Schriftelijke vragen : De COP 26-verklaring voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energie transitie
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de COP 26-verklaring voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energie transitie (ingezonden 19 november 2021).
Vraag 1
Gezien het feit dat het op dit moment vooral grotere exporteurs zijn die gebruik maken
van overheidssteun bij internationale projecten, wat betekent deze verklaring voor
de kansen voor kleinere ondernemingen om gebruik te maken van overheidssteun?
Vraag 2
In hoeverre onderscheiden de behoeften van het midden- en kleinbedrijf zich van grote
exporteurs als het gaat om de ondersteuning die zij nodig hebben om een succesvolle
aanvraag te doen?
Vraag 3
Waar liggen kansen voor Nederlandse exporteurs in zon en wind? Waar loopt Nederland
achter ten opzichte van andere landen?
Vraag 4
In hoeverre onderscheiden de behoeften van ondernemingen in de duurzame sector zich
van fossiele bedrijven als het gaat om de ondersteuning die zij nodig hebben om succesvol
te exporteren? Hoe kunnen deze ondernemingen worden gestimuleerd?
Vraag 5
Hoe gaat u, bijvoorbeeld in samenwerking met uw collega’s van Economische Zaken en
Klimaat, ervoor zorgen dat Nederland deze omslag voor fossiel naar 100 procent duurzaam
gebruikt om de energietransitie te versnellen?
Vraag 6
Gaat u in de omslag van fossiel naar 100 procent duurzaam ook zorg dragen voor een
eerlijke energietransitie, met name in ontwikkelingslanden?
Vraag 7
Hoe gaat u zorgen dat zon- en windprojecten die de Nederlandse overheid verzekert
geen mensenrechtenschendingen of negatieve milieu-impact hebben?
Vraag 8
Hoe borgt u betaalbare toegang tot duurzame energie voor lokale gemeenschappen?
Vraag 9
Wat zijn uw plannen voor het ondersteunen van werknemers die als gevolg van het stopzetten
van exportsteun voor fossiele energieprojecten hun baan riskeren te verliezen?
Vraag 10
Biedt u deze mensen mogelijkheid tot herscholing of andere ondersteuning bij een overstap
naar groene banen?
Vraag 11
In hoeverre dienen de bedrijven die nu profiteren van exportsteun voor fossiele brandstoffen
projecten hun werknemers te ondersteunen in deze transitie?
Vraag 12
Het Verenigd Koninkrijk heeft al in december 2020 laten weten te stoppen met overheidssteun
voor internationale fossiele projecten. Is u bekend wat de impact hiervan is geweest
op de werkgelegenheid aldaar?
Vraag 13
Eind 2022 gaat de verklaring in. Voor welke projecten die volgens de verklaring na
2022 niet meer mogelijk zijn lopen er reeds aanvragen? Wat is de financiële omvang
van deze projecten? Wat betekent de COP 26-verklaring voor deze projecten?
Vraag 14
Zijn er (juridische) kosten verbonden aan het per direct niet verder in behandeling
nemen van deze lopende fossiele aanvragen?
Vraag 15
Betekent het ondertekenen van de verklaring dat nieuwe aanvragen voor overheidssteun
voor fossiele projecten, bijvoorbeeld via een exportkredietverzekering, per direct
worden stopgezet?
Vraag 16
Kunt u de Kamer gedurende het jaar 2022 transparant en tijdig informeren over de toekenning
van overheidssteun voor nieuwe fossiele projecten?
Vraag 17
Wat is het tijdspad van het kabinet om de afspraken gemaakt in de verklaring uit te
werken?
Vraag 18
In de Kamerbrief «COP26 verklaring Aligning International Public Support for the Clean
Energy Transition» (Kamerstuk 31 793, nr. 202)1 wordt gesproken van uitzonderingen voor «activiteiten die indirect een relatie hebben
met de fossiele energie sector, maar daar geen deel van uitmaken» Als voorbeeld wordt
een haven genoemd waar ook fossiele brandstoffen worden getransporteerd. Hoe maakt
het kabinet dit onderscheid? In hoeverre vallen bijvoorbeeld vliegvelden hieronder?
Vraag 19
Op basis waarvan komt u tot de conclusie dat downstream projecten nog wel ondersteund
zouden kunnen worden?
Vraag 20
Bent u het eens met de stelling dat de overheid middels de exportkredietverzekering
juist moet inzetten op het gebruik van duurzame brandstoffen in plaats van fossiel?
Vraag 21
Wat verstaat u onder unabated? Bent u het eens dat het onwenselijk is om projecten
met Carbon Capture and Storage (CCS) en Carbon Capture Utilisation and Storage (CCUS)
vanuit de exportkredietverzekering te ondersteunen?
Vraag 22
Hoe bent u van plan om tot een begrip te komen van wat er onder «uitzonderingen, mits
in lijn met 1,5C doelstelling» verstaan moet worden? Hoe gaat u hier met het Verenigd
Koninkrijk en de andere ondertekenaars over in gesprek?
Vraag 23
Wat is momenteel het aandeel exportkredietverzekeringen dat is verstrekt voor transacties
die bijdragen aan de opbouw van de veehouderij in het buitenland? Kunt u hiervan een
overzicht sturen?
Vraag 24
Bent u het ermee eens dat de recente ondertekening van het Glasgow Statement van grote
relevantie is voor de Export Finance for Future (E3F)-groep, en omgekeerd? Bent u
het ermee eens dat de Statement een expliciet onderdeel moet zijn van de E3F-bijeenkomst
op 24 november aanstaande? Hoe gaat u dat borgen? Welke stappen gaat u tijdens het
E3F zetten om tot een uitfaseerplan te komen binnen nu en eind 2022?
Vraag 25
Kunt u deze vragen voor de E3F-bijeenkomst van 24 november beantwoorden, en in elk
geval voor het commissiedebat van de vaste Kamercommissie voor Financiën over de exportkredietfinanciering
op 25 november aanstaande?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.