Schriftelijke vragen : De uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep inzake werken vanuit de bijstand
Vragen van de leden Maatoug (GroenLinks) en Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep inzake werken vanuit de bijstand (ingezonden 26 oktober 2021).
Vraag 1
Kent u de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 24 augustus 20211, de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 oktober 20182, de uitspraak van de CRvB van 14 juni 20163 en de artikelen over werken vanuit de bijstand4?
Vraag 2
Kunt u aangeven in hoeverre deze problemen bij het ministerie voor deze uitspraak
al bekend waren, en wat er is gedaan met deze signalen? Hebben hier gesprekken met
gemeenten of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over plaatsgevonden? Waarom
is er niet eerder voor gekozen om werken vanuit de bijstand aantrekkelijker te maken,
en ervoor te zorgen dat mensen met fluctuerende bijverdiensten in de verrekening niet
onder het bijstandsniveau terechtkomen?
Vraag 3
Kunt u aangeven op hoeveel bijstandsgerechtigden deze uitspraak betrekking heeft?
Als een exact aantal niet lukt, kunt u dan een inschatting geven? Mocht dit ook niet
kunnen, kunt u dan aangeven hoe u deze inschatting wel gaat maken?
Vraag 4
In hoeveel gemeenten wordt er op dit moment nog gewerkt met de oude interpretatie
van de wet?
Vraag 5
Hoeveel gemeentelijke verordeningen Participatiewet zijn in strijd met de wet en regelgeving
en rechtspraak aangaande fictief verrekenen en de vrijlating?
Vraag 6
Welke stappen zijn er sinds de uitspraak van de CRvB in augustus geweest om ervoor
te zorgen dat in alle gemeenten de nieuwe interpretatie van de wet wordt toegepast?
Wanneer verwacht u dat de uitspraak uiterlijk is toegepast in alle Nederlandse gemeenten?
Kunt u aangeven hoe u de Kamer zult informeren over de voortgang?
Vraag 7
Worden uitspraken van rechtbanken aangaande in dit geval de Participatiewet automatisch
iedere maand verstrekt aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
Vraag 8
Wordt er landelijk bijgehouden hoeveel bezwaarschriften er worden ingediend inzake
de Participatiewet en hoe deze bezwaar- en beroepsprocedures uitpakken? Is er sprake
van terugkoppeling van het verloop van deze zaken vanuit gemeenten en/of CRvB richting
ministerie?
Vraag 9
Bent u bereid om tot één werkwijze van inkomstenverrekening en uitbetaling bijstand
te komen en deze bij wet vast te leggen?
Vraag 10
Gezien het feit dat de VNG aangeeft dat de uitspraak «ingrijpende gevolgen voor de
gemeentelijke uitvoeringspraktijk» heeft, kunt u aangeven op welke manier gemeenten
gefaciliteerd worden om de nieuwe interpretatie van de wet zo goed en zo snel mogelijk
toe te passen? Kunt u hierbij toezeggen dat uitvoeringskosten geen belemmerende factor
zullen zijn bij het uitvoeren van deze nieuwe interpretatie zodat het in alle gemeenten
aantrekkelijker wordt om vanuit de bijstand te gaan werken?
Vraag 11
Vindt u het een probleem dat de Landelijke Cliëntenraad (LCR) in een onderzoek eerder
dit jaar aangaf dat zes op de tien mensen die vanuit de bijstand gaan werken in financiële
problemen komen? Kunt u aangeven of er andere beleidsmatige redenen zijn die hieraan
bijdragen? Bent u hierover in gesprek met de VNG en LCR? Als dit nog niet het geval
is, zou u dit willen doen?
Vraag 12
Wat vindt u van de eerder gedane suggestie van de LCR dat er iets vergelijkbaars als
de beslagvrije voet moet komen voor mensen die werken naast een uitkering?
Vraag 13
Bent u bereid de vrijlatingsregeling aan te passen, conform het amendement-Gijs van
Dijk over een generieke structurele vrijlatingsregeling van 50% van het inkomen5? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.