Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de staat van de brandweer
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de staat van de brandweer (ingezonden 27 september 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 19 november
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 382.
Vraag 1
Hoe staat het met de uitvoering van de aangenomen motie-Van Raak, die stelt dat de
experimenten met gebiedsgerichte opkomsttijden er in geen geval voor zouden mogen
zorgen dat de brandweerzorg verslechtert?1
Antwoord 1
Ik ben het met u eens dat experimenten met gebiedsgerichte opkomsttijden de brandweerzorg
op een gelijkwaardig niveau moet houden. In mijn brief van 15 oktober 20192 heb ik aangegeven hoe ik invulling geef aan de motie Van Raak. Daarnaast heb ik de
Kamer in mijn brief van 18 februari 20203 geïnformeerd over gebiedsgerichte opkomsttijden.
Graag wijs ik u erop dat de kwaliteit van de brandweerzorg de verantwoordelijkheid
van de besturen van de veiligheidsregio’s is. Zij leggen daarover verantwoording af
aan de gemeenteraad. Ik onderschrijf uiteraard dat het behoud van de huidige kwaliteit
van brandweerzorg van groot belang is. Gebiedsgerichte opkomsttijden zijn dan ook
bedoeld om het bestuur beter in staat te stellen keuzes te maken en besluiten te nemen
over de inrichting van de brandweerzorg. Dit wordt getoetst in pilots. Daarbij hecht
ik er aan dat de besturen van de veiligheidsregio’s realistische opkomsttijden vaststellen.
Vraag 2
Hoe verhoudt zich de sluiting van de brandweerpost in Ede met de aangenomen motie
volgens u?4
Antwoord 2
De veiligheidsregio Gelderland – Midden laat weten dat door het invoeren van een 24/7
bezette brandweerpost in Ede-stad per 1 januari 2021, de andere (vrijwillige) brandweerpost
in Ede-stad niet meer nodig is. De invoering van de 24/7 bezette brandweerpost geeft
een significant betere brandweerdekking van de eerste tankautospuit en redvoertuig
dan voorheen en voldoet hiermee ook ruimschoots aan de uitgangspunten van het dekkingsplan
van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat het een onwenselijke en zorgwekkende ontwikkeling is als
veiligheidsregio’s eigenstandig besluiten zich minder te richten op opkomsttijden?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hierop ondernemen?
Antwoord 3
Het halen van opkomsttijden is één van de elementen om effectieve en hoogwaardige
brandweerzorg te realiseren. Ik acht het dan ook van groot belang dat veiligheidsregio’s
hier verantwoordelijkheid in nemen. Ik heb u in mijn brief van 15 oktober 20195 geïnformeerd over de systematiek van de gebiedsgerichte opkomsttijden. De systematiek
van gebiedsgerichte opkomsttijden wordt opgenomen in het besluit Veiligheidsregio’s
als voldaan is aan een aantal randvoorwaarden, waaronder het jaarlijks informeren
van de betreffende gemeente over de gerealiseerde brandweerzorg.
Vraag 4
Wat wordt er aangepast in de werkwijze van de brandweer naar aanleiding van het rapport
over de brand in een verpleeghuis in Rotterdam, waarbij onder andere een dodelijk
slachtoffer viel en waarbij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) concludeert dat
de brandweer vaker overvraagd is bij branden in instellingen waar niet-zelfredzame
personen verblijven? Wordt er sneller opgeschaald? Wat is het protocol bij deze branden
en is dit voor elke veiligheidsregio hetzelfde? Is er voldoende slagkracht bij de
gezamenlijke regio’s om die opschaling en protocollen adequaat uit te voeren?6
Antwoord 4
Het onderzoek van het Instituut Fysieke Veiligheid is bekend bij de veiligheidsregio’s,
welke, binnen het kader van het Besluit Veiligheidsregio’s verantwoordelijkheid dragen
voor de adequate en kwalitatieve inrichting van de brandweerzorg. De veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond (VRR) geeft aan de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport over
te nemen.
De systematiek betreffende alarmering is landelijk vastgesteld, hierbij is het type
object, e.g. instellingen met minder-zelfredzame personen, onderdeel van de afweging
bij classificatie van een incident. Dit systeem van risico-inschatting, classificatie
en opschaling werkt in beginsel goed.
De brandweer speelt daarnaast een belangrijke rol in de advisering aan bijv. bedrijven
en zorginstanties ten aanzien van het brandveiligheidsniveau. De veiligheidsregio’s
maken een transitie van regelgerichte naar risicogerichte advisering. De casus Smeetsland
onderschrijft het belang van deze transitie.
Ten aanzien van de benodigde slagkracht geeft de VRR aan dat ze voldoende snel mensen
en middelen beschikbaar hebben om dit soort incidenten te bestrijden.
Vraag 5
Heeft de aandacht die u heeft voor het dalende aantal vrijwilligers al geleid tot
meer vrijwilligers?7
Antwoord 5
Zoals eerder8 geschreven aan uw kamer werk ik samen met de veiligheidsregio’s en de Vakvereniging
Brandweer Vrijwilligers (VBV) aan het werven en behouden van vrijwilligers in het
programma Vrijwilligheid. Dat programma heeft al veel nuttige inzichten opgeleverd
en blijft ook het komende jaar aan de slag om vrijwilligheid bij de brandweer te stimuleren,
onder meer via een landelijke publiekscampagne. Ik heb uw Kamer 11 mei 2021 per brief9 geïnformeerd over de voortgang van het programma Vrijwilligheid.
Vraag 6
Hoe wordt de werkvloer betrokken bij het ontwikkelen en in stand houden van expertise
zoals bij het landelijk kader Uitruk op Maat? Is er regulier overleg met bijvoorbeeld
de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers en de vakorganisaties voor beroepspersoneel?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Er is over de verschillende onderwerpen vanuit de veiligheidsregio’s contact met bijvoorbeeld
de VBV en de vakorganisaties voor beroepspersoneel. Formele betrokkenheid van de werkvloer
is tot op heden nog onvoldoende geregeld. Er wordt momenteel gewerkt aan een platform
om de formele betrokkenheid duurzaam te borgen. Ik zie er in samenspraak met de veiligheidsregio’s
op toe dat dit snel gebeurt.
Vraag 7
Wat is de uitkomst van al die onderzoeken die in de afgelopen vijf jaar zijn gedaan
naar Uitruk op Maat? Vindt u dat veiligheidsregio’s zich nog altijd houden aan artikel
3.1.5 van het Besluit veiligheidsregio’s, zodat wordt voorzien in een gelijkwaardig
niveau van brandweerzorg voor de burgers?10
Antwoord 7
Ik heb uw Kamer 17 december 202011 per brief geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie van het landelijk VB-kader
Uitruk op Maat en de vervolgstappen van het Veiligheidsberaad om dat kader bij te
stellen. Er is gebleken dat er behoefte is aan ondersteuning bij vakbekwaamheid, aan
kaders rond opschaling en de wijze van registreren van opkomsttijden en de definitie
van maatgevende incidenten.
Op dit moment wordt gewerkt aan die noodzakelijke bijstelling zodat veiligheidsregio’s
in lijn (blijven) werken met het Besluit veiligheidsregio’s. Het traject is op dit
moment nog niet afgerond en ik zal uw Kamer daar naar afloop over informeren.
Vraag 8
Kunt u punt voor punt ingaan op de negen constateringen van de Vakvereniging voor
Brandweervrijwilligers over gebiedsgerichte opkomsttijden, zoals weergegeven in de
memo die zij heeft geschreven?12
Antwoord 8
Ik heb kennis genomen van het memo van de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers
(VBV). Het memo over de gebiedsgerichte opkomsttijden betreft een reactie op een concept
rapport van Bevindingen over de pilots van het project Gebiedsgerichte Opkomsttijden
(GGO) en is gericht aan de projectgroep GGO waarin de VBV zelf vertegenwoordigd is.
Ik heb begrepen dat de projectgroep de aanbevelingen heeft besproken. Ik ben in afwachting
van het voorstel van het Veiligheidsberaad met betrekking tot de gebiedsgerichte opkomsttijden.
Op basis hiervan zal in samenspraak met de veiligheidsregio’s en in afstemming met
de werkvloer de regelgeving worden aangepast. Hier zal ik de Kamer over informeren.
Vraag 9
Wat is uw verklaring voor het verdwijnen van honderden tankautospuiten/ondersteuningseenheden
uit de operationele sterkte van de brandweer? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling?
Zo nee, wat gaat u hierop ondernemen?
Antwoord 9
De capaciteit en daarmee slagkracht van de regio worden door de Veiligheidsregio’s
binnen de marge van het wettelijke kader, het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), vastgesteld.
Regio-specifieke omstandigheden en afwegingen spelen een rol bij de inrichting van
de brandweerzorg. Het is aan het bestuur van een veiligheidsregio om daarbij te bepalen
wat er nodig is aan bijvoorbeeld tankautospuiten of ondersteuningseenheden. Actieve
betrokkenheid van de gemeenteraad is hierbij van belang. Aan de hand van het vastgestelde
dekkingsplan legt het bestuur jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraden binnen
de regio. Hierbij is halen van in het dekkingsplan vastgestelde opkomsttijden en de
gerealiseerde brandweerzorg geen vrijblijvende kwestie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.