Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de compensatieregelingen bij hogere energiekosten
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over de compensatieregelingen bij hogere energiekosten (ingezonden 16 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
            mede namens de Minister voor Klimaat en Energie (ontvangen 31 januari 2022). Zie ook
            Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1321.
         
Vraag 1
            
Klopt het dat mensen die in grote complexen wonen zoals studenten en ouderen, vaak
               niet zelf een energiecontract hebben en onder «grootverbruikers» vallen?
            
Antwoord 1
            
De situatie bij grote complexen is zeer divers, zowel qua soort woning als type bewoner
               als de wijze waarop de bewoner voor de energiekosten betaalt. Het kan bijvoorbeeld
               gaan om een groot complex met zelfstandige koop- en/of huurwoningen, een groot complex
               met kamers zonder eigen keuken, badgelegenheid en toilet (onzelfstandige woningen),
               of een groot complex met een combinatie van zelfstandige en onzelfstandige woningen.
            
In de meeste gevallen zal de bewoner van een zelfstandige woning in een groot complex
               zelf een contract hebben met een energieleverancier voor zijn of haar individuele
               energieverbruik. Daarnaast krijgt die bewoner door de beheerder van het complex of
               de verhuurder van de woning kosten doorberekend voor het energieverbruik van de gemeenschappelijke
               ruimten van het complex.
            
Heeft de bewoner van een woning geen contract met een energieleverancier, dan zal
               doorgaans de beheerder van het complex of de verhuurder van de woning de kosten voor
               het individueel en gemeenschappelijk energieverbruik aan de bewoner doorberekenen.
            
Vraag 2
            
Klopt het dat deze groepen dan geen profijt hebben van de verlaging van de energiebelasting
               omdat deze alleen geldt voor huishoudens en bedrijven?
            
Antwoord 2
            
Hoeveel profijt bewoners hebben van de incidentele en tijdelijke verlaging van de
               energiebelasting in 2022 verschilt per situatie. Binnen de energiebelasting worden
               twee incidentele en tijdelijke maatregelen getroffen in 2022 om de stijging van de
               energierekening te dempen. Allereerst worden de tarieven in de eerste, tweede en derde
               schijf voor elektriciteit verlaagd. Met name door deze verlaging ontvangen ook bewoners
               in grote complexen die geen zelfstandig contract hebben een compensatie. Daarnaast
               wordt de vaste belastingvermindering in de energiebelasting verhoogd met 265 euro
               (inclusief btw). De belastingvermindering is een vaste korting op het energiebelastingdeel
               van de energierekening en geldt per elektriciteitsaansluiting van een woning of gebouw
               met verblijfsfunctie, ongeacht het verbruik. Ook voor grote complexen geldt dus de
               verhoogde belastingvermindering. Omdat deze per aansluiting berekend wordt, kan het
               voordeel per individu wel lager uitvallen.
            
Vraag 3
            
Wat vinden de Staatssecretarissen ervan dat juist deze groepen die vaak al financieel
               kwetsbaar zijn, niet profiteren van de verlaging van de energiebelasting?
            
Antwoord 3
            
Zie het antwoord op vraag 2. Ook deze groepen ontvangen compensatie door de verlaging
               van de energiebelasting in 2022. De totale omvang van de tegemoetkoming aan de stijgende
               energieprijzen via de energiebelasting per huurder is afhankelijk van het totale energieverbruik
               en het aantal huurders achter de aansluiting. Gezien de urgentie van de situatie van
               stijgende energieprijzen is ervoor gekozen huishoudens op generieke wijze tegemoet
               te komen via de energiebelasting. Dit maakt dat de tegemoetkoming van geval tot geval
               kan verschillen. Maatwerk was op de korte termijn niet mogelijk en is ook op de langere
               termijn moeilijk uitvoerbaar vanwege het grote aantal huishoudens dat geconfronteerd
               wordt met een stijgende energierekening én de grote verschillen tussen huishoudens
               in de mate waarin de energierekening stijgt. Om die reden en ter ondersteuning van
               kwetsbare huishoudens zijn aanvullende compensatieregelingen opgezet.1 In de begroting van het Ministerie van BZK is 150 miljoen euro vrijgemaakt die via
               een specifieke uitkering aan gemeenten beschikbaar wordt gesteld om huishoudens die
               leven in energiearmoede te ondersteunen.2 Daarnaast kunnen huishoudens met een laag inkomen een eenmalige tegemoetkoming van
               200 euro als richtbedrag krijgen voor de gestegen energierekening. Hiervoor heeft
               het kabinet incidenteel een budget van 200 miljoen euro in 2022 beschikbaar gesteld.3
Vraag 4
            
Wat gaan de Staatssecretarissen eraan doen om te voorkomen dat de energierekening
               van deze groepen niet drastisch gaat stijgen ten gevolge van de hoge gasprijzen?
            
Antwoord 4
            
Met de aanpassingen in de energiebelasting en de extra aangekondigde ondersteuning
               van de meest kwetsbare groepen in de samenleving dempt het kabinet de gevolgen van
               de stijgende energieprijzen voor huishouden. Zoals toegelicht profiteren ook ouderen
               en studenten in grote wooncomplexen van de verlaging van de energiebelasting. De mate
               waarin ze compensatie ontvangen is afhankelijk van het energieverbruik en de woonsituatie.
               De ontwikkeling van de gasprijs is erg onzeker. Het kabinet blijft daarom de ontwikkeling
               van de energieprijzen nauwlettend in de gaten houden.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat studenten ook niet profiteren van de extra 200 euro aan compensatie
               voor laagste inkomens?4
Antwoord 5
            
De eenmalige tegemoetkoming van 200 euro als richtbedrag vereist een wetswijziging
               en zal zo snel mogelijk worden ingediend bij de Tweede Kamer. In deze wetswijziging
               volgt de nadere uitwerking en de afbakening van de doelgroep.
            
Vraag 6
            
Wat vinden de Staatssecretarissen hiervan en wat gaan de Staatssecretarissen hier
               nog aan doen?
            
Antwoord 6
            
Sinds de zomer is er sprake van een uitzonderlijke situatie op de gasmarkt. De energieprijzen,
               en in bijzonder die van gas, zijn in de afgelopen maanden fors gestegen. Het kabinet
               ziet dat deze situatie onzekerheid oplevert omdat mensen en bedrijven zich zorgen
               maken of de prijzen blijven stijgen en of ze hun energierekening nog kunnen betalen.
            
Het kabinet erkent deze zorgen en heeft daarom de eerdergenoemde maatregelen getroffen
               om op korte termijn compensatie te bieden. Vanwege de grote verschillen in de gevolgen
               voor specifieke huishoudens, zoals ook de casus van studenten en ouderen in grote
               complexen aantoont, is het niet mogelijk om de compensatie zo vorm te geven dat deze
               uitsluitend terechtkomt bij diegenen die het daadwerkelijk nodig hebben. Om deze redenen
               zijn er aanvullende maatregelen getroffen bovenop de maatregelen in de energiebelasting
               en blijft het kabinet een vinger aan de pols houden als het gaat om de ontwikkeling
               van de energieprijzen. Daarnaast rapporteert het kabinet tweemaandelijks aan uw Kamer
               over de energieprijzen en geeft zo invulling aan de motie van het lid van Dijk (Kamerstukken
               35 925, nr. 131).
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën - 
              
                  Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.