Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger, Jasper van Dijk en Teunissen over de onveilige situatie in Georgië voor asielzoekers met een LHBTI-achtergrond
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks), Jasper van Dijk (SP) en Teunissen (PvdD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de onveilige situatie in Georgië voor asielzoekers met een LHBTI-achtergrond (ingezonden 17 november 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 december
2021).
Vraag 1
Kent u het asieldossier van mevrouw **1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de beantwoording van eerder gestelde schriftelijke vragen aan de
Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over het
afblazen van een Pride optocht in Georgië na de bestorming van een kantoor voor Lesbiennes,
Homoseksuelen, Biseksuelen, Transgenders en Interseksuelen (LHBTI) in Tbilisi2?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat is uw inschatting van de huidige veiligheidssituatie voor LHBTI-ers in Georgië?
Kunt u aangeven of nog steeds sprake is van het door het US State Department geconstateerde
aanhoudende en systematische anti-LHBTI-geweld, onderdrukking, misbruik, intolerantie
en discriminatie3?
Antwoord 3
Op 6 mei 2021 jl.4 informeerde ik uw Kamer over de uitkomst van de herbeoordeling van Georgië als veilig
land van herkomst. Ik gaf aan de aanwijzing van Georgië als veilig land van herkomst
voort te zetten, met uitzondering van de gebieden die niet onder de effectieve controle
van de centrale autoriteiten staan, en opnieuw met verhoogde aandacht voor de mogelijkheid
dat de situatie anders kan zijn voor LHBTI. De herbeoordeling is gebaseerd op informatie
van verschillende bronnen, waaronder het US State Department. Ik zie geen aanleiding om te veronderstellen dat de situatie sinds deze laatste
herbeoordeling wezenlijk is gewijzigd.
Vraag 4
Hoe heeft het kabinet precies vormgegeven aan de toegezegde verhoogde aandacht voor
de mogelijkheid dat Georgië voor LHBTI-ers niet als veilig land van herkomst moet
worden beschouwd? Wat houdt deze verhoogde aandacht in de praktijk gedurende de behandeling
en beoordeling van de asielaanvraag in? Welke juridische terminologie (vgl. bijvoorbeeld
de in het landenbeleid vigerende aanduidingen voor kwetsbare minderheden e.d.) verbindt
u zo beschouwd aan de situatie waarin de Georgische LHBTI-ers bevinden? Is deze verhoogde
aandacht op dit moment nog voldoende ter bescherming van deze specifieke groep? Zo
ja, waarom wel?
Antwoord 4
In algemene zin geldt dat elke asielaanvraag op individuele gronden wordt beoordeeld
en dat daarbij rekening wordt gehouden met de specifieke positie en het individuele
relaas van de asielzoeker. Zowel in de asielprocedure als in het beleid wordt expliciet
verhoogde aandacht gevraagd voor de situatie van LHBTI-asielzoekers. Binnen de context
van veilige landen van herkomst, betekent «verhoogde aandacht» dat de IND in die gevallen
extra alert is op de mogelijkheid dat de aanwijzing van een veilig land van herkomst
in het individuele geval niet kan worden tegengeworpen en een zaak daarom mogelijk
niet in de versnelde procedure in spoor 2, maar in de standaard algemene (of verlengde)
asielprocedure in spoor 4 behandeld dient te worden. Het is dan nog steeds aan betrokkene
om aannemelijk te maken dat in zijn geval het land niet als veilig land van herkomst
kan worden beschouwd. Aan de term «verhoogde aandacht» zijn geen verdere kwalificaties
verbonden. Ik ben van mening dat het voorgaande voldoende waarborgen biedt om asielaanvragen
van LHBTI uit Georgië op zorgvuldige wijze te beoordelen.
Vraag 5
Bent u bereid, bijvoorbeeld in navolging van Duitsland, Georgië niet langer als veilig
land van herkomst voor LHBTI-ers te beschouwen en deze groep asielbescherming te verlenen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. In mijn antwoorden op vraag 3 en 4 heb ik toegelicht dat naar mijn mening het
huidige beleid volstaat.
Vraag 6, 7
Bent u bereid de vreemdelingendetentie van mevrouw (zie vraag 15) op te heffen en haar asielverzoek, in het licht bezien van de zorgelijke situatie
van LHBTI-ers in Georgië, opnieuw te beoordelen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid in afwachting van de beantwoording van deze vragen af te zien van onomkeerbare
beslissingen zoals daadwerkelijke uitzetting van deze mevrouw en voor mensen in vergelijkbare
omstandigheden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6, 7
Ik ga niet in op individuele zaken. Er is in algemene zin geen aanleiding om uitzettingen
(van LHBTI) naar Georgië stop te zetten, zoals blijkt uit bovenstaande beantwoording
van de vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.