Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het wettelijk stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (CO-stelsel) (Kamerstuk 32757-183)
32 757 Bouwbesluit
Nr. 185 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 31 januari 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een aantal
vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening over de brief van 13 oktober 2021 het wettelijk stelsel certificering werkzaamheden
aan gasverbrandingsinstallaties (CO-stelsel) (Kamerstuk 32 757, nr. 183).
De vragen en opmerkingen zijn op 19 november 2021 aan de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening voorgelegd. Bij brief van 31 januari 2022 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma
De griffier van de commissie, Roovers
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wettelijk
stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. Deze leden hebben
nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat op 1 oktober 2020 het wettelijk stelsel «certificering
werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties» in werking is getreden. Deze leden
willen weten hoeveel bedrijven op dit moment zijn gecertificeerd om deze werkzaamheden
te mogen uitvoeren en hoeveel certificatieschema’s zijn gecertificeerd.
Antwoord 1
Op dit moment zijn nog geen bedrijven gecertifieerd op grond van dit nieuwe wettelijk
stelsel. Bedrijven kunnen zich laten certificeren vanaf het moment dat certificatieschema’s
en certificerende instellingen zijn aangewezen. Zoals in de brief van 13 oktober 2021
(Kamerstuk 32 757, nr. 183) aangegeven is dat nog niet zover. Er zijn op dit moment nog geen certificatieschema’s
aangewezen omdat de door schemabeheerders opgestelde schema’s nog niet aan alle wettelijke
eisen voldoen.
Ook willen deze leden weten hoe lang het duurt voor een certificering wordt afgegeven.
De leden van de VVD-fractie lezen ook dat de inwerkingtredingsdatum van dit besluit
van 1 april 2022 niet langer haalbaar is en dat dit wordt uitgesteld naar 1 januari
2023. Deze leden willen weten hoe lang het duurt voordat bedrijven zelf gecertificeerd
worden.
Antwoord 2
Bedrijven kunnen zich laten certificeren vanaf het moment dat certificerende instellingen
zijn aangewezen om uitvoering te geven aan de voor het stelsel aangewezen certificatieschema’s.
De snelheid van certificeren hangt vervolgens af van de kwaliteit van de aanvragen
(voldoet het bedrijf bijvoorbeeld aan de vereiste vakbekwaamheid en administratieve
organisatie) en de capaciteit die certificerende instellingen inzetten om bedrijven
te certificeren.
Deze leden willen weten of er door dit uitstel nu meer risico is op incidenten met
koolmonoxide en hoe de Minister deze risico’s minimaliseert. De leden van de VVD-fractie
lezen dat de Minister stelt dat dit uitstel voor consumenten geen gevolgen heeft,
behalve dat het langer duurt voordat die voor de betreffende werkzaamheden een wettelijk
gecertificeerd bedrijf kunnen inschakelen. Deze leden willen weten of er door dit
afstel nu meer risico’s zijn en zo ja, welke risico’s?
Antwoord 3
Het uitstel van de verbodsbepaling leidt niet tot meer risico’s op incidenten met
koolmonoxide. Door het uitstel verandert de huidige situatie immers niet. Wat nu wel
verandert, is dat de kwaliteit van de werkzaamheden verbetert. Techniek Nederland
geeft aan dat de sector naar aanleiding van het advies van de Onderzoeksraad voor
Veiligheid (OvV) haar verantwoordelijkheid heeft genomen, verbeteringen heeft doorgevoerd
en is gestart met opleidingen en examinering om de kennis van monteurs op het gebied
van koolmonoxide te vergroten. Vooruitlopend op het ingaan van de verbodsbepaling
per 1 januari 2023 vinden nu al verbeteringen in de sector plaats. Om de consument
te wijzen op de risico’s van koolmonoxide wordt informatie gegeven op de website van
de rijksoverheid en de website van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).
Daarnaast voeren Brandweer Nederland en de Nederlandse Brandwondenstichting jaarlijks
de landelijke publiekscampagne «Stop CO-vergiftiging» gericht op het vergroten van
het bewustzijn over de gevaren van koolmonoxide. Met deze campagne stimuleren Brandweer
Nederland en de Nederlandse Brandwondenstichting ook het plaatsen van koolmonoxidemelders.
Ik ondersteun deze campagne met een jaarlijkse subsidie. Verder is bij het wettelijk
stelsel voorzien in een voorlichtingscampagne gericht op eigenaren en beheerders van
installaties. Deze campagne wordt in het vierde kwartaal van 2022 gestart (begin stookseizoen
en voorafgaand aan de ingangsdatum van de verbodsbepaling). In deze campagne zullen
consumenten behalve op de risico’s van koolmonoxide en de wettelijke verplichting
om een gecertificeerd bedrijf in te schakelen, worden gewezen op het dan beschikbare
openbare register waarin gecertificeerde bedrijven zijn te vinden en op het beeldmerk
dat deze bedrijven vanaf 1 januari 2023 verplicht zijn om te voeren.
De leden van de VVD-fractie lezen ook dat door drie bedrijven opgestelde certificatieschema’s
niet geheel voldoen aan de eisen die in de regelgeving worden gesteld. Deze leden
willen weten hoe dit komt en of deze eisen tussentijds zijn aangescherpt?
Antwoord 4
Vorig jaar zijn drie schema’s voor aanwijzing tot het stelsel van gecertificeerde
werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties ingediend. Uit de toen uitgevoerde toetsingen
bleek echter dat de certificatieschema’s nog onvoldoende invulling geven aan de inhoudelijke
eisen zoals gesteld in de wet- en regelgeving. De belangrijkste inhoudelijke tekortkomingen
betroffen het ontbreken van een verplichte praktijktoets waarbij wordt getoetst of
door toepassing van het certificatieschema wordt voldaan aan het doel van het certificatieschema
en niet voldoende beschrijving van diverse in de regeling gestelde eisen. Beoordeling
van de certificatieschema’s is gedaan op basis van het «Toetsingskader aanwijzing
certificatieschema voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties» dat beschikbaar
is op de site www.tlokb.nl1. Dit toetsingskader is opgesteld op basis van de wet- en regelgeving zoals deze geldt
sinds de inwerkingtreding van het stelsel op 1 oktober 2020. Het toetsingskader is
uitgewerkt in criteria en onderzoeksvragen en vormt daarmee een gestructureerde checklist.
De checklist bestaat voor een deel uit toetsen op volledigheid en voor een deel uit
inhoudelijke toetsen. Er zijn geen (tussentijdse) aanscherpingen geweest van het wettelijk
kader en het toetsingskader. Een deugdelijke en volledige uitwerking van de wettelijk
eisen in de certificatieschema’s is essentieel om ervoor te zorgen dat uitvoering
van de werkzaamheden leidt tot een omgeving die veilig is. Eind december 2021 zijn
twee van de drie certificatieschema’s opnieuw voor inhoudelijke toetsing voorgelegd.
Deze schema’s worden op dit moment opnieuw aan de wettelijke eisen getoetst.
In hoeverre is er nu wel genoeg aanbod van bedrijven en in hoeverre verwacht de Minister
dat door dit afstel de prijzen stijgen en er wachttijden voor consumenten ontstaan?
Antwoord 5
Op dit moment zijn er circa vijfendertighonderd (3.500) installatiebedrijven in de
sector actief. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld ook klusbedrijven die werkzaamheden
uitvoeren aan gasverbrandingsinstallaties. Op het moment dat de verbodsbepaling ingaat
(1 januari 2023) geldt voor bedrijven dat ze gecertificeerd moeten zijn om deze werkzaamheden
te mogen blijven uitvoeren. Er is sprake van uitstel en geen afstel. Op 1 oktober
2020 is immers het wettelijk stelsel rondom de certificering van werkzaamheden aan
gasverbrandingsinstallaties in werking getreden. Het uitstel betreft de ingangsdatum
van de in het stelsel opgenomen verbodsbepaling dat een bedrijf gecertificeerd moet
zijn om nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te mogen uitvoeren. Uitstel
van deze verbodsbepaling leidt niet tot hogere prijzen. Uitstel geeft bedrijven wel
meer tijd voor het treffen van de benodigde voorbereidingen om zich te laten certificeren.
Het uitstel leidt ook niet tot wachttijden bij de consument. Alle bedrijven die op
dit moment in de sector actief zijn, kunnen deze werkzaamheden immers tot 1 januari
2023 blijven uitvoeren (zonder de verplichting te zijn gecertificeerd).
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief met betrekking tot het
wettelijk stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. Zij
hebben nog enkele vragen die zij aan de regering willen voorleggen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de inwerkingtreding van de certificering
vertraging oploopt tot 1 januari 2023. Deze leden vragen op welke wijze tot de ingangsdatum
de kwaliteit van controles op gasverbrandingsinstallaties wordt geborgd.
