Amendement : Amendement van de leden Grinwis en Inge van Dijk over het per 1 januari 2025 laten vervallen van de thuiswerkvergoeding
35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Nr. 17 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN INGE VAN DIJK
Ontvangen 1 november 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel VIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIIA
Artikel 31a, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2025
als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel k, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot
van onderdeel j door een punt.
2. In het zevend lid, aanhef, wordt «onderdelen a en k» vervangen door «onderdeel a»,
vervalt «, onderscheidenlijk thuiswerken,», wordt «die onderdelen» vervangen door
«dat onderdeel» en wordt «aantallen dagen» vervangen door «aantal dagen».
3. In het zevende lid, onder a, vervalt «, onderscheidenlijk thuiswerkt».
4. Onder vernummering van het veertiende tot en met zestiende lid tot twaalfde tot en
met veertiende lid vervallen het twaalfde en dertiende lid.
Toelichting
Met dit amendement wordt een horizonbepaling verbonden aan de in het wetsvoorstel
opgenomen gerichte vrijstelling thuiswerkkosten. Op grond hiervan vervalt de gerichte
vrijstelling thuiswerkkosten per 1 januari 2025. De indieners vinden het een goede
ontwikkeling als er in de toekomst meer thuisgewerkt gaat worden dan voor de coronapandemie
gebruikelijk was. Zij vinden de fiscale tegemoetkoming sympathiek, maar tegelijk achten
zij de toename in complexiteit van het belastingstelsel door de introductie en vormgeving
van de thuiswerkkostenvergoeding problematisch. In de wetenschap dat de werkkostenregeling,
inclusief de voorgestelde vrijstelling, in 2023/2024 wordt geëvalueerd, achten de
indieners een horizonbepaling op zijn plaats. Op grond van deze evaluatie kan ruim
voor 2025 opnieuw de afweging worden gemaakt of een fiscale tegemoetkoming voor thuiswerken
nodig en wenselijk blijft, al dan niet in de vorm van een gerichte vrijstelling thuiswerkkosten.
Het twaalfde en dertiende lid van artikel 31a kunnen vervallen, omdat er door het
vervallen van de thuiswerkvergoeding geen sprake meer zal zijn van samenloop van de
reiskostenvergoeding en de thuiswerkvergoeding. Het dertiende lid betreft de indexatie
van de thuiswerkvergoeding.
Grinwis
Inge van Dijk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid