Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over bericht ‘3 jaar cel voor WK-medewerker na steun aan arbeidsmigranten’
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een WK-medewerker die drie jaar cel krijgt na steun aan arbeidsmigranten (ingezonden 16 december 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 januari 2022).
Vraag 1, 2
Wat is uw oordeel over het bericht «3 jaar cel voor WK-medewerker na steun aan arbeidsmigranten»?1
Deelt u de mening dat het absurd is dat WK-medewerker Abdullah Ibhais drie jaar cel
krijgt nadat hij het had opgenomen voor gastarbeiders in Qatar die soms maanden niet
betaald worden?
Antwoord 1, 2
De zaak van de heer Ibhais heeft al geruime tijd de Nederlandse aandacht. Het kabinet
heeft kennisgenomen van de uitspraak van de Qatarese rechter. Zaken zoals deze bespreekt
de ambassade in Doha met relevante stakeholders, waaronder de Internationale Arbeidsorganisatie
(ILO), gelijkgezinde ambassades en mensenrechtenorganisaties om een zo compleet mogelijk
beeld te krijgen. Waar opportuun brengt de ambassade zaken op bij de lokale autoriteiten.
De vergaarde informatie over deze specifieke casus gaf hier vooralsnog geen aanleiding
toe. Wel benadrukt Nederland steeds in de gesprekken met de Qatarese autoriteiten
het belang van een eerlijke en zorgvuldige rechtsgang. De ILO en gelijkgezinde landen
hebben zich niet over deze zaak uitgesproken.
Vraag 3, 4
Hoe oordeelt u over deze beschrijving van de rechtsgang: «Er werd gewoon gezegd, drie
jaar celstraf. Klaar. Ik kreeg het idee dat de rechter geen enkele moeite nam om zich
te verdiepen in de details van deze zaak.»?
Is het juist dat dhr. Ibhais geen advocaat had?
Antwoord 3, 4
Zoals aangegeven volgt de Nederlandse ambassade in Doha de ontwikkelingen rondom deze
zaak en onderhoudt zij contact met andere organisaties en landen hierover, waaronder
ook met de Jordaanse ambassade aangezien de heer Ibhais de Jordaanse nationaliteit
heeft. Voor zover bekend had en heeft de heer Ibhais toegang tot een advocaat.
Vraag 5
Klopt het dat de FIFA afwezig was bij de rechtszaak? Hoe rijmt u dat met alle mooie
woorden over de aanpak van misstanden?
Antwoord 5
Het is mij niet bekend of de FIFA aan- of afwezig was bij de rechtszaak.
Vraag 6, 7, 8
Waarom was er niemand aanwezig van de Nederlandse ambassade, terwijl dhr. Ibhais daar
per brief om had gevraagd nadat juridische hulp vanuit Doha was uitgesloten?
Wat onderneemt u tegen het gegeven dat dhr. Ibhais in hongerstaking is en dat hij
met 25 medegevangenen op de vloer moet slapen?
Erkent u dat niet alleen op het gebied van arbeidsomstandigheden, maar ook op het
gebied van de rechtsstaat nog veel moet gebeuren in Qatar?
Antwoord 6, 7, 8
Nederland zet zich in voor het naleven van mensenrechten in Qatar. Het belang van
de rechtstaat en een eerlijke rechtsgang maken hier onderdeel van uit.
De Nederlandse ambassade in Doha kan in de zaak-Ibhais geen consulaire bijstand verlenen
omdat het hierbij niet gaat om een Nederlandse burger. Rechtszaken zoals deze volgt
en bespreekt de ambassade met relevante stakeholders.
Nederland zet zich daarnaast actief in om verbetering in de situatie van de arbeidsomstandigheden
in Qatar in de praktijk te bewerkstelligen. Zo wordt kennis en ervaring met de autoriteiten
gedeeld, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsinspectie en medezeggenschapsraden.
Qatar heeft over de afgelopen jaren een aantal belangrijke arbeidshervormingen doorgevoerd,
maar implementatie van hervormingen blijft een punt van zorg. Nederland zal zich hiervoor
blijven inzetten en Qatar blijven oproepen de afspraken met de ILO na te komen.
Vraag 9
Op welke manier heeft u (het gebrek aan) mensenrechten aan de orde gesteld tijdens
uw recente gesprek met de Minister van Buitenlandse Zaken van Qatar (zie uw tweet
van 13 december 2021)? Welke toezeggingen heeft u afgedwongen?
Antwoord 9
In het gesprek met de Qatarese Minister van Buitenlandse Zaken tijdens de laatste
RBZ (13 december 2021) heeft Minister Knapen het belang van volledige implementatie
van de arbeidshervormingen in Qatar en verdere samenwerking met de ILO benadrukt.
Ook benoemde de Minister het belang van vrijheid van meningsuiting. De Qatarese Minister
gaf aan dat Qatar reeds de nodige stappen heeft gezet en zich blijvend zal inzetten
voor verbetering van de situatie van arbeidsmigranten en de mensenrechtensituatie
in het algemeen in Qatar.
Vraag 10
Bent u het eens dat het gezien al deze misstanden zeer onwenselijk is om met een officiële
afvaardiging naar het WK te gaan – conform de motie van de SP-fractie?
Antwoord 10
Zoals gesteld door de Minister van Buitenlandse Zaken (Ben Knapen) tijdens de behandeling
in uw Kamer van de begroting Buitenlandse Zaken op 17 en 18 november 2021, zal het
kabinet later in 2022 terugkomen op deze motie, aangezien het WK pas in november 2022
van start zal gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.