Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Belhaj over het analyseren van data van de Proco-app
Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het analyseren van data van de Proco-app (ingezonden 21 september 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 2 november 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 265.
Vraag 1
Op basis van welke data concludeert u dat de ProCo-app door 30.000 politiemensen wordt
gebruikt?
Antwoord 1
De Proco-functionaliteit maakt onderdeel uit van de MEOS-app. Het aantal van 30.000
staat gelijk aan het aantal medewerkers dat werkt met de MEOS-app op de diensttelefoon.
De ProCo-functionaliteit geeft automatisch informatie aan elke medewerker die de MEOS-app
gebruikt bij een bevraging naar een persoon of een kenteken. Zoals ik uw Kamer heb
bericht in het eerste Halfjaarbericht politie 2021zal er in 2022 nader onderzoek plaatsvinden
naar het gebruik van de Proco-functionaliteit en het Handelingskader professioneel
controleren.1
Overeenkomstig de motie Azarkan2 zal ik uw Kamer bovendien halfjaarlijks rapporteren over de analyse van de door de
Proco-app verzamelde gegevens ten aanzien van professioneel controleren.
Vraag 2
Worden in de ProCo-app alleen handmatige bevragingen bijgehouden of ook de bevragingen
op basis van Automatic Number Plate Recognition (ANPR)?
Antwoord 2
ANPR-registraties zijn niet opvraagbaar en niet zichtbaar in MEOS en daarmee ook niet
in de Proco-functionaliteit. De data uit ANPR worden in een apart systeem geregistreerd
dat niet is gekoppeld aan BVH (BasisVoorziening Handhaving).
Vraag 3
Hoe lang blijven de gelogde data bewaard en welke details worden over een bevraging
bewaard? Is dat dan alleen het feit dat iemand is bevraagd, of ook welke agent deze
bevraging deed, wat de reden was voor de bevraging en bijvoorbeeld wat de locatie,
het tijdstip en de datum waren?
Antwoord 3
De Wet Politiegegevens regelt de bewaartermijnen en de aard van de bewaarde (persoons)gegevens
in de politiesystemen. In MEOS wordt bijgehouden welke politiemedewerker welke bevraging
heeft gedaan, ten aanzien van wie/wat en op welk moment. Deze data worden conform
art. 8 Wpg gedurende een periode van vijf jaar bewaard. De reden van de bevraging
wordt niet afzonderlijk in de ProCo-functionaliteit vastgelegd, omdat er te veel invalshoeken
en daarmee te veel categorieën zijn om vast te leggen, hetgeen de datakwaliteit en
opties voor analyse en reflectie niet ten goede zou komen. Ook zou de ProCo-functionaliteit
hierdoor te complex worden om nog hanteerbaar te zijn voor politiemedewerkers. De
optie van vrije tekstvelden wordt niet als een realistisch alternatief gezien vanwege
de toename van de administratieve last.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat dergelijke details relevant kunnen zijn bij verdere analyse
van de data om iets te kunnen zeggen over etnisch profileren?
Antwoord 4
Data met betrekking tot een bevraging of een controle zijn relevant voor onderzoek
naar professioneel controleren c.q. de toepassing van de principes uit het Handelingskader
professioneel controleren. Onderzocht wordt daarom of de geanonimiseerde data inzicht
kunnen geven in het bevragingsgedrag en in de controles die zijn uitgevoerd. Deze
inzichten kunnen helpen bij het trainen op de toepassing van het handelingskader professioneel
controleren.
Daarnaast werkt de politie met virtual reality (VR) simulaties om medewerkers te trainen op de toepassing van het Handelingskader
professioneel controleren en om te kunnen reflecteren op de manier waarop dit kader
wordt toegepast in de praktijk. De Politieacademie en de Universiteit Twente gaan
het gebruik van de VR-simulaties onderzoeken.
