Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paulusma, Van Ginneken, Kuiken, Ellemeet en Simons over het faillissement van de ggz-instelling voor transgenderzorg 'Stepwork'
Vragen van de leden Paulusma (D66), Van Ginneken (D66), Kuiken (PvdA), Ellemeet (GroenLinks) en Simons (BIJ1) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het faillissement van de ggz-instelling voor transgenderzorg «Stepwork» (ingezonden 24 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
3 november 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 287.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het bericht dat ggz-instelling Stepwork, een van de grootste ggz-instellingen
binnen de transgenderzorgsector, failliet is?1
Antwoord 1
Stepwork Transgenderzorg (hierna: Stepwork), een ggz-aanbieder voor transgenderzorg,
is op 21 september jl. failliet verklaard. Dit is met name ingrijpend voor die mensen
die hier onder behandeling zijn of op de wachtlijst staan. Het faillissement heeft
vragen opgeroepen met betrekking tot de consequenties van het faillissement voor hun
behandeling of hun positie op de wachtlijst.
Wat voor mij voorop staat in dit proces, is de continuïteit van zorg en goede communicatie
naar de betrokkenen.
De curator heeft er, met ondersteuning van zorgverzekeraars Zilveren Kruis en VGZ,
voor gezorgd dat de afspraken die circa 85 patiënten in oktober met Stepwork hadden,
door konden gaan. Daarnaast hebben de curator en zorgverzekeraars gezocht naar oplossingen
voor de langere termijn, zoals de mogelijkheid van een overname.
Per 1 november jl. heeft Genderhealthcare B.V. (hierna: Genderhealthcare) ggz-aanbieder
Stepwork overgenomen. De zorg voor alle patiënten van Stepwork en de mensen die bij
Stepwork op de wachtlijst staan wordt, indien deze mensen hiermee akkoord gaan, door
de curator overgedragen aan Genderhealthcare. Genderhealthcare wil ook behandelaren
van Stepwork in dienst nemen. De curator heeft hierover inmiddels contact opgenomen
met de patiënten en wachtenden en zij hebben ook informatie van Genderhealthcare ontvangen.
Verzekerden die vragen hebben kunnen ook altijd contact opnemen met de afdeling Zorgbemiddeling
van hun zorgverzekeraar (het telefoonnummer van elke zorgverzekeraar is te vinden
op www.mijnzorgverzekeraar.nl).
Ik ben, met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa), blij dat continuïteit van zorg is gerealiseerd. De IGJ en NZa zullen vanuit
hun rol als toezichthouders de voortgang en kwaliteit van zorg monitoren.
Vraag 2
Welke invloed heeft dit faillissement op de wachttijden in de transgenderzorg?
Antwoord 2
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven, wordt de zorg voor alle patiënten
van Stepwork en de mensen die bij Stepwork op de wachtlijst staan (indien deze mensen
hiermee akkoord gaan) door de curator overgedragen aan Genderhealthcare. De patiënten
die al onder behandeling waren bij Stepwork hebben inmiddels ook van Genderhealthcare
gehoord in welke periode
(afhankelijk van in welke fase van de behandeling zij zich bevonden) zij een eerste
afspraak zullen hebben. Het faillissement van Stepwork zal, door de daaropvolgende
overname, per saldo dan ook geen tot nauwelijks effect hebben op de wachttijden voor
transgenderzorg.
Vraag 3
Denkt u dat met het wegvallen van deze zorg het recht van transgenderpersonen tot
toegang tot transgenderzorg in voldoende mate gewaarborgd blijft?
Antwoord 3
Gelet op de overname van Stepwork door Genderhealthcare is er geen sprake van het
wegvallen van zorg.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is als door dit faillissement de wachtlijsten
voor transgenderzorg nog verder toenemen? Indien dit het geval is, hoe gaat u zich
inspannen om een verdere groei van de wachtlijsten te voorkomen?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Wat vindt u van de berichtgeving dat het niet bekend is bij instanties hoeveel patiënten
er bij Stepwork onder behandeling waren en dat het momenteel onbekend is hoeveel wachtenden
er waren bij Stepwork? Wanneer is dit wel bekend en is het tot die tijd mogelijk een
inschatting te maken van de omvang van dit aantal?2
Antwoord 5
Het meest actuele beeld is dat er 347 mensen in behandeling waren bij Stepwork en
430 mensen op de wachtlijst stonden. Het is helaas nog niet 100% duidelijk of deze
patiënten nog actief in behandeling zijn, en of de wachtenden nog actief wachtend
waren voor Stepwork, of bijvoorbeeld reeds elders een plek hadden gevonden. Dit heeft
te maken met de administratie van Stepwork. Om meer zekerheid te krijgen over deze
aantallen, heeft de curator alle patiënten via e-mail benaderd met de vraag in welke
fase van behandeling zij zijn, dan wel of zij nog actief wachtende zijn. Op basis
van de reacties kan het overzicht compleet worden gemaakt.
Vraag 6
Hoe gaat u voor de groep patiënten en wachtenden van Stepwork een alternatieve passende
zorgverlener vinden, om zo verdere vertraging en uitstel van noodzakelijke zorg voor
deze specifieke groep te voorkomen?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 7
Wordt er gesproken over een mogelijke overname van Stepwork? Waarom is dit wel, dan
wel niet, een realistisch scenario?
Antwoord 7
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 8
Wat had u meer kunnen doen om het faillissement van Stepwork te voorkomen, zeker na
de veelvoudige signalen van onder andere de twee rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) uit 2019 en 2020?3, 4
Antwoord 8
In dit kader merk ik in de eerste plaats graag op dat de inspanningen van het Ministerie
van VWS op het gebied van de transgenderzorg groter zijn dan bij de meeste andere
typen zorg. Dit omdat er grote vraagstukken liggen, met name rondom de wachttijden.
Daarom hebben het Ministerie van VWS en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) samen een
kwartiermaker aangesteld, die samen met betrokken partijen alles in het werk stelt
om de wachttijden terug te dringen en beweging in de transgenderzorg te bewerkstelligen.
Het beleid van VWS ten aanzien van zorginstellingen in financiële problemen is uiteengezet
in de Kamerbrief van 11 oktober 2019 (Kamerstuk 32 620, nr. 235). Dit beleid is gericht op continuïteit van zorg voor patiënten en cliënten, en niet
op continuïteit van individuele instellingen. In ons stelsel hebben zorgverzekeraars
zorgplicht. Op het moment dat een aanbieder wegvalt, moet de zorgverzekeraar ervoor
zorgen dat zijn verzekerden ergens anders terecht kunnen. Om niet overvallen te worden
door een plotseling ongecontroleerd faillissement, is het systeem van vroegsignalering
van financiële problemen bij zorgaanbieders versterkt. Zorgverzekeraars maken eerder
melding van mogelijke risico’s voor de continuïteit van zorg bij de NZa (die toezicht
houdt op de zorgplicht van zorgverzekeraars) en gaan met de NZa in gesprek over de
maatregelen die ze treffen om aan hun zorgplicht te kunnen blijven voldoen. In dat
kader is er de afgelopen periode veelvuldig contact geweest tussen VWS, IGJ en NZa
en tussen zorgverzekeraars, NZa en IGJ over Stepwork. Die contacten waren (en zijn)
gericht op de continuïteit van zorg voor de patiënten en de mensen op de wachtlijst.
Het feit dat het beleid van VWS is gericht op continuïteit van zorg voor patiënten
en cliënten, en niet op continuïteit van individuele instellingen, neemt overigens
niet weg dat ook de toenmalige Ministers voor Medische Zorg en Sport en ik ons de
afgelopen jaren zorgen hebben gemaakt over de situatie bij Stepwork en meer dan te
doen gebruikelijk actie hebben ondernomen om deze situatie te verbeteren. Dit in het
belang van de continuïteit van zorg voor de patiënten van en mensen op de wachtlijst
bij Stepwork, mede gelet op de lange wachttijden in de transgenderzorg en ook het
feit dat Stepwork op dat moment hoog scoorde qua patiënttevredenheid (zie onder meer
het onderzoek van de kwartiermaker, Transvisie en een aantal wetenschappers, naar
ervaringen en behoeften van transgenders in de zorg, Kamerstuk 31 016, nr. 257).
Zoals u weet kan VWS in zijn algemeenheid geen uitspraken doen over zorgaanbieders
die in (financiële) problemen verkeren. Dit omdat elke (communicatie-)uiting hierover
naar buiten ervoor kan zorgen dat de oplossingen voor herstel verder uit zicht raken.
Nu het faillissement van Stepwork Transgenderzorg een feit is, is de situatie wat
dat betreft veranderd.
Op hoofdlijnen zijn de inspanningen van het Ministerie van VWS met betrekking tot
het verbeteren van de situatie bij Stepwork en de continuïteit van zorg voor de patiënten
en wachtenden van Stepwork als volgt samen te vatten:
Eind 2019 kwam het Ministerie van VWS ter ore dat het bestuur van Stepwork overwoog
te stoppen met het aanbieden van transgenderzorg. In gesprekken die hierop volgden
heeft het bestuur van Stepwork aangegeven dat het hulp zou willen krijgen om «de basis
op orde te krijgen» en om de contractering met de zorgverzekeraars te regelen. Daarop
hebben het Ministerie van VWS en ZN gezamenlijk een aanvullende opdracht aan de kwartiermaker
transgenderzorg verstrekt om Stepwork bij te staan in de periode van eind december
2019 tot maart 2020. Doel hiervan was dat Stepwork in deze periode een grote stap
zou zetten om aan de basisvoorwaarden (onder andere met betrekking tot de governance
van de organisatie) te gaan voldoen om verder te kunnen met het bieden van transgenderzorg
in een decentraal netwerk en dat netwerk verder te kunnen uitbouwen en versterken
(waarbij alle verantwoordelijkheid uiteraard bij Stepwork bleef liggen). Ondanks het
goede werk dat de kwartiermaker hier heeft verricht is Stepwork er helaas niet in
geslaagd om aan deze basisvoorwaarden te voldoen.
