Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Grinwis en Inge van Dijk ter vervanging van nr. 17 over het per 1 januari 2025 laten vervallen van de thuiswerkvergoeding
35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN INGE VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 17
Ontvangen 9 november 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel VI, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef wordt vervangen door:
Artikel 35o wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Artikel 31a, tweede lid, onderdeel k, twaalfde lid en dertiende lid, vervallen met
ingang van 1 januari 2025.
Toelichting
Met dit amendement wordt een horizonbepaling verbonden aan de in het wetsvoorstel
opgenomen gerichte vrijstelling voor het vergoeden van thuiswerkkosten. Op grond hiervan
vervalt de gerichte vrijstelling voor de thuiswerkkostenvergoeding per 1 januari 2025.
De indieners vinden het een goede ontwikkeling als er in de toekomst meer thuisgewerkt
gaat worden dan voor de coronapandemie gebruikelijk was. Zij vinden de fiscale tegemoetkoming
sympathiek, maar tegelijk achten zij de toename in complexiteit van het belastingstelsel
door de introductie en vormgeving van de gerichte vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding
problematisch. In de wetenschap dat de werkkostenregeling, inclusief de voorgestelde
vrijstelling, in 2023/2024 wordt geƫvalueerd, achten de indieners een horizonbepaling
op zijn plaats. Op grond van deze evaluatie kan voor 2025 opnieuw de afweging worden
gemaakt of een fiscale tegemoetkoming voor thuiswerken nodig en wenselijk blijft,
al dan niet in de vorm van een gerichte vrijstelling voor het vergoeden van thuiswerkkosten.
Grinwis
Inge van Dijk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid