Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Roon over ‘Turkije dat een onderzoek naar de Nederlandse terroristensteun in Syrië hindert’
Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Turkije dat een onderzoek naar de Nederlandse terroristensteun in Syrië hindert (ingezonden 10 november 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 november 2021)
Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Klopt het dat Turkije inzage heeft geëist in het onderzoek naar de Nederlandse miljoenensteun
aan moslimextremisten en terroristen in Syrië?1
Is het inderdaad zo dat de gesprekken met Syrische commandanten zijn afgeblazen, waardoor
de onderzoekscommissie cruciale informatie misloopt?
Betekent de Turkse inmenging dat het geplande onderzoek c.q. veldwerk in Noordwest-Syrië
én Turkije nu definitief van de baan is? Zo nee, waarom niet?
Kunt u volledig en puntsgewijs aangeven welke eisen Turkije heeft gesteld aan het
onderzoek? Is de Turkse eisenlijst onderdeel geweest van diplomatiek overleg?
Is er vanuit Nederland een poging gedaan om het onderzoek weer vlot te trekken? Bent
u – of is de Minister-President – daarbij betrokken geweest? Zo nee, waarom niet?
Klopt het dat Turkije pas een week van tevoren werd geïnformeerd over het onderzoek?
Zo ja, waarom werd voor deze opmerkelijke strategie gekozen?
Bent u bereid Turkije publiekelijk te veroordelen als ze het onderzoek naar de Nederlandse
terroristensteun blijven frustreren met onacceptabele eisen?
Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Het kabinet heeft kennisgenomen van het artikel in de NRC. Het kabinet kan niet namens
of over de werkzaamheden van de Commissie van onderzoek spreken, die haar onderzoek
onafhankelijk en naar eigen inzicht doet.
Op 26 maart jl. is n.a.v. het verzoek van uw Kamer de Commissie onder leiding van
de heer Cammaert opgericht om onafhankelijk onderzoek te doen naar het Non Lethal
Assistance (NLA) programma dat de Nederlandse regering van 2015 tot 2018 in Syrië
heeft uitgevoerd.
De Commissie is nog bezig met haar onderzoek. Het rapport wordt in de herfst van volgend
jaar verwacht.
Vraag 8
Erkent u eindelijk dat Turkije geen bondgenoot is maar een islamitische poppenspeler
die moslimextremisten en terroristen nog steeds naar hartenlust inzet?
Antwoord 8
Het kabinet hecht belang aan de bilaterale relatie met NAVO-Bondgenoot Turkije. Met
Turkije wordt samengewerkt op voor Nederland belangrijk terreinen als migratie, economie
en veiligheid, waaronder terrorismebestrijding. In algemene zin geldt dat er in de
relatie tussen Nederland en Turkije ruimte is voor constructieve samenwerking, maar
ook voor het benoemen van zaken waar we het niet over eens zijn of waarover zorgen
bestaan. Hierbij wordt altijd meegewogen hoe Nederlandse belangen zo effectief mogelijk
kunnen worden behartigd.
Vraag 9
Wilt u deze vragen uiterlijk 48 uur voor de begrotingsbehandeling van Buitenlandse
zaken beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De beantwoording is binnen het gevraagde termijn opgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.