Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Esch over geconstateerde ernstige misstanden op de dierenbeurs in Houten
Vragen van de leden Wassenberg en Van Esch (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over geconstateerde ernstige misstanden op de dierenbeurs in Houten (ingezonden 23 september 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 22 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 223.
Vraag 1
Kent u het artikel «De Terrariabeurs is dierenbeschermers een doorn in het oog»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hebt u de beelden gezien die World Animal Protection heeft gemaakt bij de Terrariabeurs
in Houten?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het artikel en de beelden aantonen dat de kooitjes en zelfs
voedselbakjes waarin de dieren worden gehouden volstrekt ontoereikend zijn en dat
veel dieren tekenen van extreme stress vertonen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ieder dier heeft specifieke behoeften. Het is goed voor te stellen dat door de wijze
waarop de dieren werden gehouden op de beurs, niet aan deze behoeften werd voldaan
waardoor zij angst en stress ervoeren.
Vraag 4
Vindt u de manier waarop deze dieren aan het publiek op een dierenmarkt worden gepresenteerd
aanvaardbaar? Zo ja, waarom? Zo nee, op welke manier bent u voornemens dit te voorkomen?
Antwoord 4
Ik vind het ongerief dat de dieren op de beelden ervaren niet aanvaardbaar. Ik ben
een verkenning gestart over beurzen met dieren in Nederland. Dit zijn beurzen waar
liefhebbers dieren tentoonstellen en soms aanbieden voor verkoop als gezelschapsdier.
In deze verkenning zal ik naast juridische aspecten ook kijken naar aspecten ten aanzien
van handhaving en toezicht. Deze verkenning zal ook deel uitmaken van de integrale
opvolging van alle aanbevelingen uit het rapport van de expertgroep zoönosen.
Vraag 5
Is deze manier van «presenteren» van de dieren in overeenstemming met het Besluit
houders van dieren? Indien dit zo is, deelt u dan de mening dat dit onwenselijk is?
Antwoord 5
In de verkenning waar ik in mijn antwoord op vraag 4 naar verwees, wil ik analyseren
welke risico’s verbonden zijn aan het houden van beurzen met dieren, zowel op gebied
van dier- en volksgezondheid als van dierenwelzijn. Ook zal hierbij worden bekeken
of de huidige wetgeving de dier- en volksgezondheid en dierenwelzijn voldoende beschermt
en of de gebruikelijke wijze van houden van dieren op beurzen in overeenstemming is
met het Besluit houders van dieren of niet.
Vraag 6
Was er controle door dierenartsen en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)?
Zijn hierbij overtredingen gemeld?
Antwoord 6
De beurs dient zelf te zorgen voor veterinaire controle op gezondheid van de dieren.
De NVWA bezoekt beurzen met dieren niet om deze controle uit te voeren, wel om toe
te zien op naleving van eisen in de wet. De NVWA is aanwezig geweest op de reptielenbeurs
in Houten in 2021. Bij deze controle zijn twee overtredingen ten aanzien van diergezondheid
geconstateerd. Deze dieren zijn op aanwijzing van de NVWA van de beurs verwijderd
door de handelaren. Ook zijn zes phelsuma’s (gekko’s) in beslag genomen, omdat de
legaliteit niet kon worden aangetoond.
Vraag 7
Hoeveel NVWA-controles zijn er in het afgelopen jaar geweest en wat waren daarbij
de bevindingen? Kunt u dit ook voor 2019 (het jaar voorafgaand aan de covid-19 crisis)
aangeven?
Antwoord 7
Ik interpreteer uw vraag als betrekking hebbend op controles op beurzen met dieren.
In de periode januari 2019 t/m september 2021 zijn zes inspecties uitgevoerd op de
volgende beurzen.
In 2019 is de Vogelmarkt in Zwolle twee keer bezocht. Bij controles tijdens beide
bezoeken zijn vogels in beslag genomen. Daarnaast zijn er op de Reptielenbeurs in
Houten controles geweest en enkele overtredingen aangetroffen op het gebied van welzijn,
administratieve voorschriften en handel in beschermde dieren. Er vond ook een controle
plaats op de Reptielenbeurs in Hilversum. Hier zijn geen overtredingen geconstateerd.
Bij de inspectie in Zwolle in 2020 hebben inspecteurs van de NVWA in samenwerking
met de politie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) 53 vogels
in beslag genomen en is een handelaar aangehouden (zie ook het nieuwsbericht «NVWA
neemt tientallen vogels in beslag rond vogelmarkt Zwolle» gepubliceerd op 02-03-2020).
In 2021 is de reptielenbeurs in Houten geïnspecteerd. De bevindingen van de inspectie
zijn bij het antwoord op vraag 6 gegeven. Mogelijk dat er nog andere beurzen worden
geïnspecteerd in het najaar van 2021.
Vraag 8
Hebt u kennis genomen van het persbericht van dierenartsenorganisatie Caring Vets,
waarin gewaarschuwd wordt voor de risico’s voor de volksgezondheid van dit soort dierenmarkten,
omdat «dieren symptoomloze drager van zoönosen kunnen zijn en voor het gevaar van
nieuwe virusmutaties»?3
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Onderschrijft u het wetenschappelijke inzicht dat stress dieren gevoeliger maakt voor
ziekteverwekkers en dat de aanwezigheid van verschillende diersoorten, onder slechte
en stressvolle omstandigheden, een risico betekent op de verspreiding van zoönosen?
Antwoord 9
Het is inderdaad zo dat stress een negatief effect kan hebben op het immuunsysteem
van een dier. Daarom is het belangrijk stress bij dieren zoveel mogelijk te voorkomen,
bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van geschikte huisvesting. Of stressvolle
omstandigheden een risico vormen op de verspreiding van zoönosen is een complexe vraag,
die niet met een eenvoudig ja of nee beantwoord kan worden. Sommige ziekten zoals
hoogpathogene vogelgriep zijn zo besmettelijk dat de verspreiding in pluimvee enorm
snel gaat, ook zonder stress. Bij andere ziekten kan stress een rol spelen in het
ziekteverloop bij individuele dieren, maar het is mij niet bekend of ooit wetenschappelijk
is vastgesteld dat dit de epidemiologie van de ziekte en de verspreiding ervan ook
beïnvloedt. Dat geldt ook voor het bij elkaar houden van verschillende diersoorten.
Vraag 10
Deelt u de conclusie van het rapport Bekedam dat er gewerkt moet worden aan het uitbannen
van markten met levende (wilde en exotische) dieren, zeker gelet op het feit dat bij
dit soort markten vaak internationale handelaren aanwezig zijn?4 Zo ja, hoe gaat u dit in beleid omzetten? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 10
De aanbeveling in het rapport-Bekedam gaat over zogenaamde «wetmarkets» of traditionele
voedselmarkten, waar levende, vaak uit het wild afkomstige, dieren worden verhandeld
als voedsel. Zulke markten komen in Nederland niet voor. Naar aanleiding van een recent
advies van de World Health organization (WHO), de wereld-diergezondheidorganisatie
(OIE) en het VN-programma voor milieu en omgeving (UNEP) over dit onderwerp, heeft
het kabinet bij de 74e World Health Assembly (WHA) in mei van dit jaar opgeroepen om dit onderwerp verder
op te volgen. De WHO heeft toegezegd dat het onderwerp geagendeerd zal worden op de
volgende Executive Board Meeting van de WHO.
Vraag 11
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de aangekondigde verkenningen en juridische
analyses naar markten met levende dieren?5
Antwoord 11
De verkenning waarop u doelt gaat over beurzen met dieren in Nederland. Dit zijn beurzen
waar liefhebbers dieren tentoonstellen en aanbieden voor verkoop als gezelschapsdier.
Deze verkenning is gestart en zal deel uitmaken van de integrale opvolging van alle
aanbevelingen uit het rapport-Bekedam. De planning is om uw Kamer voor het kerstreces
op de hoogte te brengen van de voortgang hierop.
Vraag 12
Erkent u dat dit soort markten hierdoor een bron kunnen zijn van zoönosen en tot een
nieuwe pandemie kunnen leiden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Contact met dieren betekent altijd een bepaald risico op zoönosen. Ziekteverwekkers
beperken zich niet allemaal tot eenzelfde diersoort (of de mens) en daarom betekent
elk contact tussen mens en dier een bepaald risico. Daarmee kunnen beurzen met dieren
een bron zijn voor zoönosen. Echter, voor vrijwel de meeste zoönosen geldt dat deze
van dier op mens worden overgedragen maar vervolgens zelden (eenvoudig) overdraagbaar
zijn van mens op mens. Het gaat vaak om incidentele overdracht en is daarmee een beperkt
risico voor de algemene volksgezondheid. De voorschriften in het Besluit houders van
dieren zijn bedoeld om zieke dieren te weren van beurzen, of te zorgen dat dieren
die ziekteverschijnselen vertonen worden geïsoleerd. Deze voorschriften zorgen ervoor
dat het risico op de aanwezigheid van dierziekten en zoönosen op een beurs beperkt
is. Ten slotte geldt natuurlijk altijd advies om na contact met dieren algemene hygiënevoorschriften
te volgen, zoals handenwassen, om de kans op een infectie met een zoönose nog verder
te verkleinen.
Vraag 13
Als noch het Besluit houders van dieren (Wet dieren), noch de Wet publieke gezondheid
de regering de bevoegdheid geeft om deze beurzen te sluiten, bent u dan bereid om
een wettelijke basis hiervoor te creëren?6 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik wil eerst de verkenning afwachten, waarnaar ik heb verwezen in vraag 4, 5 en 11.
Hierin wil ik breed analyseren welke risico’s verbonden zijn aan het houden van beurzen
met dieren, zowel op gebied van dier- en volksgezondheid als van dierenwelzijn. Ook
zal hierbij worden bekeken of de huidige wetgeving de dier- en volksgezondheid en
dierenwelzijn voldoende beschermt.
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.