Antwoord 6
De borging van de kwaliteit van controles ligt tot de ingangsdatum bij de installateur
en instanties waarbij zij eventueel onder een private erkenning of certificaat werken.
Belangrijke constatering van de OvV in november 2015 is echter geweest dat installaties
na uitgevoerde werkzaamheden niet goed worden gecontroleerd voordat ze (weer) in bedrijf
worden gesteld en dat dat grote risico’s geeft op incidenten met koolmonoxide. De
OvV heeft daarbij aangegeven dat bestaande vrijwillige erkenningen en certificeringen
onvoldoende zekerheid bieden dat een installatie na uitgevoerde werkzaamheden veilig
is om te gebruiken. De OvV heeft het kabinet daarom de aanbeveling gedaan een wettelijk
stelsel op te zetten waarbij controles na uitgevoerde werkzaamheden worden geborgd.
Met het wettelijk stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
is hier invulling aan gegeven. Dit stelsel voorziet erin dat een installatie na uitgevoerde
werkzaamheden altijd wordt gecontroleerd door een daarvoor vakbekwaam monteur voordat
de installatie (opnieuw) in bedrijf wordt gesteld. Het is overigens niet zo dat er
na het uitkomen van het rapport en de aanbevelingen van de OvV geen veranderingen
zijn doorgevoerd. Techniek Nederland geeft aan dat de sector haar verantwoordelijkheid
heeft genomen en tot verbetering is gekomen, onder andere door voorlichting, het verzorgen
van opleidingen en de introductie van het Vakpaspoort Techniek voor vakbekwame monteurs.
Deze leden vragen daarnaast in hoeverre de verwachting is dat de certificatieschema’s
op korte termijn aan de gestelde eisen voldoen.
Antwoord 7
Voor certificatieschema’s geldt dat ze kunnen worden aangewezen wanneer ze door de
Raad voor Accreditatie (RvA) positief zijn geëvalueerd en inhoudelijk aan de wettelijk
gestelde eisen voldoen (beoordeling door de TloKB). De resultaten van de in 2021 uitgevoerde
eerste inhoudelijke toetsing van de certificatieschema’s en de daarbij vastgestelde
tekortkomingen zijn besproken met de desbetreffende schemabeheerders. Aansluitend
hebben de schemabeheerders gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de door hen voorgestelde
oplossingsrichtingen tussentijds te laten toetsen. De schemabeheerders hebben deze
oplossingsrichtingen inmiddels in hun certificatieschema uitgewerkt. Voor één schema
geldt dat het in januari 2022 opnieuw bij de Raad voor Accreditatie (RvA) voor evaluatie
wordt ingediend. Wanneer de RvA dit schema dan positief evalueert kan het opnieuw
bij de TloKB worden ingediend voor inhoudelijke toetsing en aanwijzing. Voor de andere
twee schema’s geldt dat ze in december 2021 opnieuw door de RvA zijn geëvalueerd en
eind december 2021 opnieuw bij de TloKB zijn ingediend voor inhoudelijke toetsing
en aanwijzing. Ervan uitgaande dat de eerder geconstateerde tekortkomingen dan zijn
weggenomen, verwacht ik dat ten minste twee van de drie certificatieschema’s op korte
termijn kunnen worden aangewezen.
De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre er op dit moment al voldoende goed
opgeleide monteurs beschikbaar zijn.
Antwoord 8
Van de medewerkers die in de installatiebranche werkzaam zijn houden circa 19.000
zich bezig met het monteren en onderhouden van gasverbrandingsinstallaties. 15.000
van hen voeren werkzaamheden uit die onder deze wetgeving vallen. Van deze 15.000
monteurs hebben circa 8.000 een opleidingsniveau MBO 1 of 2 en 7.000 zijn hoger opgeleid.
Voor veel van deze monteurs geldt dat ze op dit moment nog niet volledig beschikken
over de op grond van het wettelijk stelsel vereiste kennis op het gebied van koolmonoxide.
Volgens Techniek Nederland zullen alle circa 15.000 monteurs zich – na een eventuele
bijscholing – kwalificeren om de in het wettelijke stelsel vereiste controle voor
inbedrijfsteling van een gasverbrandingsinstallatie te mogen (blijven) uitvoeren.
