Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het vuurwerkverbod jaarwisseling 2021-2022
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 676 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
            
Vastgesteld 22 december 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
                  voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister
                  van Justitie en Veiligheid over de brief van 19 november 2021 over het vuurwerkverbod
                  jaarwisseling 2021–2022 (Kamerstuk 28 684, nr. 675).
               
De vragen en opmerkingen zijn op 6 december 2021 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
                  en Waterstaat en de Minister van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van
                  10 december 2021 zijn de vragen beantwoord.
               
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Inhoudsopgave
blz.
                         
                         
                         
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Inleiding
2
Algemeen
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
3
CDA-fractie
4
ChristenUnie-fractie
5
Groep Van Haga
5
BBB-fractie
6
                         
                         
                         
II
Reactie van de bewindspersonen
7
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij het schriftelijk
                  overleg Vuurwerkverbod jaarwisseling 2021–2022 en hebben hierover nog enkele vragen/opmerkingen.
               
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Vuurwerkverbod jaarwisseling
                  2021–2022». Deze leden onderschrijven de noodzaak om extra druk op de zorg te voorkomen
                  en erkennen de bijdrage die dit verbod daaraan kan leveren, gegeven dat er vorig jaar
                  70% minder vuurwerkslachtoffers bij de huisartsenposten en spoedeisende hulp (SEH)
                  van de ziekenhuizen terechtkwamen ten opzichte van de jaarwisseling daarvoor. Deze
                  leden hebben nog enkele vragen over de tegemoetkoming voor ondernemers en de handhaving
                  van het verbod.
               
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het kabinetsbesluit om opnieuw
                  te komen tot een tijdelijk vuurwerkverbod voor eindejaarsvuurwerk tijdens de komende
                  jaarwisseling. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
               
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris over
                  het vuurwerkverbod jaarwisseling 2021–2022 met belangstelling gelezen. Deze leden
                  hebben daarover nog enkele vragen.
               
De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van de onderhavige brief en hebben
                  hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
               
Het lid van de BBB-fractie heeft met verbijstering en teleurstelling kennisgenomen
                  van het voorgenomen vuurwerkverbod jaarwisseling 2021–2022.
               
Algemeen
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief van de Staatssecretaris dat er zorg
                  gedragen zal worden voor een passende compensatie waarbij rekening wordt gehouden
                  met het specifieke karakter van de branche. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
                  eens is dat, voor een snelle afhandeling, het van belang is om voort te bouwen op
                  de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 (TSVC-19), die is opgesteld
                  naar aanleiding van het vuurwerkverbod voor de jaarwisseling 2020–2021. In aanvulling
                  hierop zijn deze leden van mening dat een eenmalig vuurwerkverbod andere gevolgen
                  heeft dan dat een ondernemer twee jaar op rij geen vuurwerk kan verkopen. De TSVC-19
                  kan daardoor niet één op één worden overgenomen. Is de Staatssecretaris het met deze
                  leden eens dat er goed moet worden gekeken welke financiële opwaardering voor de compensatieregeling
                  nodig is?
               
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris of de compensatieregeling deze
                  keer ook weer tweeledig is, namelijk een onderdeel voor de detailhandelaren en een
                  onderdeel voor opslag en transport. Heeft de Staatssecretaris signalen, bijvoorbeeld
                  van importeurs, ontvangen dat een vergoeding voor slechts opslag en vervoer tekort
                  schoot? Zo ja, is de Staatssecretaris voornemens om overige kosten zoals bedrijfsvoering
                  en huisvesting dit jaar wel te vergoeden?
               
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat de TSVC-19 voor detailhandelaren bestond
                  uit een eenmalig forfaitair bedrag van 3.500 euro plus 6% van de omzet over 2019.
                  Deze leden zien graag dat dit jaar een hoger percentage van de omzet wordt vergoed
                  dan vorig jaar. Naast de vaste kosten, zoals huisvestiging en verzekeringen, kent
                  de branche ook vuurwerkwinkel-gerelateerde kosten en kosten die zijn gemaakt gedurende
                  het lopende verkoopjaar. Daarnaast heeft de TSVC-19 lang niet alle kosten gedekt van
                  vorig jaar, terwijl de investeringen en kosten ook dit jaar doorlopen. Is de Staatssecretaris
                  het met deze leden eens dat dit niet genoeg is om alle andere vuurwerk-gerelateerde
                  kosten te compenseren, laat staan om van te leven?
               
De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat vorig jaar de vuurwerk-specifieke
                  compensatie (exclusief loonsteun) voor veel ondernemers tussen de 8% en 15% bedroeg
                  over de omzet van 2019, terwijl de vuurwerk-specifieke kosten van ondernemers, ook
                  door het vuurwerkverbod voor het tweede jaar op rij, tussen de 30% en de 40% blijken
                  te liggen. Is de Staatssecretaris bereid om de parameter van de omzet flink te verhogen
                  om een meer reële compensatie te verzorgen?
               
De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat er vorig jaar een vaste vergoeding
                  is uitgekeerd per inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KVK). Het gevolg hiervan
                  is dat de vergoeding geen recht deed aan ondernemers die meerdere verkooppunten hebben
                  onder één inschrijving. Afhankelijk van de capaciteit per verkooppunt zijn er andere
                  vaste kosten of veiligheidsmaatregelen nodig. Deze leden vragen of er bij de compensatieregeling
                  van dit jaar kan worden gekeken naar een vergoeding per verkooppunt, zodat ook de
                  ondernemers met meerdere verkooppunten die op dezelfde KVK-inschrijving staan een
                  evenredige vergoeding krijgen.
               
De leden van de VVD-fractie begrijpen uit de gegevens van het Rijksinstituut voor
                  Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat tijdens de jaarwisseling 2020–2021 voor 30 miljoen
                  euro aan vuurwerk is afgestoken. Deze leden vragen hoe de Staatssecretaris gaat voorkomen
                  dat consumenten alsnog vuurwerk in andere landen gaan halen.
               
D66-fractie
Tegemoetkoming voor de branche
De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van de tegemoetkoming van de
                     vuurwerkbranche, nu deze voor het tweede jaar op rij kort voor de jaarwisseling wordt
                     geconfronteerd met een vuurwerkverbod. Deze leden erkennen dat het voor ondernemers
                     een grote klap is wanneer zo kort van te voren een verbod wordt aangekondigd.
                  
In hoeverre ziet de Staatssecretaris hier mogelijkheden om – voor zover een soortgelijke
                     situatie zich in de toekomst wéér zou kunnen voordoen – langer van tevoren maatregelen
                     te treffen?
                  
De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris en de Minister schrijven
                  dat ondernemers aanspraak kunnen maken op de algemene steunmaatregelen in het kader
                  van COVID-19 en dat er daarnaast een aparte regeling komt. Wanneer komt deze tegemoetkoming
                  specifiek voor de vuurwerkbranche? Hoe worden de ervaringen van ondernemers met de
                  regelingen van het afgelopen jaar (de TSVC-19 detailhandel en de TSVC-19 opslag en
                  vervoer) daarin meegenomen?
               
Handhaving
De leden van de D66-fractie zijn zich ervan bewust dat de politie reeds bij de vorige
                  jaarwisseling aangaf dat een geheelverbod beter te handhaven is dan een gedeeltelijk
                  verbod, omdat geen onderscheid meer gemaakt hoeft te worden tussen siervuurwerk enerzijds
                  en pijlen en knalvuurwerk anderzijds. Tegelijkertijd kan op basis van de recente onrust
                  naar aanleiding van de coronamaatregelen verwacht worden dat ook bij de jaarwisseling
                  relschoppers het werk van handhavers en andere hulpverleners zwaar zullen maken. Welke
                  preventieve maatregelen, zoals het inzetten van jongerenwerkers en het betrekken van
                  ouders, worden getroffen om onrust zoveel mogelijk te voorkomen? Hoe worden gemeenten
                  daarin ondersteund? Welke maatregelen worden genomen om hulpverleners zoveel mogelijk
                  te beschermen wanneer zij toch in gevaar komen?
               
De leden van de D66-fractie constateren dat gemeenten al de mogelijkheid hadden om
                  een lokaal verbod in te stellen. Toch realiseren deze leden zich ook dat dit tot een
                  waterbedeffect kan leiden. In hoeverre hebben de Minister en Staatssecretaris al voor
                  het instellen van dit tijdelijke verbod signalen ontvangen? Heeft dit nog meegespeeld
                  in de besluitvorming rondom het landelijke verbod?
               
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie onderschrijven, gezien het hoge aantal COVID-19-besmettingen
                  en de constante druk op de zorg, de noodzaak van een vuurwerkverbod. Tegelijkertijd
                  hadden deze leden graag gezien dat er eerder een besluit was genomen. Tot half november
                  2021 leek het erop dat er geen vuurwerkverbod zou komen, waardoor vuurwerkleveranciers
                  al waren begonnen met het bevoorraden van hun winkels. Deze leden vragen de Staatssecretaris
                  hoe hij op dit besluitvormingsproces reflecteert.
               
De leden van de CDA-fractie willen dat het kabinet zorgdraagt voor een passende compensatie
                  voor de vuurwerkbranche. In hoeverre klopt het bericht dat veel vuurwerkhandelaren
                  nog niet hun compensatie van vorig jaar hebben ontvangen? Indien dit het geval is,
                  kan het kabinet vaart maken met de tegemoetkoming van vorig jaar en ervoor zorgen
                  dat de vuurwerkbranche ditmaal sneller wordt gecompenseerd voor de omzetdaling? Welke
                  lessen zijn er getrokken uit de compensatieregeling van vorig jaar voor deze specifieke
                  branche, vragen deze leden.
               
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat de afgelopen tijd onrust in
                  de samenleving vaker en heftiger tot uiting wordt gebracht, meestal naar aanleiding
                  van (aangekondigde) maatregelen die het gevolg zijn van de coronapandemie. In hoeverre
                  wordt rekening gehouden met onrust ten tijde van de jaarwisseling, onder meer als
                  gevolg van het vuurwerkverbod?
               
De leden van de CDA-fractie merken op dat bij veel vuurwerkliefhebbers en vuurwerkhandelaren
                  de angst leeft dat corona als excuus wordt gebruikt om tot een permanent vuurwerkverbod
                  te komen. Deze leden zijn daarom van mening dat de tijdelijkheid van de landelijke
                  maatregel moet worden benadrukt door het kabinet.
               
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie begrijpen het besluit om een vuurwerkverbod in
                  te stellen voor de jaarwisseling van 2021–2022. Deze leden hopen dat een vuurwerkverbod
                  ook dit jaar zal resulteren in 70% minder vuurwerkslachtoffers, en daarmee verminderde
                  druk op de overbelaste zorg. Deze leden vragen zich wel af waarom het vuurwerkverbod
                  pas 19 november jl. is afgekondigd en niet eerder. En in hoeverre waren vuurwerkverkopers
                  en leveranciers op de hoogte van een mogelijk aankomend verbod?
               
De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat de Minister en Staatssecretaris aangeven
                  dat het vuurwerkverbod van 2020–2021 heeft geresulteerd in 70% minder vuurwerkslachtoffers.
                  Kan worden uiteengezet hoeveel zorgkosten hiermee zijn bespaard? En kan de Staatssecretaris
                  een naar jaar gespecificeerd overzicht verschaffen van publieke en private kosten
                  van vuurwerkschade? Ziet de Staatssecretaris daarin ook verschillen tussen de jaarwisseling
                  van 2020–2021 en voorgaande jaren?
               
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn benieuwd of de ervaringen met twee jaarwisselingen
                  zonder vuurwerk zullen resulteren in een andere omgang met vuurwerk op de langere
                  termijn. Kan de Staatssecretaris reflecteren op de laatste jaarwisseling en aangeven
                  welke aanpassingen voor het gebruik van (consumenten-)vuurwerk bij kunnen dragen aan
                  het verminderen vuurwerkslachtoffers en andere maatschappelijke kosten?
               
Groep Van Haga
De leden van de Groep Van Haga lezen dat het vuurwerkverbod voor de jaarwisseling
                  2021–2022 wordt ingevoerd, omdat de druk in de ziekenhuizen vanwege COVID-19 te groot
                  is en omdat nu nog niet valt te zeggen hoe deze druk tijdens de jaarwisseling zal
                  zijn. Deze leden hebben echter ook kennisgenomen van verschillende uitspraken van
                  zorgprofessionals waarin het vuurwerkverbod vooral symboolpolitiek wordt genoemd.
                  Het effect van een vuurwerkverbod als het gaat om de druk op de zorg zou minimaal
                  zijn. Daarnaast zijn de grootste COVID-gerelateerde problemen in de ziekenhuizen op
                  de intensive care (ic) te vinden. Het komt echter bijna niet voor dat een persoon
                  met vuurwerkletsel op de ic terecht komt, aldus verschillende zorgprofessionals. Deze
                  leden willen dan ook een reactie op deze uitspraken. Is de Staatssecretaris het eens
                  met deze uitspraken? Zo ja, vindt de Staatssecretaris een vuurwerkverbod dan nog steeds
                  een goede keuze? Zo nee, kan de druk op de zorg niet worden verminderd met het nemen
                  van voldoende voorzorgsmaatregelen die het afsteken van vuurwerk veilig maken?
               
De leden van de Groep Van Haga lezen dat er net als de vorige jaarwisseling een tegemoetkoming
                  gaat komen voor de vuurwerkbranche. Hiervoor wordt een passende compensatie toegezegd.
                  Deze leden maken zich enigszins zorgen over de compensatie. Zij zijn van mening dat
                  een compensatie 100% van de gemaakte kosten moet dekken. Toch ontvangen deze leden
                  veel signalen uit de vuurwerkbranche dat de compensatieregeling van vorig jaar niet
                  voldoende was om de gemaakte kosten te kunnen dekken. Met een vast bedrag van 3.500
                  euro, de 6% vergoeding van de omzet en de subsidie voor het vervoer en opslag van
                  vuurwerk, komen veel ondernemers niet uit de kosten die zij hebben gemaakt. Is de
                  Staatssecretaris van mening dat ondernemers minimaal voor 100% dienen te worden gecompenseerd
                  voor de gemaakte kosten? Zo ja, wil de Staatssecretaris dit dan ook voor de compensatieregeling
                  van dit jaar realiseren?
               
De leden van de Groep Van Haga constateren dat ondernemers nu voor een tweede jaar
                  geen omzet kunnen draaien. Deze leden vrezen voor het voortbestaan van ondernemingen
                  die deze omzetderving niet voor een tweede jaar kunnen dragen. Is de Staatssecretaris
                  bereid om deze ondernemingen met eventuele verdere regelingen te ondersteunen?
               
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie wenst te betwijfelen of de oproep voor een vuurwerkverbod
                  is gedaan vanuit het oogpunt van de toenemende druk op de zorg of dat de COVID-19-crisis
                  slechts aangegrepen wordt om de wens van een permanent vuurwerkverbod tot uitvoering
                  te brengen. In de beslisnota wordt nadrukkelijk verwezen naar de wens van een tweetal
                  partijen.
               
Het lid van de BBB-fractie wijst erop dat in de discussie over de druk op de zorg
                  continu wordt verwezen naar het aantal bezette bedden en de ic-capaciteit. Legaal
                  vuurwerk, afgestoken in het zeer beperkte tijdsvenster waarin dit toegestaan is, heeft
                  hier volgens de statistieken geen enkele invloed op. Daarom vindt dit lid het voorgenomen
                  vuurwerkverbod dan ook volstrekt niet proportioneel. Dat we al twintig maanden het
                  uiterste vragen van het zorgpersoneel onderschrijft dit lid volledig, maar het door
                  het kabinet weigeren in te gaan op verzoeken van de Kamer om te komen tot een betere
                  beloning in de zorg, meer handen aan het bed en het uitbreiden van de ziekenhuiscapaciteit
                  mag nu niet afgewenteld worden op de vuurwerksector of op de burgers die verantwoord
                  binnen de regels siervuurwerk afsteken,
               
Het lid van de BBB-fractie wijst de Staatssecretaris en de Minister erop dat het aantal
                  mensen dat door vuurwerk op de SEH kwam slechts 385 was op een totaal van gemiddeld
                  5.000 mensen die per dag een SEH bezoeken. Zelfs met een vuurwerkverbod kwamen er
                  108 slachtoffers op de SEH. Zelfs Ernst Kuipers, voorzitter van het Landelijk Netwerk
                  Acute Zorg, gaf in een briefing voor Kamerleden aan dat de vuurwerkslachtoffers geen
                  grote belasting vormen voor de zorg. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom een vuurwerkverbod
                  dan nog proportioneel te noemen is?
               
Het lid van de BBB-fractie meent dat voor de individuele ondernemers en verkopers
                  een vuurwerkverbod geen omzetdaling betekent maar een omzetverbod. De omzet gaat naar
                  0 euro, terwijl de kosten van opslag en voorraad voor de volle 100% doorlopen. Het
                  verwijzen naar steunmaatregelen in het in kader van COVD-19 zijn dan ook geen oplossing.
                  Kan de Staatssecretaris aangeven of hij, net als dit lid, vindt dat de definitie van
                  een passende compensatie voor de branche ook bij hem gelijkstaat aan 100% compensatie
                  van alle kosten en niet alleen van omzetverlies?
               
Het lid van de BBB-fractie vindt dat met het verzenden van de brief en de inhoud hiervan
                  niet is voldaan aan de wettelijke eis dat voldoende wordt gemotiveerd dat het voorgenomen
                  verbod proportioneel is en dat vanuit het subsidiariteitsbeginsel niet duidelijk is
                  welke andere maatregelen zijn te nemen om de druk op de zorg te verminderen anders
                  dan door een vuurwerkverbod.
               
II Reactie van de bewindspersonen
               
Voor het tweede jaar op rij is door het Kabinet een vuurwerkverbod afgekondigd in
                  verband met de gevolgen van corona. Ik realiseer mij dat dit een forse tegenslag is
                  voor de sector. Daarom heeft het kabinet toegezegd ook dit jaar te zorgen voor een
                  tegemoetkoming voor de ondernemers die hierdoor dit jaar geen vuurwerk kunnen verkopen.
                  Hierbij zal ik voortbouwen op de regelingen die vorig jaar zijn opgesteld.
               
Op twee onderdelen zal deze financiële tegemoetkoming ruimer zijn ten opzichte van
                  vorig jaar. Ten eerste is de TVL1 in het vierde kwartaal van het jaar 2021 hoger dan de regeling die vorig jaar bestond.
                  Hierdoor kunnen deze ondernemers vanuit de TVL rekenen op een navenant hogere vergoeding.
                  Ik wil voor de specifieke vuurwerkregeling vast houden aan de vergoeding van 6% over
                  de omzet van 2019. Hierdoor zal de optelsom van de TVL en de omzet gerelateerde vuurwerkregeling
                  dit jaar hoger uitpakken dan vorig jaar. Ten tweede heb ik, indachtig dat het feit
                  dat er voor het tweede jaar op rij sprake is van een verbod waar de sector zich niet
                  redelijkerwijs op heeft kunnen voorbereiden, besloten om de regeling voor de detailhandelaren
                  die vuurwerk verkopen te verruimen door het forfaitaire bedrag met circa een derde
                  te verhogen van 3.500 euro naar 4.500 euro per KvK-inschrijving. Hiermee is zowel
                  de regeling voor detailhandel als de generieke coronasteunmaatregelen, ruimhartiger
                  dan vorig jaar.
               
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris eens is dat, voor een snelle
                  afhandeling, het van belang is om voort te bouwen op de Tijdelijke subsidieregeling
                  vuurwerkverbod COVID-19 (TSVC-19), die is opgesteld naar aanleiding van het vuurwerkverbod
                  voor de jaarwisseling 2020–2021. Daarnaast vragen zij of de Staatssecretaris het met
                  deze leden eens is dat een eenmalig vuurwerkverbod andere gevolgen heeft dan dat een
                  ondernemer twee jaar op rij geen vuurwerk kan verkopen, dat de TSVC-19 daardoor niet
                  één op één kan worden overgenomen en dat er goed moet worden gekeken welke financiële
                  opwaardering voor de compensatieregeling nodig is. De leden van de VVD-fractie vragen
                  de Staatssecretaris of de compensatieregeling deze keer ook weer tweeledig is, namelijk
                  een onderdeel voor de detailhandelaren en een onderdeel voor opslag en transport.
                  Zij vragen of de Staatssecretaris signalen heeft ontvangen, bijvoorbeeld van importeurs,
                  ontvangen dat een vergoeding voor slechts opslag en vervoer tekort schoot en zo ja,
                  of de Staatssecretaris voornemens is om overige kosten zoals bedrijfsvoering en huisvesting
                  dit jaar wel te vergoeden. De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris
                  het met deze leden eens is dat de TSVC-19 niet genoeg is om alle andere vuurwerk-gerelateerde
                  kosten te compenseren, laat staan om van te leven. Zij vragen daarnaast of de Staatssecretaris
                  bereid is om de parameter van de omzet flink te verhogen om een meer reële compensatie
                  te verzorgen. Deze leden vragen of er bij de compensatieregeling van dit jaar kan
                  worden gekeken naar een vergoeding per verkooppunt, zodat ook de ondernemers met meerdere
                  verkooppunten die op dezelfde KVK-inschrijving staan een evenredige vergoeding krijgen.
                  Zij vragen verder hoe de Staatssecretaris gaat voorkomen dat consumenten alsnog vuurwerk
                  in andere landen gaan halen.
               
Antwoorden VVD-fractie
Met de vuurwerkbranche ben ik op dit moment in gesprek over de opzet van de regelingen
                  specifiek voor de vuurwerksector. Ik ben me daarbij bewust dat het verbod voor een
                  tweede keer op rij een zware slag voor deze ondernemers kan betekenen.
               
Inderdaad is het voor een snelle afhandeling van belang dat compensatieregelingen
                  voor de vuurwerksector in verband met het vuurwerkverbod2 voor de jaarwisseling 2021–2022 zoveel mogelijk aansluiten bij de subsidieregelingen
                  die in verband met het vuurwerkverbod voor de vorige jaarwisseling zijn vastgesteld.3 Dit bevordert het tempo waarmee de regelingen kunnen worden opgesteld en uitgevoerd
                  zodat de door het vuurwerkverbod getroffen ondernemers zo snel mogelijk een tegemoetkoming
                  kunnen ontvangen. Net als vorig jaar wordt dus toegewerkt naar een subsidieregeling
                  voor de specifieke kosten van de detailhandel en een subsidieregeling voor de additionele
                  kosten van opslag en vervoer voor handelaren/importeurs.
               
Met de invulling van de subsidieregeling voor de detailhandel met een forfaitair bedrag
                     van 4.500 euro per KvK-inschrijving en een vergoeding van 6% over de omzet van 2019,
                     kan de de-minimisverordening4 worden toegepast. Door de-minimisverordening toe te passen, hoeft de subsidieregeling
                     niet als steunmaatregel door de Europese Commissie te worden beoordeeld, waarmee in
                     de regel enkele maanden is gemoeid.
                  
Met betrekking tot de vraag of een vergoeding per verkooppunt kan worden verleend,
                     merken wij op dat dit op gespannen voet staat met het uitgangspunt dat coronasteunmaatregelen
                     een vergoeding per onderneming of per groep verbonden ondernemingen kennen. Bij deze
                     subsidieregelingen wenst het kabinet aan dit uitgangspunt vast te houden.
                  
De regeling TSVC-19 detailhandel voor de afgelopen jaarwisseling is opgebouwd uit
                  twee onderdelen. Een vergoeding van 6% over de omzet van 2019 en een forfaitair bedrag
                  per aanvrager van 3.500 euro. Het percentage van de omzet had als doel tegemoet te
                  komen in de specifieke kosten die zijn gemaakt in verband met de voorbereiding van
                  de vuurwerkverkoop en het niet doorgaan daarvan zoals promotiekosten offline en administratiekosten
                  i.v.m. het annuleren van reeds geplaatste orders en het terugbetalen daarvan. Mede
                  op basis van door de vuurwerksector overgelegde gegevens is destijds tot 6% van de
                  omzet gekomen als realistische vergoeding voor deze kosten.
               
Vorig jaar verzocht de Tweede Kamer om specifiek de kleine vuurwerkondernemers extra
                     tegemoet te komen bovenop de vergoeding voor de specifieke vuurwerkkosten. Dit is
                     vormgegeven bij de TSVC-19 detailhandel in een forfaitair bedrag van 3.500 euro per
                     onderneming.
                  
Daarnaast konden detailhandelaren een beroep doen op NOW en TVL, hetgeen onder andere
                     al naargelang het omzetverlies van de onderneming tot uitkeringen van verschillende
                     hoogte leidde. Daarmee kent het geheel aan steunmaatregelen naast een forfaitair bedrag
                     ook componenten die recht doen aan de omvang van het omzetverlies van bedrijven.
                  
De regeling voor opslag en vervoer voor afgelopen jaarwisseling had als doel aan de
                  extra kosten voor opslag en vervoer die gemaakt werden als gevolg van het vuurwerkverbod
                  voor de jaarwisseling 2020–2021 tegemoet te komen. Deze regeling is in het kader van
                  de staatssteuntoets onderbouwd met cijfers aangeleverd door de vuurwerkbranche zelf.
                  Er zijn geen signalen dat de regeling van vorig jaar voor opslag en vervoer te kort
                  schoot in de gemaakte kosten, behalve dat de kosten van eigenvervoer niet werden vergoed.
                  Daarnaast konden ook deze bedrijven aanspraak maken op de generieke steunmaatregelen,
                  zoals de TVL en de NOW. Ook dit jaar zijn de generieke steunmaatregelen zoals de TVL
                  en de NOW beschikbaar. De TVL is verruimd en ook hier kunnen vuurwerkbedrijven een
                  beroep op doen. Ook voor deze regeling geldt dat zoveel mogelijk zal worden aangesloten
                  bij de TSVC-19 opslag en vervoer van vorig jaar om op deze manier zo snel als mogelijk
                  de consultatie te kunnen uitvoeren als de regeling voor notificatie voor te leggen.
                  Mijn streven is nog voor de kerst beide regelingen voor consultatie open te stellen.
                  Ik zal de Kamer daarover informeren.
               
De politie zet zich, net als de afgelopen jaren, intensief in om de handel in illegaal
                     vuurwerk vanuit het buitenland en in Nederland op te sporen. Dit jaar is al veel meer
                     illegaal vuurwerk in beslag genomen dan heel vorig jaar. Vorig jaar was ook al meer
                     illegaal vuurwerk in beslag genomen dan het jaar daarvoor.
                  
Door de maatregelen als gevolg van de Corona pandemie is in Duitsland inmiddels ook
                     besloten tot een afsteek- en verkoopverbod van vuurwerk. De politie voert controles
                     in de grensgebieden uit en anticipeert op de wijziging in de regelgeving in Duitsland.
                  
D66-fractie
Tegemoetkoming voor de branche
De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre de Staatssecretaris mogelijkheden ziet
                  om – voor zover een soortgelijke situatie zich in de toekomst wéér zou kunnen voordoen
                  – langer van tevoren maatregelen te treffen. De leden van de D66-fractie vragen wanneer
                  de tegemoetkoming komt specifiek voor de vuurwerkbranche en vragen hoe de ervaringen
                  van ondernemers met de regelingen van het afgelopen jaar (de TSVC-19 detailhandel
                  en de TSVC-19 opslag en vervoer) daarin worden meegenomen.
               
Handhaving
De leden van de D66-fractie vragen welke preventieve maatregelen, zoals het inzetten
                  van jongerenwerkers en het betrekken van ouders, worden getroffen om onrust zoveel
                  mogelijk te voorkomen. Zij vragen daarnaast hoe gemeenten daarin worden ondersteund
                  en welke maatregelen worden genomen om hulpverleners zoveel mogelijk te beschermen
                  wanneer zij toch in gevaar komen. De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre de
                  Minister en Staatssecretaris al voor het instellen van dit tijdelijke verbod signalen
                  hebben ontvangen en vragen of dit nog heeft meegespeeld in de besluitvorming rondom
                  het landelijke verbod.
               
Antwoorden D66-fractie
Het verbod is kort van tevoren aangekondigd. Dit is gelegen in het feit dat de epidemiologische
                     situatie in de loop van oktober snel verslechterde waardoor het kabinet genoodzaakt
                     was nieuwe maatregelen te nemen. In het licht van die verslechterde cijfers is ook
                     de afweging gemaakt om te komen tot een tijdelijk vuurwerk verbod voor de komende
                     jaarwisseling.
                  
De epidemiologische ontwikkeling is helaas omgeven met een groot aantal onzekerheden
                     waardoor het niet mogelijk is om garanties te geven dat, mocht een soortgelijke situatie
                     zich in de toekomst weer voordoen, dergelijke maatregelen eerder getroffen kunnen
                     worden.
                  
De gesprekken over een nieuwe regeling zijn direct na aankondiging van het verbod
                  gestart en bouwen voort op de subsidieregelingen naar aanleiding van het vuurwerkverbod
                  van de vorige jaarwisseling. De gesprekken worden zorgvuldig gevoerd, maar verlopen
                  tegelijk ook vlot.
               
Mijn streven is nog voor de kerst beide regelingen voor consultatie open te stellen.
                  Ik zal de Kamer daarover informeren. Dit duurt ongeveer twee maanden. Na vaststelling
                  van de definitieve regeling, wordt zo snel mogelijk het loket voor de aanvragen opengesteld.
                  Nadat alle aanvragen voor de subsidieregeling binnen zijn, kan worden gestart met
                  het uitkeren van de voorschotten. Voor de regeling voor de detailhandelaren zal dit
                  proces, tot de voorschotten worden uitgekeerd, zeker vier maanden duren.
               
De regeling voor de opslag en vervoer doorloopt een gelijke vaststellingsroute, waarbij
                  notificatie van de regeling door de Europese Commissie een vereiste is. De ervaring
                  van de vorige regeling leert dat dit meerdere maanden duurt. Uit contact met de Europese
                  Commissie komt naar voren dat zij opnieuw de regeling zullen beoordelen. Dit houdt
                  naar verwachting in, dat nog meer dan vorig jaar een goede onderbouwing noodzakelijk
                  is om een positief besluit te krijgen van de Commissie.
               
Voor de overige beantwoording van vragen over de tegemoetkoming verwijs ik naar de
                     algemene beantwoording en de beantwoording van de vragen van de Leden van de VVD.
                  
Het is aan de gemeenten om te beslissen over maatregelen om – bijvoorbeeld met jongerenwerkers
                     en de inzet van ouders of de organisatie van (digitale) evenementen – jongeren een
                     betekenisvolle jaarwisseling te geven en daarmee onrust zoveel mogelijk te voorkomen.
                  
De politie probeert zo goed mogelijk inzicht te krijgen in mogelijke verstoringen
                     van de openbare orde en zich daarop voor te bereiden. Dit omvat ook de inzet van de
                     politie om het werk van hulpverleners als brandweer en ambulancediensten zo ongestoord
                     mogelijk doorgang te kunnen laten vinden.
                  
Een beperkt aantal gemeenten had al voor het besluit tot het tijdelijk vuurwerkverbod
                     besloten tot een algeheel vuurwerkverbod. Sommige andere gemeenten hanteren vuurwerkvrije
                     zones. Dit gegeven heeft niet meegespeeld in de besluitvorming tot een tijdelijk vuurwerkverbod
                     de komende jaarwisseling.
                  
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de noodzaak van een vuurwerkverbod, maar
                  hadden graag gezien dat er eerder een besluit was genomen en vragen de Staatssecretaris
                  hoe hij op dit besluitvormingsproces reflecteert. De leden van de CDA-fractie vragen
                  in hoeverre het bericht klopt dat veel vuurwerkhandelaren nog niet hun compensatie
                  van vorig jaar hebben ontvangen. Indien dit het geval is, vragen de leden of het kabinet
                  vaart kan maken met de tegemoetkoming van vorig jaar en ervoor kan zorgen dat de vuurwerkbranche
                  ditmaal sneller wordt gecompenseerd voor de omzetdaling. Zij vragen welke lessen er
                  zijn getrokken uit de compensatieregeling van vorig jaar voor deze specifieke branche.
                  De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre rekening wordt gehouden met onrust
                  ten tijde van de jaarwisseling, onder meer als gevolg van het vuurwerkverbod. Deze
                  leden zijn daarom van mening dat de tijdelijkheid van de landelijke maatregel moet
                  worden benadrukt door het kabinet.
               
Antwoorden CDA-fractie
Voor de antwoorden van de vragen van de Leden van het CDA over het besluitvormingsproces
                  rond het vuurwerkverbod verwijs ik naar de antwoorden aan de Leden van D66.
               
Er zijn twee subsidieregelingen opengesteld als specifieke tegemoetkoming van de vuurwerksector
                     naar aanleiding van het vuurwerkverbod tijdens de jaarwisseling 2020–2021. De eerste
                     is de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 detailhandel (TSVC-19 detailhandel).
                     De aanvragen hiervoor konden van 21 mei tot 21 juni jl. ingediend worden. Eind juli
                     zijn de 100% voorschotten uitgekeerd en in november is de regeling definitief afgerond.
                  