Vraag 5, 6, 7
Hoe wordt concreet invulling gegeven aan het voornemen dat is opgenomen in de beantwoording
van Kamervragen3 om samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te kijken of de informatie
uit de ProCo-app en de data van het CBS inzicht kunnen geven in de omvang van etnisch
profileren om zo etnisch profileren te kunnen monitoren en de effecten en effectiviteit
van de maatregelen om professioneel controleren te versterken in kaart te brengen?
Kunt u toelichten op welke wijze u hier concreet invulling aan wilt geven? Is het
CBS hier al voor benaderd en wat is specifiek aan hen gevraagd?
Bent u bereid om instanties die ervaring en expertise hebben op het terrein van etnisch
profileren, zoals Controle Alt Delete en Amnesty International, te betrekken bij het
analyseren van de data van de ProCo-app?
Antwoord 5, 6, 7
De data in de politiesystemen kunnen verbonden worden om inzicht te krijgen in kenmerken
van burgers die gecontroleerd worden, bijvoorbeeld antecedenten. De data in de politiesystemen
geven echter geen informatie over de herkomst van een burger of sociaaleconomische
kenmerken. En dit zijn juist data die gebruikt kunnen worden bij onderzoek naar de
vraag of bij de controles voldoende volgens het handelingskader professioneel controleren
wordt gewerkt. Aangezien het CBS wel beschikt over deze informatie onderzoeken het
CBS en de politie of het mogelijk is om de gegevensbronnen samen te brengen. Dit onderzoek
bevindt zich thans in een voorbereidend stadium.
De privacy zal worden gewaarborgd omdat in de analyse alleen kwantitatief wordt aangegeven
welke achtergrondkenmerken de burgers hadden die gecontroleerd zijn of waarover een
bevraging is gedaan.
Vraag 8
Op welke termijn wordt de analyse opgestart / afgerond en op welke wijze wordt de
privacy van burgers gewaarborgd?
Antwoord 8
Ik heb regelmatig overleg met maatschappelijke organisaties zoals Amnesty en Control
Alt Delete. Ik zal met de politie bespreken op welke manier organisaties met bovengenoemde
expertise een rol kunnen spelen bij de interpretatie van de bevindingen uit de bovengenoemde
studies.
Vraag 9
Kunt u aangeven wat wordt gedaan met het voornemen dat u heeft opgenomen in uw brief
van 12 april jl.4 om de effecten van de toepassing van de Proco-app in samenhang met het handelingskader
te monitoren en hiervoor een meetinstrument te ontwikkelen om zo inzicht te krijgen
in de aard en omvang van de controles? Kunt u toelichten welk meetinstrument hiervoor
is ontwikkeld, hoe het werkt, wie daar het bevoegd gezag over heeft, wie relevante
inzichten abstraheert van het meetinstrument en wanneer hiervoor de relevante bevindingen
naar de Tweede Kamer worden gestuurd?
Antwoord 9
In 2022 wordt vervolgonderzoek gedaan naar het gebruik van de Proco-functionaliteit
in samenhang met het Handelingskader professioneel controleren. Daarnaast is er inderdaad
een meetinstrument in ontwikkeling voor de permanente monitoring van de aard en aantallen
controles. Hiervoor worden uit de politiesystemen datasets gemaakt die – gekoppeld
aan CBS-data – periodiek geanalyseerd kunnen worden. De uitwerking hiervan is zoals
gezegd thans in voorbereiding. Daarenboven wordt een van de basisprincipes van het
handelingskader – de bejegening – gemonitord via onder andere de tweejaarlijkse Veiligheidsmonitor
en de jaarlijkse Vertrouwen-en reputatiemonitor. Samen met de G4 verken ik hoe aanvullend
onderzoek op dit terrein eruit zou kunnen zien.
Vraag 10
Kunt u de Kamer informeren over het aantal bevragingen waarop een controle is gevolgd,
en de uitkomst van die controles, uitgesplitst per maand en per basisteam sinds 1 november
2020?
Antwoord 10
Aangezien het verkrijgen van inzicht in deze gegevens enige tijd kost, zal ik uw Kamer
nader informeren op dit punt in het tweede halfjaarbericht politie 2021.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 11
Waar mogelijk is dat gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.