Amendement : Amendement van het lid Omtzigt over het aanpassen van het bedrag van € 130 miljoen en het schrappen van de passage over dat € 400 miljoen cumulatief moet zijn gerealiseerd
35 845 Het niet-indexeren van het basiskinderbijslagbedrag en het extra bedrag van de kinderbijslag in de Algemene Kinderbijslagwet over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024
Nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT
Ontvangen 25 oktober 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt het voorgestelde artikel 13a, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin vervalt «zowel» en wordt «€ 130 miljoen als cumulatief ten minste
€ 400 miljoen over de periode 2022 tot en met 2025» vervangen door «€ 100 miljoen».
2. n de tweede zin wordt «beide in de vorige volzin genoemde bedragen nog niet behaald
zijn» vervangen door «het in de vorige volzin genoemde bedrag nog niet behaald is»,
wordt «beide bedragen» vervangen door «het bedrag» en wordt «die bedragen» vervangen
door «dat bedrag».
Toelichting
Dit amendement regelt dat het bedrag van € 130 miljoen in het voorgestelde artikel
13a, tweede lid, wordt aangepast in € 100 miljoen en dat de zinsnede over dat de opbrengsten
van ten minste € 400 miljoen cumulatief zijn gerealiseerd, wordt geschrapt.
Het op zich belachelijke voorstel is om € 100 miljoen ICT intensiveringen bij het
UWV, SVB en het bureau keteninformatie te financieren uit een verlaging van de kinderbijslag.
De kinderbijslag is de meest eenvoudige regeling en relatief fraude-ongevoelig. De
uitvoeringskosten zijn laag en de bedragen zijn een stuk lager dan in Duitsland of
Vlaanderen. Maar als de regering dit wil doen, dan dient zij in dit wetsvoorstel niet
stiekem overdekking te stoppen en dan moet de bezuiniging maximaal € 100 miljoen bedragen.
Daarin voorziet dit amendement.
Het artikel dient zo uitgelegd te worden dat er de laatste keer precies zo gedeeltelijk
geïndexeerd wordt, dat de totale bezuiniging precies € 100 miljoen bedraagt. Hoogstwaarschijnlijk
betekent dat dat in totaal 2,8% niet geïndexeerd zal worden. Als de inflatie dan per
half jaar 1,4% en 1,7% bedraagt dan wordt er de eerste keer niet geïndexeerd en de
tweede keer 0,3% geïndexeerd.
Omtzigt
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid