Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het bericht 'Nog deze maand besluit nodig over waterstofsubsidies'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht «Nog deze maand besluit nodig over waterstofsubsidies» (ingezonden 18 januari 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 31 januari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel gepubliceerd door Energeia?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat afgelopen zomer vijfentwintig waterstof projecten door
de overheid zijn geselecteerd en dat deze zijn ingediend voor de Important Project
of Common European Interest (IPCEI) waterstof? Klopt het dat er sindsdien geen nieuwe
ontwikkelingen zijn geweest en dat er geen geld beschikbaar is gesteld voor de projecten?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft in opdracht van het Ministerie
van Economische Zaken Klimaat in september 2020 een interessepeiling georganiseerd
in het kader van IPCEI-waterstof waarbij 83 projectvoorstellen zijn ingediend. Hieruit
zijn 25 Nederlandse projecten gekozen die als kansrijk werden beschouwd om deel nemen
aan het Europese matchmakingproces voor de eerste golven. Deze stap is gezet op verzoek
van de Europese Commissie en de Duitse overheid die het IPCEI-waterstof proces coördineert
voor de deelnemende lidstaten aan de IPCEI.
Vervolgens zijn de gekozen projecten op basis van het Europese matchmaking proces
per thema geclusterd en is door de Duitse Coördinatie en de deelnemende lidstaten
– in samenwerking met de Europese Commissie – besloten om met twee zogenaamde IPCEI-golven
te beginnen, te weten de golven technologie en de decarbonisatie van de industrie,
waarbij de laatste zich richt op de productie van hernieuwbare waterstof (elektrolyse
capaciteit). Voor deze twee golven heeft de Nederlandse overheid op 31 augustus 2020
13 projecten geselecteerd – vier projecten in de golf technologie en negen in de golf
decarbonisatie van de industrie – om mee te doen aan de zogenaamde pre-notificatie
fase van het Europese IPCEI-staatssteunproces. De Nederlandse bedrijven zijn vanaf
het begin van het proces op de hoogte gebracht van de onzekerheden ten aanzien van
het beschikbaar komen van nationaal budget.
Op 21 september 2021 is door het kabinet in de Miljoenennota 2022 bekend gemaakt dat
er 35 miljoen beschikbaar zal komen ten behoeve van cofinanciering van een aantal
Nederlandse waterstof projecten. Het is mijn inzet om deze 35 miljoen vooralsnog beschikbaar
te stellen aan projecten in de IPCEI technologie golf en die door Nederland gepre-notificeerd
zijn bij de Europese Commissie.
Momenteel wordt gewerkt aan de aanpassing van de IPCEI-subsidieregeling waarvan de
intentie is dat die zo snel mogelijk zal worden opengesteld. Op grond van de selectie
van de aanvragen die zijn ingediend, kan dan een definitieve selectie van Nederlandse
project(en) voor deze eerste IPCEI technologie golf worden gemaakt die mee kunnen
doen in het verdere Europese IPCEI staatssteuntraject.
Het pre-notificatie proces voor de tweede golf is op dit moment gaande. De Europese
Commissie en de lidstaten bespreken in dit proces op informele en vertrouwelijke basis
de gepre-notificeerde projectvoorstellen. Daarbij wordt gekeken of de projecten voldoen
aan de criteria van het IPCEI-steunkader, dat voor projecten die activiteiten omvatten
op het terrein van bijzonder innovatief onderzoek, ontwikkeling of innovatie en/of
eerste industriële toepassing onder meer bepaalt dat alleen de «eerste industriële
toepassing» subsidiabel kan zijn waarbij het dient te gaan om de opschaling van proeffaciliteiten,
demonstratie-installaties of de allereerste uitrusting en faciliteiten die de fasen
ná de proeflijn – met inbegrip van de testfase en het opschalen van de serieproductie
– omvatten, maar niet de massaproductie of de commerciële activiteiten. Er is veel
behoefte vanuit het bedrijfsleven dat er snel een besluit genomen wordt over het wel
of niet toekennen van financiële middelen voor deelname aan de tweede golf decarbonisatie
van de industrie. Tot nu toe is het besluit over het beschikbaar maken van middelen
uitgesteld tot de komst van een nieuw coalitieakkoord en het daarin opgenomen belang
van waterstof in de energietransitie. Het besluit om nu ook daadwerkelijk middelen
voor de tweede golf beschikbaar te stellen hangt af van welke fases van de productie
projecten subsidiabel zijn en onder welke voorwaarden. Hierover zal de Europese Commissie
de komende tijd meer duidelijkheid moeten verschaffen. Ik zal mij inzetten voor een
spoedige en zorgvuldige definitieve selectie van projecten.
Vraag 3
De aanmelding voor ronde twee van het IPCEI-proces is binnenkort. Klopt het dat als
er vóór deze datum geen geld beschikbaar wordt gesteld voor de aangemelde projecten,
deze projecten zich niet kunnen aanmelden voor ronde twee van het IPCEI-proces? Hoe
apprecieert u dit?
Antwoord 3
De negen projecten uit de tweede golf kunnen niet genotificeerd worden als er geen
nationale middelen beschikbaar zijn. De datum van notificatie is nog onbekend. Naar
verwachting is dit binnen enkele maanden. Het notificatiemoment wordt niet alleen
door Nederland zelf bepaald, maar is een gezamenlijk besluit van alle deelnemende
lidstaten en is afhankelijk van de snelheid waarmee de Europese Commissie de pre-notificatiefase
afrond.
De subsidiebehoefte voor de tweede golf is veel groter dan voor de eerste golf. Het
definitieve subsidiebedrag hangt sterk af van de definitieve projectvoorstellen. In
de position paper aangeboden door de gelegenheidscoalitie van bedrijven en provincies
aan het Ministerie van EZK, waar in het Energeia artikel naar wordt verwezen, wordt
gevraagd om een tijdig besluit te nemen over het beschikbaar stellen van middelen
voor Nederlandse waterstofprojecten in het kader van IPCEI. Dat is ook mijn inzet.
Zodra van de kant van de Europese Commissie duidelijkheid ontstaat over welke fases
van de projecten van de tweede golf subsidiabel zijn en onder welke voorwaarden zal
het kabinet besluiten over het wel of niet beschikbaar stellen van financiële middelen
en het aanpassen van de IPCEI-subsidieregeling zoals dat ook voor de eerste golf technologie
wordt gedaan. Overigens zal naast het besluit over het beschikbaar komen van middelen
deelname aan de notificatie fase ook afhangen van de verdere onderbouwing van de projectvoorstellen
door de bedrijven en de mate waaraan de initiatieven aan de eisen van het IPCEI-steunkader
voldoen.
Vraag 4
Kunt u toezeggen dat u gaat proberen te voorkomen dat deze projecten niet door kunnen
gaan naar ronde twee van het IPCEI-proces? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Ja. Het kabinet zal zich de komende tijd blijven inzetten om Nederlandse projecten
mee te laten lopen in het EU-IPCEI-proces. Deelname aan de notificatie fase zal afhangen
van de verdere onderbouwing van de projectvoorstellen door de bedrijven, de mate waaraan
de initiatieven aan de eisen van het IPCEI-steunkader voldoen en het nog te nemen
besluiten van het kabinet over de besteding van de in het regeerakkoord gereserveerde
middelen voor de vroege fase-opschaling van hernieuwbare energiedragers.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de IPCEI-classificatie van deze bedrijven de opschaling van
de Nederlandse waterstofambities vergemakkelijkt en daarom wenselijk is? Kunt u toelichten
welke voordelen u ziet?
Antwoord 5
Ja. De IPCEI-classificatie zou de realisatie van bovengenoemde waterstofprojecten
en daarmee de Nederlandse waterstofambities kunnen vergemakkelijken, aangezien het
IPCEI-staatssteunkader de Nederlandse overheid in staat stelt de subsidiabele activiteiten
van deze projecten te ondersteunen. Dit kader biedt de overheid meer ruimte voor ondersteuning
dan normaal gesproken is toegestaan, al is de precieze ruimte voor ondersteuning van
projecten in de tweede golf nog onbekend. Verder zou een IPCEI-classificatie relatief
snel zekerheid voor bedrijven kunnen geven. Indien de negen projecten uit de tweede
golf niet zouden worden genotificeerd, dan kan bezien worden of deze projecten alsnog
in een latere golf mee kunnen doen. Overigens is een IPCEI niet de enige route voor
ondersteuning, de overheid werkt momenteel aan meerdere instrumenten om waterstofprojecten
te ondersteunen, waaronder het opschalingsinstrument waterstof.
Vraag 6
Kunt u deze vragen uiterlijk vrijdag 21 januari aanstaande beantwoorden?
Antwoord 6
Ik heb er alles aan gedaan deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden. De interne
afstemming vereiste echter enige tijd, waardoor de ambitieuze deadline niet gehaald
is. Ik vraag uw begrip hiervoor.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.