Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over een oproep van maatschappelijke organisaties om straffeloosheid in Jemen te bestrijden
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een oproep van maatschappelijke organisaties om straffeloosheid in Jemen te bestrijden (ingezonden 6 december 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 januari 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de oproep van allerlei maatschappelijke organisaties, waaronder
Human Rights Watch, Amnesty International en PAX, om straffeloosheid in Jemen te bestrijden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid gehoor te geven aan de oproep van deze organisaties om via de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties (VN) te proberen te komen tot nieuw onderzoek
naar oorlogsmisdaden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Antwoord 2
Nederland heeft het tegengaan van straffeloosheid in Jemen voor ernstige mensenrechtenschendingen,
door welke partij dan ook, onverminderd hoog op de agenda staan en blijft zich hiervoor
inspannen door een actieve diplomatieke inzet binnen de VN en de EU en in bilaterale
contacten. Samen met andere gelijkgezinde landen wordt bezien op welke wijzeaccountability voor mensenrechtenschendingen in Jemen kan worden bewerkstelligd. Het kabinet acht
het niet opportuun om vooruit te lopen op de uitkomst van deze gesprekken.
Ook steunt Nederland verschillende (lokale) initiatieven die accountability bevorderen en gerechtigheid voor slachtoffers dichterbij brengen. Vanuit het Mensenrechtenfonds
zijn aanvullende middelen beschikbaar om deze steun te intensiveren, die eveneens
door de Nederlandse ambassade in Sana’a kunnen worden ingezet.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat Saudi-Arabië, dat zelf verantwoordelijk is voor allerlei misdaden
in Jemen, erin is geslaagd eerder door Nederland geïnitieerd onderzoek naar oorlogsmisdaden
van de Mensenrechtenraad van de VN de nek om te draaien? Is Saudi-Arabië hierop aangesproken?
Antwoord 3
De Mensenrechtenraad heeft als taak het bevorderen en beschermen van mensenrechten
wereldwijd. Ik betreur daarom ten zeerste dat juist dit VN- orgaan het onderzoek naar
schendingen van internationaal recht in Jemen door de Group of Eminent Experts (GEE)
heeft beëindigd. Wij blijven bij alle betrokken partijen, waaronder de door Saoedi-Arabië
geleide coalitie, aandringen op het belang van een politieke oplossing in Jemen, het
beëindigen van uithongering als methode van oorlogvoering en de cruciale strijd tegen
straffeloosheid voor het schenden van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Deze
boodschap is ook tijdens hoog-ambtelijke gesprekken met Saoedi-Arabië overgebracht,
meest recentelijk in november jl.
Vraag 4 en 5
Ziet u ook nog andere mogelijkheden om daders van ernstige misdaden in Jemen te bestraffen,
bijvoorbeeld via de Veiligheidsraad van de VN, waar een resolutie over honger en conflict
is aangenomen, of via de EU, die een eigen mensenrechtensanctieregime hanteert?2 Zo nee, waarom niet?
Herinnert u zich de in afgelopen juli aangenomen motie die verzoekt de mogelijkheden
te onderzoeken om in EU-verband te komen tot maatregelen tegen de verantwoordelijken
voor de inzet van honger in Jemen?3 Bent u bereid deze kwestie aan te kaarten in de EU?
Antwoord 4 en 5
Jemen heeft momenteel te maken met een grote humanitaire crisis. Ik deel uw zorgen
over het opzettelijk gebruikmaken van uithongering van burgers als methode van oorlogvoering
in Jemen. Nederland kaart dit geregeld in verschillende internationale fora aan. Mijn
voorganger Minister Kaag heeft tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) op 12 juli
2021, direct na het indienen van de motie Van Dijk, aandacht gevraagd voor de inzet
van uithongering als wapen in het conflict in Jemen. In de afgelopen maanden vroeg
ik hier eveneens aandacht voor in de RBZ en tijdens de Algemene Vergadering van de
VN.
Op grond van het EU-mensenrechtensanctieregime kunnen beperkende maatregelen («sancties»)
worden opgelegd. Sancties zijn niet punitief van karakter. Dit instrument is gericht
op het bewerkstelligen van gedragsverandering en het tegengaan van mensenrechtenschendingen.
Daarmee zijn de sancties in de kern tijdelijk van aard en kunnen preventief werken
en kunnen als zodanig in dat licht niet gezien worden als alternatief voor het bestrijden
van straffeloosheid en het bevorderen van accountability. Het ter verantwoording roepen voor en vervolgen van schendingen van internationaal
recht door welke partij dan ook, blijft in deze een prioriteit van Nederland. Samen
met andere landen wordt bezien op welke wijze accountability voor mensenrechtenschendingen in Jemen kan worden bewerkstelligd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.