Schriftelijke vragen : De verwachte groei van de geitenhouderij in Noord-Brabant
Vragen van de leden Van Esch en Vestering (beiden PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de verwachte groei van de geitenhouderij in Noord-Brabant (ingezonden 15 november 2021).
Vraag 1
Heeft u gezien dat de provincie Noord-Brabant in haar «Brabants beleidskader landbouw
en voedsel 2030» stelt dat, ondanks de ingestelde geitenstop, het aantal geiten in
die provincie naar verwachting met 29 procent zal toenemen in 2030 en daarna nog verder
zal groeien door autonome ontwikkelingen, ofwel door het geld dat in deze sector kan
worden verdiend?1 2
Vraag 2
Wat is in andere provincies de verwachting met betrekking tot eventuele groei van
de geitenhouderij de komende jaren?
Vraag 3
Herinnert u zich dat omwonenden binnen een straal van twee kilometer van een geitenhouderij
(in totaal 1,7 miljoen Nederlanders) 40 tot 60 procent meer risico lopen om longontstekingen
te krijgen en dat het RIVM stelt dat deze longontstekingen mogelijk worden veroorzaakt
door een (nieuwe) zoönose, een van dier op mens overdraagbare ziekte?3 4
Vraag 4
Herinnert u zich dat een GGD-toxicoloog afgelopen mei nog waarschuwde dat het medisch
onaanvaardbaar is om geitenstops op te heffen?5
Vraag 5
Erkent u dat de verwachte groei van bijna 30 procent van het aantal geiten in Noord-Brabant
betekent dat een groot aantal mensen te maken zal krijgen met extra gezondheidsrisico’s,
ongeacht de vraag of de risico’s worden veroorzaakt door een specifieke ziekteverwekker
die van dieren afkomstig is (zoönose) of doordat mensen gevoeliger voor longontsteking
worden door de blootstelling aan stoffen die bij veehouderijbedrijven vrijkomen, zoals
fijnstof, endotoxines (onderdelen van micro-organismen) en ammoniak?6
Vraag 6
Wat denkt u, als degene die politiek verantwoordelijk is op het moment dat er een
nieuwe voor de mens gevaarlijke infectieziekte (zoönose) ontstaat in de Nederlandse
veehouderij, bij het lezen van dit provinciale beleidskader?
Vraag 7
Heeft u gezien dat de gemeente De Ronde Venen een uitbreiding van een geitenbedrijf
wil tegenhouden vanwege de risico’s voor de volksgezondheid, maar dat de Raad van
State in opdracht van de betreffende geitenhouder gaat onderzoeken of gemeenten vanuit
het voorzorgsbeginsel mogen optreden tegen uitbreidingen?7
Vraag 8
Deelt u de mening dat gemeenten hun inwoners moeten kunnen beschermen tegen gezondheidsrisico’s?
Zo nee, kunt u dit toelichten?
Vraag 9
Erkent u dat deze situatie heeft kunnen ontstaan doordat er nog altijd geen landelijke
maatregelen zijn genomen tegen de groei van de geitenhouderij, waardoor het aantal
melkgeiten in Nederland sinds 2000 is vervijfvoudigd? Zo nee, kunt u dit toelichten?8
Vraag 10
Erkent u dat het feit dat u het nog altijd aan provincies overlaat om al dan niet
maatregelen zoals een geitenstop in te stellen en deze desgewenst ook weer op te heffen,
betekent dat mensen voor hun gezondheid in deze afhankelijk zijn van de goede wil,
daadkracht en rechte rug van provinciebestuurders? Erkent u dat zelfs dat niet voldoende
is, gezien de verdere (verwachte) groei van het aantal melkgeiten, ook in provincies
met een geitenstop?
Vraag 11
Wat gaat u doen om de inwoners van Noord-Brabant en ook van andere provincies te beschermen
tegen de gezondheidsrisico’s uit de groeiende geitenhouderij?
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één en voorafgaand aan de behandeling van de begroting
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beantwoorden, zonder daarbij
te verwijzen naar eerdere antwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.