Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden De Hoop en Nijboer over het traject Delfzijl – Groningen n.a.v. het bericht ‘Boosheid over 'puinhoop' op spoor tussen Delfzijl en Groningen’ van de NOS
Vragen van de leden Nijboer en De Hoop (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de puinhoop op het spoor tussen Delfzijl en Groningen (ingezonden 10 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
3 januari 2022).
Vraag 1
Kent u de berichten over de puinhoop op het spoor tussen Delfzijl en Groningen?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van de berichten in de media.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat reizigers op stations staan te blauwbekken en treinen doorrijden?
Waarom komt dit de laatste tijd zo vaak voor op dit traject?
Antwoord 2 en 3
Het is belangrijk dat vervoerders en OV-autoriteiten zich inspannen om reizigers zo
goed mogelijk te helpen. De verantwoordelijkheid voor het regionale OV-aanbod ligt
primair bij de regionale OV-autoriteiten en de vervoerders. Volgens de verantwoordelijke
OV-autoriteit, de provincie Groningen, gaat het hier om vervelende incidenten, maar
geen structureel probleem. In het antwoord op vraag 5, 6 en 7 ga ik daar nader op
in.
Vraag 4
Vindt u dat goed openbaar vervoer een cruciale voorziening is in heel Nederland, dus
ook in de regio?
Antwoord 4
Ja, iedereen in Nederland moet snel, gemakkelijk, betrouwbaar en betaalbaar met het
openbaar vervoer kunnen reizen.
Vraag 5, 6 en 7
Snapt u dat het, zeker gezien het toenemende aantal coronabesmettingen, uiterst ongewenst
is reizigers als haringen in een ton te vervoeren?
Waarom worden er niet juist langere in plaats van kortere treinstellen ingezet? Dan
kan toch meer afstand worden gehouden en neemt het besmettingsgevaar toch af?
Bent u bereid Arriva per ommegaande aan te spreken en ervoor te zorgen dat er vanaf
volgende week weer gewone treinen rijden?
Antwoord 5, 6 en 7
Het is belangrijk dat iedereen zich veilig voelt in het openbaar vervoer. Dankzij
de beschikbaarheidsvergoeding (BVOV) is het voor vervoerders mogelijk om ook tijdens
de pandemie het OV-aanbod op peil te houden. Met alle partijen in de OV-sector is
afgesproken dat er beperkte optimalisaties van de dienstregeling mogen plaatsvinden,
met als randvoorwaarde dat de basisprincipes van beschikbaarheid en veiligheid van
het OV niet in het geding komen. Er is een stevige afname van het aantal reizigers
te zien als gevolg van de coronamaatregelen, zoals het thuiswerkadvies en de winkelsluitingen.
Dat neemt niet weg dat de beschikbaarheid van het materieel zorgvuldig afgewogen moet
worden tegen de reizigersaantallen, waarbij het risico op te volle treinen voorkomen
dient te worden, zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 16 december
jl.2 De afwegingen die daarbij worden gemaakt behoren tot de verantwoordelijkheid van
de concessieverlener (in dit geval de provincie Groningen) in afstemming met de vervoerder.
Aanpassingen in het aanbod stemmen zij vervolgens af met de gemeenten in het concessiegebied,
waarbij de (regionale) reizigersorganisaties adviesrecht hebben. Deze manier van werken
past bij de decentralisatie van het stads- en streekvervoer.
De provincie Groningen heeft mij laten weten dat, om drukte te voorkomen, Arriva de
reizigersaantallen continu analyseert om de juiste inzet van materiaal te bepalen.
De provincie geeft daarbij aan de recente incidenten te betreuren. De vervoerder heeft
de provincie geïnformeerd dat er beide keren sprake was van overmacht. Door een defect
treinstel was de trein korter dan gepland en hierdoor is drukte in de trein ontstaan.
Dit is uiteraard zeer vervelend voor de reizigers, maar het alternatief was dat de
gehele rit zou uitvallen. Incidenten als deze zullen nooit volledig voorkomen kunnen
worden. De provincie Groningen heeft laten weten achter de keuze van de vervoerder
te staan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.