Schriftelijke vragen : De uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen die mogelijk niet door Schiphol gerapporteerd worden
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen die mogelijk niet door Schiphol gerapporteerd worden (ingezonden 25 januari 2022).
Vraag 1
Kunt u uitsplitsen voor welke activiteiten en stoffen Schiphol de emissie van zeer
zorgwekkende stoffen (zzs) rapporteert of moet rapporteren?
Vraag 2
Welke activiteiten (waarbij zzs vrijkomen) zijn vastgelegd in de (omgevings)vergunning
van Schiphol?
Vraag 3
Klopt het dat voor het rapporteren over de activiteiten op het platform alleen de
uitstoot van het «proefdraaien» wordt meegenomen? Zo nee, wat nog meer?
Vraag 4
Klopt het dat dit proefdraaien de enige (platform gerelateerde) activiteit is waarbij
zzs vrijkomen? Zijn er andere activiteiten die plaatsvinden op het platform waarbij
ook zzs vrijkomen? Zo ja, welke?
Vraag 5
Hoe wordt over de (zzs)-uitstoot van (alle) platformactiviteiten gerapporteerd? Zijn
die vergund?
Vraag 6
Op welke wijze wordt voor de hele luchthaven de (zzs)-uitstoot van een activiteit
als taxiën meegenomen en gerapporteerd? Hoe is deze vergund?
Vraag 7
Op welke wijze wordt voor de hele luchthaven de (zzs)-uitstoot van een activiteit
als opstijgen/landen meegenomen en gerapporteerd? Hoe is deze vergund?
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.