De tweede subsidieregeling betreft de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19
                     opslag en vervoer (TSVC-19 opslag en vervoer). De Europese Commissie gaf hierop 21 september
                     2021 akkoord. Aanvragen konden van 1 tot 18 oktober ingediend worden. De subsidie
                     is medio november verleend en de voorschotten (80% van de aanvraag) zijn daarbij uitgekeerd.
                     In de eerste helft van 2022 is definitieve vaststelling voorzien (inclusief de uitkering
                     van het resterende bedrag).
                  
Het is van belang dat ondernemers zo snel mogelijk aanspraak kunnen maken op de tegemoetkoming.
                  De inzet dezerzijds is de regelingen komend jaar eerder te kunnen vaststellen. De
                  ervaring verkregen met de TSVC-19 detailhandel en de TSVC-19 opslag en vervoer zijn
                  de basis bij het huidige overleg met de vuurwerkbranche. Voor de overige antwoorden
                  over de compensatie voor de branche verwijs ik naar de antwoorden aan de leden van
                  D66.
               
Gemeenten en de politie bereiden zich in de aanloop naar iedere jaarwisseling zo goed
                  mogelijk voor door onder andere inzicht te krijgen in mogelijke verstoringen van de
                  openbare orde. Dit gebeurt ongeacht of de aanleiding voor eventuele verstoringen van
                  de openbare orde is gelegen in het tijdelijk vuurwerkverbod, andere corona maatregelen
                  of in omstandigheden die niet aan corona-pandemie zijn gerelateerd.
               
Het besluit van het kabinet om te komen tot een tijdelijk vuurwerkverbod is enkel
                  genomen vanwege de corona-pandemie. Net als het vuurwerkverbod van vorige jaarwisseling
                  gaat het ook dit jaar om een tijdelijk vuurwerkverbod teneinde de zorg te ontlasten.
                  Op 2 januari 2022 zal het verbod komen te vervallen. Met ingang van die datum luidt
                  het Vuurwerkbesluit weer zoals het daarvoor luidde.
               
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af waarom het vuurwerkverbod op 19 november
                  jl. is afgekondigd en niet eerder en vragen in hoeverre vuurwerkverkopers en leveranciers
                  op de hoogte waren van een mogelijk aankomend verbod. De leden vragen – met het oog
                  op het vuurwerkverbod van 2020–2021 dat heeft geresulteerd in 70% minder vuurwerkslachtoffers
                  – of kan worden uiteengezet hoeveel zorgkosten hiermee zijn bespaard. Zij ontvangen
                  graag een naar jaar gespecificeerd overzicht van publieke en private kosten van vuurwerkschade.
                  Er wordt gevraagd of ook verschillen worden gezien tussen de jaarwisseling van 2020–2021
                  en voorgaande jaren. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn benieuwd of de ervaringen
                  met twee jaarwisselingen zonder vuurwerk zullen resulteren in een andere omgang met
                  vuurwerk op de langere termijn en vragen de Staatssecretaris te reflecteren op de
                  laatste jaarwisseling en aan te geven welke aanpassingen voor het gebruik van (consumenten-)vuurwerk
                  bij kunnen dragen aan het verminderen van vuurwerkslachtoffers en andere maatschappelijke
                  kosten.
               
Antwoorden CU-fractie
Voor de antwoorden van de vragen van de Leden van de CU over het besluitvormingsproces
                  rond het vuurwerkverbod verwijs ik naar de antwoorden aan de Leden van D66.
               
In de media werd, met de oplopende besmettingscijfers, al eerder over een mogelijk
                  vuurwerkverbod gesproken. Zodra de politieke discussie over een mogelijk vuurwerkverbod
                  begon te spelen, zijn de vertegenwoordigers van de vuurwerkbranche daarvan telefonisch
                  op de hoogte gesteld. Ook na het kabinetsbesluit op 19 november is de vuurwerkbranche
                  direct hierover geïnformeerd.
               
Om een beeld te schetsen van de zorgkosten die bij afgelopen jaarwisseling zijn bespaard
                     doordat er minder vuurwerkslachtoffers waren verwijs ik naar de onderzoeken van VeiligheidNL5. In de periode 2014–2018 bedroegen de medische zorgkosten van vuurwerkslachtoffers
                     op de Spoedeisende hulp (SEH) gemiddeld 2.400 euro per behandeling. Bij gemiddeld
                     400 behandelingen per jaar bedragen de medische kosten 1,4 miljoen euro per jaar.
                  
Afgelopen jaar, met 108 SEH-behandelingen en gemiddelde medische kosten van 2.700
                     euro, bedroegen de medische kosten 290.000 euro. Dat komt neer op een besparing van
                     zorgkosten van ongeveer 1,1 miljoen euro.
                  
De bijkomende verzuimkosten bedroegen afgelopen jaar gemiddeld 10.700 euro per patiënt,
                     totaal 780.000 euro. In de periode 2014–2018 was dat met gemiddelde kosten van 8.800
                     euro totaal 1,8 miljoen euro per jaar.
                  
Een totaaloverzicht van zowel publieke als private kosten is niet in beeld.
Ter illustratie gaat hierbij het beeld van de verzekeraars. Het Verbod van Verzekeraars6kwam in januari 2021 uit op een particulier verzekerde schade aan woningen en auto’s
                     van ongeveer 6 miljoen euro. Dat is 60% minder vergeleken met een normale jaarwisseling.
                     In deze bedragen zijn medische kosten en claims op zakelijke verzekeringen niet meegenomen.
                  
Geconcludeerd kan worden dat de schadekosten de afgelopen jaarwisseling in elk geval
                  op een aantal punten aanzienlijk lager waren dan in voorgaande jaren. Hierbij moet
                  aangetekend worden dat tijdens afgelopen jaarwisseling naast het vuurwerkverbod een
                  reeks aan andere coronamaatregelen gold zoals beperking van de groepsgrootte, sluiting
                  van de horeca, etc. Het effect van de samenhang aan maatregelen is lastig te duiden.
               
Uit onderzoek naar oorzaken van vuurwerkongevallen7 blijkt dat vuurwerkongevallen met legaal vuurwerk in 38 procent van de gevallen door
                  gedrag worden veroorzaakt en in 27 procent door het falen van het product. Dat betekent
                  dat zowel gedragsverandering rond vuurwerk als kwaliteitsverbetering van vuurwerk
                  bij kan dragen aan het terugdringen van vuurwerkletsel. Via het verplicht beschikbaar
                  stellen van veiligheidsattributen (bril en aansteeklont), een vuurwerkcampagne en
                  lespakket stimuleert de overheid veilig om te gaan met vuurwerk. Daarnaast zijn we
                  in overleg met de vuurwerkbranche om de kwaliteit van vuurwerk te verbeteren. Uw verzochte
                  reflectie laat ik, gezien de demissionaire status van het huidige kabinet, aan het
                  volgende kabinet.
               
Groep Van Haga
De leden van de Groep Van Haga willen graag een reactie op aangehaalde uitspraken,
                  en vragen of de Staatssecretaris het eens is met betreffende uitspraken. Zo ja, dan
                  willen ze weten of de Staatssecretaris een vuurwerkverbod dan nog steeds een goede
                  keuze vindt en zo nee, dan willen ze weten of de druk op de zorg niet kan worden verminderd
                  met het nemen van voldoende voorzorgsmaatregelen die het afsteken van vuurwerk veilig
                  maken. De leden van de Groep Van Haga vragen of de Staatssecretaris van mening is
                  dat ondernemers minimaal voor 100% dienen te worden gecompenseerd voor de gemaakte
                  kosten, en zo ja, of de Staatssecretaris dit dan ook voor de compensatieregeling van
                  dit jaar wil realiseren. De leden van de Groep Van Haga vragen of de Staatssecretaris
                  bereid is om ondernemingen die deze omzetderving niet voor een tweede jaar kunnen
                  dragen met eventuele verdere regelingen te ondersteunen.
               
Antwoorden Groep Van Haga
Gezien de druk op de zorgprofessionals als gevolg van COVID-19, heeft het kabinet
                     tijdens de jaarwisseling 2020/2021 een tijdelijk vuurwerkverbod afgekondigd. Vorig
                     jaar droeg het vuurwerkverbod bij aan aanzienlijk minder opnames op de Spoedeisende
                     hulp (SEH) en minder spoedoperaties vergeleken met voorgaande jaren. Ook het aantal
                     vuurwerkslachtoffers die zich hebben gemeld bij de huisartsenposten (HAP) is sterk
                     gedaald. Uit onderzoek van Veiligheid NL van de effecten van het vuurwerkverbod blijkt
                     dat het aantal vuurwerkslachtoffers bij de HAP en SEH van de ziekenhuizen met ongeveer
                     70% is verminderd ten opzichte van het jaar ervoor:
                  
– 2019/2020: circa 1.300 vuurwerkslachtoffers in totaal (385 op SEH, 900 HAP).
– 2020/2021: 383 vuurwerkslachtoffers in totaal (108 op SEH, naar schatting 275 bij
                           HAP). Er gold tijdens dit Oud en Nieuw een vuurwerkverbod.
                        
Dit is aantoonbaar vermijdbare zorg. De hele zorgketen, zeker ook de SEH’s en HAP’s,
                     staat onder druk door de COVID-zorg, en alles wat kan helpen om de druk op de zorg
                     te verlagen is wenselijk, dus ook een vuurwerkverbod.
                  
Ook dit jaar is er sprake van een extreem hoge druk op de zorgprofessionals in de
                  hele zorgketen vanwege de snelle toename aan besmettingen en hoge instroom van Covid-19
                  patiënten. Ook de druk op de SEH is opgelopen door de toename van het aantal COVID-19-patiënten,
                  zo stelt de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA). Ook de Inspectie
                  Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) constateert dit in het toezichtsbeeld. De meeste patiënten
                  die op de COVID-afdelingen of de Intensive Care (IC) terecht komen, worden immers
                  eerst gezien op de SEH. Ook de druk op de huisartsen en huisartsenposten is al lange
                  tijd extreem hoog. Koepels uit de zorg geven aan dat alles op alles gezet moet worden
                  om de druk op zorgpersoneel te verlichten. Het vuurwerkverbod dat vorig jaar is ingezet,
                  laat een duidelijke daling zien in het aantal vuurwerkslachtoffers.
               
Voor de antwoorden van de vragen van de Leden van Groep Van Haga over de compensatie
                  voor de vuurwerkbranche verwijs ik naar de algemene beantwoording en de antwoorden
                  aan de Leden van de VVD.
               
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie vraagt – na verwijzing van SEH cijfers en een uitspraak
                  van de voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg – of de Staatssecretaris kan
                  aangeven waarom een vuurwerkverbod proportioneel te noemen is. Het lid vraagt of de
                  Staatssecretaris kan aangeven of hij, net als het lid, vindt dat de definitie van
                  een passende compensatie voor de branche gelijkstaat aan 100% compensatie van alle
                  kosten en niet alleen van omzetverlies?
               
Antwoorden BBB-fractie
Voor de antwoorden van de vragen van het Lid van BBB over de proportionaliteit in
                  relatie tot de letselcijfers verwijs ik naar de antwoorden aan de Leden van de Groep
                  Van Haga en voor de antwoorden over de compensatie voor de vuurwerkbranche verwijs
                  ik naar de algemene beantwoording en de antwoorden aan de Leden van de VVD.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier