Schriftelijke vragen : Het bericht dat raadsleden gemeenschappelijke regelingen een bedreiging vinden voor de lokale democratie
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat raadsleden gemeenschappelijke regelingen een bedreiging vinden voor de lokale democratie (ingezonden 17 december 2021).
Vraag 1
Vindt u de zorgen van 60% van de gemeenteraadsleden, die vindt dat gemeenschappelijke
regelingen een bedreiging zijn voor de lokale democratie, terecht? Zo nee, waarom
niet?1
Vraag 2
Vindt u het zorgelijk dat raadsleden het aantal gemeenschappelijke regelingen van
hun eigen gemeente significant te laag inschatten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de uitkomst dat de helft van de raadsleden die een herindeling wenselijk
acht, dat vindt omdat er te weinig ambtelijke capaciteit binnen hun gemeente is om
alle taken uit te voeren?
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat als gemeenten zich genoodzaakt voelen om te herindelen
vanwege nieuwe taken of te weinig middelen om nieuwe taken uit te kunnen voeren, er
niet zelfstandig besloten is tot herindelen? Bent u het tevens eens met de stelling
dat in een dergelijk geval het besluit tot herindeling niet van onderop komt, maar
afgedwongen is door de omstandigheden die veelal juist door hogerop worden bepaald?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u het in dat licht eens met de stelling dat inwoners zelf zeggenschap zouden
moeten hebben over welke taken hun gemeente wel of niet zelf uitvoert? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, vindt u dat uitgangspunt nu voldoende geborgd?
Vraag 6
Kunt u een uitgebreide analyse maken over de explosieve toename van het aantal samenwerkingsverbanden
over de afgelopen jaren en de samenhang met onder andere:
– De afname van het aantal gemeenten;
– De overheveling van taken vanuit de rijksoverheid, met name de decentralisaties in
2015;
– De veranderde visie op het takenpakket en de rol van gemeenten;
– De invloed van het «new public management»-denken;
– De specifieke beleidskeuzes die hieraan ten grondslag hebben gelegen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat het democratiseren van gemeenschappelijke regelingen,
voor zover dat überhaupt mogelijk is, de regio als zelfstandige bestuurslaag legitimeert?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt u dit een wenselijke ontwikkeling?
Vraag 8
Kunt u een globaal beeld schetsen van hoe (de organisatie van) het decentrale bestuur
er volgens u over 10 à 20 jaar uitziet? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.