Schriftelijke vragen : De uitbreiding van zeker 360 veehouderijen te midden van de natuurcrisis
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitbreiding van zeker 360 veehouderijen te midden van de natuurcrisis (ingezonden 27 oktober 2021).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat minstens 360 veehouderijen sinds de PAS-uitspraak van de Raad
van State in mei 2019 hebben kunnen uitbreiden, terwijl de natuur in erbarmelijke
staat verkeert en vele woningbouwprojecten geen vergunning kunnen krijgen vanwege
de stikstofuitstoot?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraken van de rechtbanken Noord-Nederland en Midden-Nederland
en de door de NRC aangehaalde hoogleraren, die ernstige twijfels hebben bij de werking
van technische lapmiddelen (die de uitstoot van deze uitbreidingen zouden moeten compenseren)
en stellen dat de natuur daar de dupe van is?2,
3,
4
Vraag 3
Beaamt u dat Nederland onder andere in de stikstofcrisis terecht is gekomen doordat
de overheid te makkelijk natuurvergunningen uitgaf, die op papier geen negatief effect
zouden hebben op de natuur, maar dat dat in de praktijk anders was?
Vraag 4
Waarom acht u het acceptabel dat provincies toestemming blijven geven voor uitbreidingen
van veehouderijen op basis van compensatie (intern salderen) met falende technische
maatregelen? Deelt u het inzicht dat dit hetzelfde soort lakse beleid is als waardoor
we in de natuurcrisis terecht zijn gekomen?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat u op eerdere Kamervragen antwoordde dat veel staltechnieken
«in de praktijk niet zo goed presteren als in de regelgeving verondersteld wordt»?5
Vraag 6
Vindt u het een effectieve besteding van belastinggeld als u enerzijds veehouderijen
uitkoopt ten behoeve van stikstofreductie en anderzijds veehouderijen laat uitbreiden?
Zo ja, kunt u uitleggen waarom? Zo nee, bent u bereid om uitbreidingen van veehouderijen
niet langer toe te staan?
Vraag 7
Kunt u uitsluiten dat de veehouderijen die de afgelopen tweeënhalf jaar zijn uitgebreid
door intern salderen, voor 2030 alsnog zullen moeten worden uitgekocht door de overheid
om de natuur- en klimaatdoelen te halen? Zo ja, waarop baseert u dat? Zo nee, waarom
gaat u dan door met dit soepele beleid voor intern salderen?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u in antwoord op eerdere Kamervragen erkende dat u met de reservering
van 678 miljoen euro tot 2030 voor technische lapmiddelen voor de veehouderij niet
heeft geregeld dat de hiermee gewonnen «emissieruimte» direct weer wordt opgevuld
door een uitbreiding van het aantal dieren, maar dat u erop rekent dat andere maatregelen
(zoals dier- en fosfaatrechten) dit effect zullen beperken?6
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de dier- en fosfaatrechten gewoon verhandelbaar zijn en dat
veehouders deze dus kunnen kopen van stoppende collega’s, waardoor uitbreidingen en
schaalvergroting gewoon mogelijk zijn, zoals ook is gebeurd bij de genoemde 360 bedrijven?
Vraag 10
Vindt u het een effectief natuurbeleid en een effectieve besteding van 678 miljoen
euro belastinggeld om stikstof te reduceren, wanneer de gerealiseerde «emissieruimte»
door de betreffende veehouders direct weer opgevuld kan worden met een uitbreiding
van het aantal dieren door intern salderen?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat u in antwoord op eerdere Kamervragen stelde dat het inzetten
van emissieruimte voor economische ontwikkelingen «alleen gebeurt als het effect van
deze maatregelen vaststaat en additioneel is ten opzichte van wat nodig is voor behoud
en het halen van de voorgestelde wettelijke reductie- en instandhoudingsdoelstellingen»?7
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat zelfs alle natuur- en bronmaatregelen uit de structurele aanpak
tezamen niet zullen zorgen voor het behalen van de landelijke instandhoudingsdoelstellingen
uit de Habitatrichtlijn, omdat ze er niet op zijn gericht om alle natuurgebieden in
een gunstige staat van instandhouding te brengen? Waarom denkt u dan toch dat er tot
wel 70% van de gewonnen «emissieruimte» ingezet kan worden voor economische activiteiten?
Vraag 13
Kunt u deze vragen één voor één en ruimschoots voor de behandeling van de LNV-begroting
beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.