Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Hagen over de berichten ‘Meerderheid Nijmeegse politiek: vervuilende asfaltcentrale moet vertrekken ’ en ‘Protest tegen asfaltfabriek zwelt aan; ook andere wijken én politiek in verzet’
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Meerderheid Nijmeegse politiek: vervuilende asfaltcentrale moet vertrekken» en «Protest tegen asfaltfabriek zwelt aan; ook andere wijken én politiek in verzet» (ingezonden 23 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
8 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 191.
Vraag 1
Bent u bekend met de informatie uit een onlangs uitgelekt stuk dat de omstreden asfaltcentrale
aan de Energieweg te Nijmegen mogelijk tot zeventien keer de hoeveelheid polycyclische
aromatische koolwaterstoffen (PAK's) uitscheidt dan volgens de norm mag?1 2 Zo ja, hoe oordeelt u hierover?
Antwoord 1
Ja. Alle bedrijven dienen zich te houden aan de geldende regelgeving. Van belang is
dat de uitstoot van schadelijke stoffen voldoet aan de emissiegrenswaarden en zoveel
mogelijk geminimaliseerd wordt om mens en milieu te beschermen. Signalen dat de regelgeving
ten aanzien van monitoring van PAK’s bij asfaltcentrales daarbij als belemmerend wordt
ervaren neem ik serieus en onderzoek ik. Als daaruit volgt dat de regelgeving niet
voldoet, pas ik deze aan.
Vraag 2
Wat is de reden dat tot dit jaar voor het laatst de hoeveelheid PAK’s gemeten is in
2012?
Antwoord 2
De regelgeving bevat voor PAK-emissies van asfaltcentrales een zogenoemde «erkende
maatregel». Als het bedrijf deze erkende maatregel treft, voldoet het daarmee aan
de emissiegrenswaarde. Als een bedrijf ervoor kiest om via de erkende maatregel aan
te tonen dat aan de emissiegreswaarde wordt voldaan, heeft het bedrijf geen meetverplichting
voor PAK’s. Zie ook het antwoord op vraag 4.
De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ORDN) heeft mij laten weten dat in 2012 geen PAK-meting
heeft plaatsgevonden, althans niet door het bevoegde gezag. In een vergunningaanvraag
uit 2012 heeft de asfaltcentrale in Nijmegen, APN, als bijlage een emissieonderzoek
opgenomen dat betrekking had op metingen (op onder andere PAK’s) die in 2003 zijn
verricht. Mogelijk dat hierdoor de indruk is ontstaan dat voor het laatst is gemeten
in 2012.
Vraag 3
Op welke manier wordt de samenstelling van asfalt, welke wordt verwerkt in de betreffende
fabriek, op voorhand gecontroleerd? Zijn hier de laatste jaren schadelijke stoffen
gevonden? Zo ja, hoe kan het dat dit asfalt toch is verwerkt?
Antwoord 3
De productie van BRL 9320 granulaat vindt plaats op basis van een certificeringsregeling.
Om recyclinggranulaat, dat voldoet aan de BRL, op de markt te mogen brengen, moet
het betreffende bedrijf zijn gecertificeerd. Een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde
certificerende instelling ziet hierop toe.
Van de ODRN heb ik begrepen dat APN in het productieproces uitsluitend gecertificeerd
asfaltgranulaat gebruikt. APN is gecertificeerd om onder de BRL 9320 zogenaamd bitumineus
gebonden mengsels te produceren. Een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde
certificerende instelling ziet hierop toe.
Van ODRN begrijp ik dat ook de Omgevingsdienst tijdens de controles steekproefsgewijs
controleert of er inderdaad gecertificeerd asfaltgranulaat wordt geaccepteerd. De
afgelopen jaren zijn er in dat kader geen afwijkingen geconstateerd. Wel zijn naar
aanleiding van de recentelijk gemeten overschrijding van de emissiegrenswaarde onlangs
twee partijen granulaat bemonsterd en geanalyseerd. Van ODRN begrijp ik dat uit de
analyseresultaten blijkt, dat de bemonsterde partijen minder dan 75 mg/kg PAK bevatten,
dit betekent dat deze partijen als teervrij mogen worden beschouwd. Daarmee wordt
voldaan aan de geldende normen.
Vraag 4
Wat zijn de mogelijkheden voor het bevoegd gezag om het betreffende bedrijf tot de
orde te roepen?
Antwoord 4
Er bestaan verschillende handhavingsmiddelen die kunnen worden ingezet wanneer een
overtreding wordt geconstateerd. Voor APN is de gemeente Nijmegen bevoegd gezag, de
uitvoering daarvan is belegd bij ODRN. Het bevoegd gezag kan zowel bestuursrechtelijk
(last onder bestuursdwang, last onder dwangsom en intrekking vergunning) als strafrechtelijk
tegen geconstateerde overtredingen optreden.
Ten aanzien van PAK’s emissies van asfaltinstallaties geldt een zogenoemde «erkende
maatregel» waarop bevoegd gezag kan handhaven. Deze erkende maatregel stelt kwaliteitseisen
aan asfalt en asfaltgranulaat dat wordt gebruikt voor de productie van nieuw asfalt.
Als het asfalt en asfaltgranulaat aan de kwaliteitseisen volgens de Beoordelingsrichtlijn
(BRL) 9320 voldoet, dan zouden de emissies die vrijkomen bij het productieproces ook
moeten voldoen aan de emissiegrenswaarde voor PAK’s, zodat extra maatregelen of metingen
dan niet meer nodig zijn. Deze erkende maatregel is, op basis van luchtmetingen en
na overleg met onder meer omgevingsdiensten, in 2006 opgenomen in de Nederlandse emissierichtlijn
lucht en vanaf 2016 in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Gezien de vragen die
zijn gerezen over de erkende maatregel onderzoek ik momenteel in hoeverre het adequaat
is deze (in de huidige vorm) in stand te houden. Als daaruit volgt dat de maatregel
niet voldoet, pas ik de regelgeving aan. Ik verwacht eind van het jaar daarover een
besluit te kunnen nemen. Ik betrek daarbij ook de uitkomst van de metingen bij de
asfaltcentrale in Nijmegen om te bezien of de uitstoot in de praktijk afwijkt. Overigens
geldt voor ZZS ook een minimalisatie verplichting waarop bevoegd gezag kan toezien.
Vraag 5
Is de omgevingsdienst voldoende adequaat uitgerust om dergelijke schadelijke stoffen
te meten wanneer nodig en is voldoende kennis aanwezig om bedrijven mogelijkerwijs
aan te pakken wanneer dit nodig is?
Antwoord 5
Van ODRN heb ik begrepen dat binnen het stelsel van de zeven Gelderse omgevingsdiensten
een geaccrediteerde meetdienst aanwezig is. Voor dit soort metingen kan het Team Meten
en Advies van de Omgevingsdienst Regio Arnhem worden ingeschakeld door de andere Gelderse
omgevingsdiensten. Het Team Meten & Advies is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd
als onafhankelijke inspectie-instelling type C (registratienummer I-168) conform de
norm EN ISO/IEC 17020:2012. Daarnaast beschikt ODRN over eigen luchtspecialisten en
milieu-inspecteurs die voldoen aan de eisen die worden gesteld in de landelijke VTH-kwaliteitscriteria.
Vraag 6
Op welke manier worden gemeenten, omgevingsdiensten en andere bevoegde gezagen ondersteund
vanuit het Rijk wanneer overtredingen plaatsvinden om inwoners van Nederland te beschermen?
Antwoord 6
Kenniscentrum InfoMil geeft voorlichting over toezicht en handhaving. Dit doen zij
onder meer door het geven van presentaties, de informatie op hun website en een helpdesk.
Hier kunnen bevoegd gezag en omgevingsdiensten gebruik van maken. Wanneer de Omgevingswet
in werking treedt, zal deze functie worden overgenomen door het Informatiepunt Leefomgeving
(IPLO).
Vraag 7
Klopt het dat het betreffende bedrijf een mogelijke dwangsom tot maximaal 50.000 euro
opgelegd kan worden? Hoe staat dit in verhouding met het vergrijp?
Antwoord 7
Ik heb begrepen dat er nog geen sprake is van een opgelegde last onder dwangsom. Het
maximumbedrag van € 50.000,- is opgenomen in het voornemen tot last onder dwangsom
van de gemeente Nijmegen. De hoogte van het bedrag kan in het kader van de verdere
besluitvorming nog worden bijgesteld.
Een bestuursorgaan komt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum
van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid toe. Op grond van artikel
5.32 van de Algemene wet bestuursrecht kan en moet de hoogte van de dwangsom op de
ernst van de overtreding worden afgestemd (evenredigheid) en tot doel hebben de overtreding
tegen te gaan of te voorkomen (effectiviteit).
Vraag 8
Bent u het eens dat het noodzakelijk is voor bevoegde gezagen die vergunningen verstrekken
voor de zware industrie, eveneens voor betreffende omgevingsdiensten, dat voldoende
juridische kennis aanwezig is wanneer ingegrepen moet worden? Zo ja, is die kennis
voldoende aanwezig?
Antwoord 8
Ik ben het hier mee eens. De ODRN beschikt over eigen milieujuristen die voldoen aan
de eisen die worden gesteld in de landelijke VTH-kwaliteitscriteria. Uit het onderzoek
«Omgevingsdiensten in beeld»3 blijkt dat de ODRN 18,40 fte juristen voor het primaire proces werkzaam heeft.
Vraag 9
Zijn de normen die zijn vastgesteld voor de zware industrie passend voor een dichtbebouwde
omgeving zoals Nijmegen?
Antwoord 9
In algemene zin hebben provincies en gemeenten als bevoegd gezagen de mogelijkheid
om te sturen op ruimtelijke inrichting van een gebied en op welke functies op welke
plek plaats kunnen vinden. De regelgeving stelt daarnaast niet alleen eisen aan emissies
van afzonderlijke installaties, maar ook aan de concentraties op leefniveau, die ertoe
kunnen leiden dat emissies van afzonderlijke bedrijven verder omlaag moeten.
Vraag 10
Wat is de reden dat de bewijslast voor schone productie en kosten voor toezicht liggen
bij gemeenten en niet bij bedrijven met vervuilende productieprocessen? Wat is nodig
om deze bewijslast bij het bedrijf zelf te leggen, waarbij zij dit proactief aantonen?
Antwoord 10
In handhavingszaken is het, gelet op het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel,
aan het bevoegd gezag om aannemelijk te maken dat een overtreder een overtreding heeft
gepleegd. Omkering van deze bewijslast acht ik minder kansrijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.