Schriftelijke vragen : Disproportioneel politiegeweld, de aanhouding van een journalist en rechtsongelijkheid bij een demonstratie van Extinction Rebellion.
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over disproportioneel politiegeweld, de aanhouding van een journalist en rechtsongelijkheid bij een demonstratie van Extinction Rebellion (ingezonden 14 oktober 2021).
Vraag 1
Klopt het dat bij een demonstratie van Extinction Rebellion op 11 oktober jongstleden
een journalist van de Volkskrant is gearresteerd?1
Vraag 2
Klopt het dat de journalist op dat moment een duidelijk zichtbare politieperskaart
droeg en zich bovendien al twee keer op verzoek had gelegitimeerd? Zo nee, hoe zit
het dan?
Vraag 3
Klopt het dat de betrokken agent bij aankomst van de journalist de echtheid van de
perskaart in twijfel trok en hem het zicht op de gebeurtenissen belemmerde? Zo nee,
hoe zit het dan?
Vraag 4
Klopt het dat de journalist na het mompelen van «kind» tegen de politieagent, met
geweld tegen een politiebusje aan werd geduwd, er vervolgens hardhandig in werd gesleurd,
alwaar hem werd verteld dat hij was aangehouden, en hij vervolgens vier uur lang werd
opgesloten in een arrestantenbus? Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 5
Klopt het dat de journalist inmiddels is vrijgelaten, maar dat hij nog wel verdacht
wordt van belemmering en belediging? Kunt u aangeven hoe de aanklacht precies luidt
en wat de verdere procedure zal zijn?
Vraag 6
Erkent u dat de politie de journalist heeft belemmerd zijn werk te doen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 7
Wat vindt u daarvan, gezien de maatschappelijke functie van journalisten in een democratische
rechtsstaat?
Vraag 8
Erkent u dat de politie in principe dient af te zien van aanhouding van een journalist,
indien de journalist zich kan legitimeren en strikt in het kader van zijn beroep opereert?
Zo ja, hoe verklaart u dan dat de betreffende journalist is aangehouden? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 9
Erkent u dat de betrokken agent een waarschuwing had kunnen geven of het gesprek had
kunnen aangaan, in plaats van meteen over te gaan tot hardhandige aanhouding?
Vraag 10
Erkent u dat het gebruikte geweld disproportioneel was in verhouding tot de situatie?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Erkent u dat de politie een voorbeeldrol te vervullen heeft als het gaat om de bescherming
van de persvrijheid en de veiligheid van journalisten, en dat zij er alles aan zou
moeten doen om bij te dragen aan het vertrouwen in onafhankelijke nieuwsgaring? Hoe
beoordeelt u de bovenstaande gebeurtenissen in relatie tot dit streven?
Vraag 12
Bent u bereid excuses te maken aan de journalist en zijn werkgever en, zo ja, bent
u bereid daaraan een schadevergoeding te verbinden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Hoe beoordeelt u de proportionaliteit van het politiegeweld tegen demonstranten van
Extinction Rebellion op 11 oktober jongstleden?
Vraag 14
Hoe beoordeelt u de proportionaliteit van de wijze waarop de politie het de demonstranten
op verschillende manieren onmogelijk maakte om te demonstreren op hun eigen wijze,
onder andere door spullen in beslag te nemen?
Vraag 15
Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de handelwijze van de politie bij de
demonstratie van Extinction Rebellion, gezien het disproportionele politiegeweld en
de manier waarop het recht op demonstratie, de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid
zijn gehinderd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de uitkomsten met de Kamer delen?
Vraag 16
Bent u bereid om naar aanleiding van de handelwijze van de politie in Den Haag het
bewustzijn over de omgang tussen politie en pers en de regels over politiegeweld conform
de Politiewet en de ambtsinstructie na te gaan en waar nodig te verbeteren? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Vraag 17
Kunt u zich herinneren dat demonstrerende boeren in 2019 in Den Haag zich niet aan
de aangewezen demonstratieplek hielden, door afzettingen braken, trambanen blokkeerden,
met een trekker door winkelstraten reden en over snelwegen reden en daarbij rode kruizen
negeerden? Erkent u dat de demonstrerende boeren daarmee de verkeersveiligheid in
gevaar brachten? Erkent u dat er bij deze demonstraties geen aanhoudingen zijn verricht
vanwege het hinderen van het verkeer2, omdat de politie het naar eigen zeggen «niet op de spits wilde drijven»?3 Hoe beoordeelt u deze werkwijze?
Vraag 18
Klopt het dat er op 11 oktober jongstleden zo’n 60 klimaatactivisten zijn gearresteerd
en dat zij allemaal een aanklacht hebben gekregen voor het overtreden van artikel
5 van de Wegenverkeerswet wegens het hinderen van het verkeer? Kunt u aangeven hoe
de aanklacht precies luidt en wat de verdere procedure zal zijn? Zo nee, hoe zit het
dan?
Vraag 19
Hoe verklaart u dit verschil in optreden van de politie tegen de boerendemonstraties
in Den Haag in 2019 en de demonstratie van Extinction Rebellion op 11 oktober jongstleden?
Vraag 20
Hoe beoordeelt u de proportionaliteit van het politieoptreden tijdens de demonstratie
van Extinction Rebellion in relatie tot het politieoptreden bij de boerenprotesten
2019 in Den Haag in het algemeen? Kunt u daarbij gedetailleerd ingaan op de verschillen
in ordeverstoring, aangerichte vernielingen, verkeershinder en gebruikt geweld?
Vraag 21
Hoe komt de politie tot het besluit om bij een demonstratie van boeren niet op te
treden om te voorkomen dat «de boel escaleert»4, terwijl er wel degelijk sprake is van verkeershinder en wetsovertredingen?
Vraag 22
Speelt hier mee dat de politie het veiligheidsrisico van hardhandig ingrijpen bij
een boerenprotest zwaarder beoordeelt dan het veiligheidsrisico van hardhandig ingrijpen
bij een klimaatdemonstratie? Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 23
Erkent u dat deze werkwijze ertoe leidt dat er hardhandiger en strenger wordt opgetreden
tegen klimaatactivisten dan tegen boerendemonstranten van wie een dreiging voor de
openbare veiligheid uitgaat? Erkent u dat dit in de praktijk leidt tot rechtsongelijkheid?
Zo ja, wat bent u van plan te doen om dit in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 24
Bent u bereid om, samen met de driehoek in Den Haag, te bezien hoe het recht op demonstratie
van klimaatactivisten beter beschermd kan worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
termijn en wijze?
Vraag 25
Kunt u deze vragen een voor een en binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.