Schriftelijke vragen : Het gebruik van algoritmes door decentrale overheden
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het gebruik van algoritmes door decentrale overheden (ingezonden 22 december 2021).
Vraag 1
Kunt u aangeven aan welke regels en voorwaarden algoritmes moeten voldoen als deze
gebruikt worden door decentrale overheden en andere overheidsinstanties?1
Vraag 2
Voldoet volgens u het gebruikte algoritme in de gemeente Rotterdam aan deze voorwaarden?
Zo ja, waarom?
Vraag 3
Bent u bereid onderzoek te doen naar de vraag in welke gemeenten en provincies soortgelijke
algoritmes worden gebruikt, en met welk doel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Welke bedrijven of instanties ontwikkelen dergelijke algoritmes voor overheidsinstanties
en worden deze ontwikkelaars actief aanbevolen door bijvoorbeeld de VNG, de landelijke
overheid of door andere belanghebbenden? Zo ja, welke ontwikkelaars zijn dit?
Vraag 5
Op welke manieren wordt er door gemeenten of andere overheden getoetst of het gebruik
van een dergelijk algoritme de meest proportionele maatregel is ten aanzien van andere
maatregelen? Is een dergelijke toetsing verplicht? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Vindt u het begrijpelijk dat mensen met een uitkering zich automatisch verdacht voelen
als ze lezen dat gemeenten gesprekken met bijstandsgerechtigden standaard filmen,
verregaande algoritmes ingezet worden om uitkeringsfraude op te sporen, en drones
en camera’s worden gebruikt om mensen thuis te controleren op bijstandsfraude? Zo
nee, waarom niet?2
3
Vraag 7
In de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen zegt u: «De camera had geen invloed
op het gesprek of de strekking van het gesprek en het al dan niet verstrekken van
de uitkering.», kunt u bevestigen dat mensen die weigerden deel te nemen aan een gesprek
omdat zij gefilmd werden, om die reden een uitkering is ontzegd of is verminderd?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
In diezelfde beantwoording stelt u dat er geen onderscheid gemaakt werd naar de aard
van het gesprek of de doelgroep waarbij camera’s werden ingezet, terwijl de gemeente
in antwoord op vragen aangeeft dat dit bij gesprekken gebeurde «waarbij een verhoogd
risico bestaat op fysiek of verbaal geweld». Wat waren daar de selectiecriteria voor,
los van eerdere geweldsincidenten die hebben plaatsgevonden met een individu? Vindt
u deze selectiecriteria passend?4
Vraag 9
Is er een verplichting voor gemeenten en andere (decentrale) overheden om mensen op
de hoogte te stellen dat zij onderwerp zijn van een fraudeonderzoek op basis van een
resultaat van een algoritme? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
In hoeverre zijn mensen vrij om te weigeren dat zij zonder individuele aanleiding
worden gefilmd, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de aanvraag van een uitkering
of andere voorziening?
Vraag 11
Wanneer vindt u het gerechtvaardigd dat gemeenten of andere decentrale overheden algoritmes
gebruiken gebaseerd op kenmerken als woonplaats, leeftijd, geslacht, levensovertuiging,
burgerlijke staat of etnische achtergrond?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.