Voor monteurs die zich hiervoor niet laten bijscholen of niet over de vereiste kennis
op het gebied van koolmonoxide beschikken, geldt dat zij dan nog wel werkzaamheden
aan installaties mogen uitvoeren, maar deze installaties niet (opnieuw) in bedrijf
mogen stellen. Dat is vanaf 1 januari 2023 alleen voorbehouden aan daarvoor gekwalificeerde
monteurs. Techniek Nederland geeft aan dat momenteel circa 6.800 geëxamineerden zijn
geregistreerd en er nog eens 5.000 monteurs zijn die al hun theorie-examen hebben
behaald en alleen nog een praktijkexamen moeten afleggen. De verwachting van Techniek
Nederland is dat het aantal aantoonbaar vakbekwame monteurs straks voldoende zal zijn
om uitvoering te geven aan het wettelijk stelsel.
Tevens vragen de leden van de D66-fractie hoe (met name kleine) bedrijven kunnen worden
ondersteund om voldoende goed opgeleide monteurs beschikbaar te hebben wanneer de
certificering ingaat?
Antwoord 9
Ondersteuning hiervoor vindt plaats vanuit de sector. Daarbij staat het de sector
vrij om methodieken te ontwikkelen om monteurs zodanig op te leiden dat ze aan de
wettelijk gestelde eisen met betrekking tot vakbekwaamheid voldoen. In dat kader zijn
door de sector toetsen ontwikkeld waarmee de huidige vakbekwaamheid – zowel theoretisch
als praktisch – van monteurs kan worden beoordeeld en de benodigde bijscholing kan
worden vastgesteld. Aanvullende scholing, voor wie dat nodig heeft, wordt door verschillende
publieke en private opleiders aangeboden. In heel het land zijn locaties aanwezig
waar examens kunnen worden afgenomen. Registratie van op deze wijze geëxamineerde
monteurs vindt plaats in het Centraal Register Techniek. Meer informatie hierover
is te vinden op de site www.vakmanschapco.nl, die WijTechniek (het ontwikkelingsfonds voor de technische installatiebranche) en
sociale partners in de sector hebben ontwikkeld.
De wettelijke eisen met betrekking tot de vakbekwaamheid van monteurs zijn ook in
de kwalificatiedossiers «Service en onderhoudstechniek» en «Werktuigkundige installaties»
van het MBO opgenomen om de beginnend beroepsbeoefenaar de benodigde basiskennis en
vaardigheden mee te geven om de risico’s bij het werken aan gasverbrandingsinstallaties
correct te interpreteren en veilig te handelen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie stellen de volgende vragen naar aanleiding van de brief
over het wettelijk stelsel certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties:
Op welke manier voldoen de certificatieschema’s niet geheel aan de eisen? Wat is er
in twee jaar niet gehaald wat in drie jaar wel gehaald kan worden?
Antwoord 10
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Hoe zorgt de Minister ervoor dat ook daadwerkelijk gecertificeerde installateurs de
cv-ketels installeren, aangezien het ook mogelijk is voor consumenten om (op internet)
een cv-installatie te bestellen zonder dat zij gewezen worden op installatie door
een gecertificeerde installateur?
Antwoord 11
De verbodsbepaling in het wettelijk stelsel dat met ingang van 1 januari 2023 alleen
gecertificeerde bedrijven nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties mogen
uitvoeren geldt ook voor consumenten. Consumenten mogen vanaf 1 januari 2023 alleen
nog een gecertificeerd installateur inschakelen voor het uitvoeren van werkzaamheden
aan gasverbrandingsinstallaties en zijn -net zoals bedrijven- strafbaar wanneer ze
vanaf die datum een niet-gecertificeerde installateur inschakelen. Om consumenten
hierover te informeren zal in het najaar van 2022 een consumentencampagne worden gevoerd
en komt er een openbaar (online) register waarin consumenten en andere opdrachtgevers
eenvoudig gecertificeerde bedrijven kunnen vinden. Gecertificeerde installateurs zijn
ook verplicht een wettelijk vastgesteld beeldmerk («CO-VRIJ») te voeren waarmee zij
zich bij de klant moeten legitimeren en aantonen dat ze zijn gecertificeerd.
Wat zijn de gevolgen voor een installateur als deze toch onderhoudswerkzaamheden uitvoert
aan een cv-installatie zonder gecertificeerd te zijn?
Antwoord 12
Vanaf 1 januari 2023 is een installateur die werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
uitvoert zonder dat die beschikt over een geldig certificaat strafbaar. Tegen deze
installateur kan bijvoorbeeld worden opgetreden door het bevoegd gezag die de mogelijkheid
heeft tot een last onder bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom of bestuurlijke
boete.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de brief van de Minister
over de invoering van het wettelijk stelsel van certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties.
Deze leden vinden het teleurstellend om te lezen dat de certificering per 1 april
2022 moet worden uitgesteld naar januari 2023. De aan het woord zijnde leden hebben
hierover enkele vragen.
Allereerst zouden deze leden graag wat meer informatie ontvangen over de precieze
reden waarom de door de marktpartijen opgestelde certificeringsschema’s nog niet aan
de gestelde eisen voldoen. Waar komt dit door?
Antwoord 13
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Kan de Minister ingaan op de precieze taakverdeling tussen de overheid en de marktpartijen
bij het opstellen van de certificeringsschema’s?
Antwoord 14
Marktpartijen (schemabeheerders) stellen op basis van de eisen in het wettelijk kader
een certificatieschema op. Een certificatieschema geeft onder andere aan voor welke
werkzaamheden en installaties het kan worden toegepast. Certificatieschema's worden
beoordeeld door zowel de RvA als door de voor het wettelijk stelsel verantwoordelijk
Minister (bij het onderhavig wettelijk stelsel de Minister voor VRO). De RvA beoordeelt
(evalueert) of het schema zodanig is opgesteld dat certificerende instellingen op
basis van het schema door de RvA kunnen worden geaccrediteerd in overeenstemming met
de gekozen norm voor accreditatie. Bij het wettelijk stelsel voor werkzaamheden aan
gasverbrandingsinstallaties is dit de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065 (procescertificering).
De Minister controleert of het certificatieschema voldoet aan de inhoudelijke eisen
die het wettelijk stelsel stelt. Wanneer het schema daaraan voldoet en een positieve
evaluatie heeft van de RvA wijst de Minister het schema aan. Indien een schema is
aangewezen door de Minister kunnen certificerende instellingen bedrijven op grond
van dat schema beoordelen en certificeren.
Een andere vraag die de leden van de fractie van GroenLinks hebben is hoe de Minister
er zeker van is dat de nieuwe datum van 1 januari 2023 wel gehaald gaat worden.
Antwoord 15
Over het verplaatsen van de datum is afstemming geweest met de sector. De sector had
gevraagd om overleg hierover omdat de datum van 1 april 2022 niet meer haalbaar was.
De sector heeft aangegeven achter het besluit te staan om de datum naar 1 januari
2023 te verplaatsen. Met het verplaatsen van de datum naar 1 januari 2023 wordt schemabeheerders
en certificerende instellingen meer tijd geboden om de vereiste stappen te zetten
en bedrijven meer tijd om zich te laten certificeren en de daarvoor noodzakelijke
voorbereidingen te treffen. Ik ga ervan uit dat 1 januari 2023 haalbaar is. Maar dit
is wel een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle bij het certificeringsproces
betrokken partijen. Om de urgentie hiervan te benadrukken is er vanuit mijn ministerie
voortdurend afstemming met deze partijen, om waar mogelijk processen te versnellen.
Tot slot lezen de leden van de fractie van GroenLinks dat er grote inzet nodig is
van schemabeheerders, certificerende instellingen en (honderden) bedrijven zelf. Kan
de Minister aangeven hoe het staat met deze aantallen? Hoeveel bedrijven kunnen op
welke termijn gecertificeerd worden?
Antwoord 16
Belangrijke voorwaarde voor het aanwijzen van de certificatieschema’s en in vervolg
daarop de aanwijzing van certificerende instellingen is dat de eerder geconstateerde
tekortkomingen in de schema’s zijn weggenomen. Ervan uitgaande dat de op dit moment
voor inhoudelijke toetsing voorliggende certificatieschema’s aan de wettelijk gestelde
eisen voldoen en op korte termijn kunnen worden aangewezen en kort daarop ook certificerende
instellingen (die uitvoering geven aan deze schema’s) kunnen worden aangewezen, verwacht
ik dat vanaf het voorjaar van 2022 kan worden gestart met het certificeren van bedrijven.
De verwachting is dat zes van de circa twintig certificerende instellingen die in
de bouw- en installatiebranche actief zijn, zich zullen melden om bedrijven te gaan
certificeren. Certificerende instellingen treffen nu ook al voorbereidingen om bedrijven
straks snel te kunnen certificeren. Om bedrijven in het proces van certificering te
ondersteunen zijn door de sector opleidingen, examens en kwaliteitshandboeken ontwikkeld.
Ook zijn er specifieke initiatieven in de sector om ZZP’ers in het certificeringsproces
te ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier