Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van Hil over het bericht dat de IGJ neptherapeuten te vaak ongemoeid laat
Vragen van het lid Van den Hil (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de IGJ neptherapeuten te vaak ongemoeid laat (ingezonden 2 november 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 26 november
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Inspectie laat neptherapeuten ongemoeid»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Hoeveel meldingen van misbruik van een beschermde titel zijn de afgelopen vijf jaar
bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) binnengekomen? In hoeveel gevallen
heeft de IGJ actie ondernomen en in hoeveel gevallen is er een (bestuurlijke) boete
opgelegd of is verscherpt toezicht ingesteld?
Antwoord 2
Er zijn door de IGJ de afgelopen vijf jaar circa 700 meldingen ontvangen in relatie
tot vermeend titelmisbruik. Wanneer de inspectie meldingen krijgt wordt de informatie
beoordeeld. Indien aanvullende informatie nodig is om na te gaan of nader onderzoek
noodzakelijk is, wordt deze informatie verzameld. Dit kan zijn bij de melder, bij
de persoon over wie wordt gemeld of bij een zorginstelling waar de persoon mogelijk
werkzaam is. Ook wordt nagegaan of de persoon waarover wordt gemeld bekend is bij
de IGJ vanwege eerdere meldingen en of hij in het BIG-register staat ingeschreven.
Wanneer het een zorgverlener betreft die wel over de juiste BIG-registratie beschikt
of wanneer blijkt dat er geen sprake is geweest van titelmisbruik, wordt de melding
niet nader in onderzoek genomen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen doordat op grond
van onderzoek blijkt dat de persoon waarover wordt gemeld geen zorgverlener is, door
een zorgverlener wel de juiste titels worden gebruikt of de beroepstitel van de betreffende
zorgverlener geen beschermde titel is. Soms is de informatie onduidelijk of onvolledig
en is het niet goed mogelijk om informatie uit de melding te verifiëren. Bijvoorbeeld
doordat de melding anoniem wordt gedaan en zonder benodigde aanknopingspunten voor
onderzoek. In die gevallen wordt per individueel geval bekeken welke interventie passend
is. Wanneer uit onderzoek blijkt dat er sprake is van titelmisbruik, wordt de beleidsregel
Bestuurlijke Boete gevolgd. Er is door de inspectie in de afgelopen vijf jaar 90 keer
een schriftelijke waarschuwing of boete opgelegd op grond van de beleidsregel bestuurlijke
boete.
Vraag 3
Bent u van mening dat het belangrijk is om de zorgvuldigheid van het Beroepen in de
Individuele Gezondheidszorg (BIG)-register te waarborgen en dat passende handhaving
daarbij onontbeerlijk is?
Antwoord 3
Ja, de beroepstitels die uitsluitend mogen worden gebruikt door zorgverleners die
zijn ingeschreven in het BIG-register tonen aan dat die zorgverleners (A) de wettelijk
voorgeschreven opleiding hebben gevolgd en (B) bevoegd zijn om het beroep uit te oefenen.
Patiënten, zorgaanbieders en andere zorgverleners moeten daarop kunnen vertrouwen.
Daarom is het van belang dat zorgverleners niet ten onrechte een beschermde beroepstitel
voeren.
Vraag 4
Welke stappen worden ondernomen om ervoor te zorgen dat meldingen die bij de IGJ binnenkomen
in de toekomst sneller en adequaat worden opgepakt?
Antwoord 4
IGJ onderzoekt meldingen met als doel risico’s voor cliënten of de zorg te signaleren
en te verminderen. Dit geldt ook voor meldingen over titelmisbruik. Van belang is
dat het onderzoek zorgvuldig gebeurt, ook met het oog op de ingrijpende aard van formele
interventies die het gevolg kunnen zijn van onderzoeksuitkomsten. Wanneer er duidelijk
en op korte termijn risico’s zijn voor veiligheid en kwaliteit van zorg, grijpt de
IGJ ook langs andere wegen in. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer het vermeende titelmisbruik
deel uitmaakt van een uitgebreider feitencomplex dat leidt tot een aantasting van
de kwaliteit en veiligheid van zorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.