Daarnaast heeft de IGJ de afgelopen jaren, zoals u ook aangaf, verschillende keren
onderzoek gedaan bij Stepwork. De twee onderzoeken van de IGJ uit 2019 en 2020 hebben
beide geleid tot de formulering van verbetermaatregelen gericht aan Stepwork, en in
mei 2020 is een aanwijzing opgelegd die nodig was om Stepwork de meest kwetsbare aspecten
op orde te laten brengen. Ook op dit moment is de inspectie actief met betrekking
tot de situatie van Stepwork. Zo rondt de IGJ nog een toezichtstraject af bij deze
aanbieder. De uitkomsten hiervan worden openbaar wanneer de wettelijke termijnen voor
openbaarmaking zijn verstreken.
Verder hebben er in de periode november 2019 tot heden vele overleggen over de situatie
bij Stepwork plaatsgevonden tussen (in wisselende samenstellingen) het Ministerie
van VWS, de kwartiermaker transgenderzorg, de grote zorgverzekeraars, de toezichthouders
IGJ en NZa, en het bestuur van Stepwork. Vanaf het moment dat duidelijk werd dat het
risico van een faillissement van Stepwork aanwezig was, hebben de gesprekken met name
tot doel gehad dat in geval van een faillissement de continuïteit van zorg voor de
patiënten en wachtenden van Stepwork zou zijn geborgd.
In de brief die de Minister van VWS binnenkort naar uw Kamer stuurt over de transgenderzorg,
zal hij hier nader op ingaan.
Vraag 9
Bent u het eens met de stelling dat door het wegvallen van de zorg die Stepwork levert,
het verplicht uitgebreid psychologische onderzoek voorafgaand aan de lichamelijke
zorg een nog grotere «bottleneck» zal vormen voor de transgenderzorg in Nederland?
Antwoord 9
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 10, 11 en 12
Wat vind u van de oproep die gedaan is door patiënten afgelopen zomer om de rol van
de psycholoog in de transgenderzorg sterk te verkleinen?5
Wat zou het effect zijn op de wachtlijsten van het niet langer verplichten van een
uitgebreid psychologisch onderzoek, maar in plaats daarvan te werken met een triage-systeem,
zoals dit al in veel andere landen is?
Bent u bereid om te onderzoeken of het mogelijk is het verplichte uitgebreide psychologische
onderzoek af te schaffen en te laten vervangen voor een triage-systeem om zo het acuut
ontstane «bottleneck»-probleem op te lossen, ook in het licht van de aangenomen motie
van het lid Bergkamp van 25 februari 2021?6
Antwoord 10, 11 en 12
Het standpunt van de voorstanders van de invoering van een triagesysteem is dat een
triagesysteem ervoor kan zorgen dat voor een deel van de transgender personen het
traject van indicatiestelling kan worden ingekort, en dat dit betekent dat de bestaande
capaciteit efficiënter kan worden ingezet met een positief effect op de wachttijden
tot gevolg. Of dit inderdaad het geval is kan ik niet beoordelen; ook omdat het niet
aan mij is om mij erover uit te spreken wat kwalitatief goede transgenderzorg is (en
of een dergelijk triagesysteem daaraan bijdraagt).
Omdat vragen over de rol van de psycholoog bij de indicatiestelling voor somatische
zorg en over andere onderwerpen die betrekking hebben op de kwaliteit van transgenderzorg
het Ministerie van VWS, onder meer via uw Kamer, al eerder hebben bereikt, heeft de
Minister van VWS zoals u weet ZonMw gevraagd om een voorstel uit te werken voor een
proces van evaluatie van de huidige Kwaliteitsstandaard Transgenderzorg Somatisch.
Hij heeft daarbij specifiek gevraagd aandacht te besteden aan onder meer de ontwikkelingen
en mogelijkheden met betrekking tot depathologisering van genderincongruentie. Hij
heeft ZonMw gevraagd om na te gaan of de kwaliteitsstandaard actueel is op dit punt.
Is er sprake van voortschrijdend inzicht en zo ja, zou de kwaliteitsstandaard op dit
punt moeten worden aangepast? Daarbij heeft hij aangegeven dat er onder meer vragen
worden gesteld over nut en noodzaak van deze psychische evaluatie; de duur van het
evaluatietraject; mogelijkheden om meer te differentiëren tussen transgenderpersonen
die een uitgebreider evaluatietraject nodig hebben en degenen waarbij men mogelijk
met een kortere evaluatie zou kunnen volstaan; en eventueel het invoeren van triagecriteria.
Daarbij heeft hij verwezen naar de motie-Bergkamp over dit onderwerp (Kamerstuk 31 016, nr. 337).
De Minister van VWS zal uw Kamer binnenkort nader informeren over de stand van zaken
van dit traject.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.