, dat is gelegen binnen de Waddenzee als aangewezen
krachtens de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. de Waddeneilanden.
Ob
Na artikel 36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 36a
Onze Minister weigert een aanvraag om instemming met een winningsplan dat strekt tot
een verhoging van de verwachte hoeveelheid per jaar te winnen delfstoffen, als het
winningsplan betrekking heeft op:
a. de op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming aangewezen Natura
2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone,
b. een gebied, of een gedeelte daarvan, dat is gelegen binnen de Waddenzee als aangewezen
krachtens de Wet ruimtelijke ordening,
c. het op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk
erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155) aangewezen werelderfgoedgebied Waddenzee, of
d. de Waddeneilanden.
VI
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, derde lid, wordt «artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming»
vervangen door «de Omgevingswet» en wordt «de Wet ruimtelijke ordening» vervangen
door «de Omgevingswet».
B
In artikel 36, vierde lid, wordt «artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming»
vervangen door «de Omgevingswet» en wordt «de Wet ruimtelijke ordening» vervangen
door «de Omgevingswet».
Toelichting
Dit amendement regelt dat geen nieuwe opsporings-, en winningsvergunningen meer worden
verleend voor het winnen van delfstoffen onder de Waddeneilanden en het werelderfgoedgebied
Waddenzee. Daarnaast regelt dit amendement dat op grond van bestaande winningsvergunningen
geen instemming met nieuwe winningsplannen wordt verleend en geen uitbreiding meer
kan plaatsvinden van bestaande delfstofwinningsprojecten door wijziging van het winningsplan.
In verband met de invoering van de Omgevingswet is in het voorgestelde artikel IIIA
zoals is opgenomen in amendementsonderdeel VI voorzien in een wijzigingsbepaling.
Voorgesteld wordt dat de inwerkingtreding met toepassing van artikel IX gelijktijdig
wordt geregeld met de Invoeringswet Omgevingswet.
Kröger
Nijboer
Van Raan
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid