Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Dassen over het toepassen van een milieueffectrapportage voorafgaand aan het vaststellen van de besluitvorming rondom de Regionale Energie Strategieën
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het toepassen van een milieueffectrapportage voorafgaand aan het vaststellen van de besluitvorming rondom de Regionale Energie Strategieën (ingezonden 21 september 2021).
Mededeling van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
12 november 2021).
Vraag 1
Deelt u de mening dat aan de voorwaarde als vermeld in uw brief aan de Kamer van 6 juli
2021,1 te weten dat normen die bevoegde gezagen vaststellen in een omgevingsvergunning of
bestemmingsplan voorzien moeten zijn van een deugdelijke motivering, alleen kan worden
voldaan na en op basis van een voorafgaande milieueffectrapportage die voldoet aan
de eisen van de EU-richtlijn voor Strategische Milieubeoordeling (SMB-richtlijn)?
Vraag 2
Indien u de mening als genoemd in de eerste vraag niet onderschrijft, op grond waarvan
bent u van oordeel dat het Unierechtelijk rechtmatig is dat bevoegde lokale gezagen
regels en normen vaststellen zonder een voorgaande milieueffectrapportage die voldoet
aan de eisen van de SMB-richtlijn?
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie
(HvJ-EU),2 waarin het Hof, kort gezegd, oordeelt dat nationale autoriteiten gehouden zijn om
alles te doen wat in hun vermogen ligt om de rechtsgevolgen van handelen in strijd
met het Unierecht ongedaan te maken, daaronder begrepen het opschorten en intrekken
van vergunningen, ook als die naar nationaal recht onherroepelijk zijn geworden?
Vraag 4
Op welke wijze gaat u voldoen aan de aldus ook op u rustende Unierechtelijke verplichtingen,
niet alleen in relatie tot geplande of in aanbouw zijnde windparken, maar ook in relatie
tot bestaande windparken?
Vraag 5
Deelt u de mening dat er voorafgaand aan het vaststellen van de al in besluitvorming
zijnde Regionale Energie Strategieën (RES-sen) een milieueffectrapportage moet worden
uitgevoerd omdat ook een RES aangemerkt moet worden als «plan» of «programma» in de
zin van de SMB-richtlijn, met in potentie aanzienlijke milieugevolgen?
Vraag 6
Indien u de mening als genoemd in de vijfde vraag niet onderschrijft, op grond waarvan
bent u van oordeel dat de SMB-richtlijn niet van toepassing is op de RES-sen en de
besluitvorming ter zake?
Vraag 7
Deelt u de mening dat er tot op heden in het RES-proces niet voldaan wordt aan de
eisen van inspraak als omschreven in het Verdrag van Aarhus, te weten dat het betrokken
publiek de gelegenheid tot inspraak krijgt op het moment dat alle opties nog open
zijn en het daarmee samenhangende Unierecht ter implementatie van dat Verdrag?
Vraag 8
Indien u de mening als genoemd in de zevende vraag niet onderschrijft, op grond waarvan
bent u van oordeel dat er in de besluitvorming over de RES-sen voldaan wordt aan de
eisen van het Verdrag van Aarhus en het toepasselijke Unierecht?
Mededeling
Op 21 september jl. heeft het lid Dassen (Volt) vragen gesteld over het toepassen
van een milieueffectrapportage voorafgaand aan het vaststellen van de besluitvorming
rondom de Regionale Energie Strategieën (kenmerk 2021Z16020, ingezonden 21 september 2021).
Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig dan de gebruikelijke termijn
van drie weken, omdat dit interdepartementale afstemming en nadere juridische analyse
vergt. Ik zal u de beantwoording uiterlijk begin december doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.