Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Omtzigt over het aantal evacuaties vanuit de ambassade in Kaboel
Vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over het aantal evacuaties vanuit de ambassade in Kaboel (ingezonden 13 oktober 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
(ontvangen 13 oktober 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de mail van 12 augustus 20.17 uur waarin staat: «Ons team
is dringend verzocht uitvoering te geven aan een besluit van het BWO om de lijst van
hardheidsclausule gevallen terug te brengen van 60 naar 3. Waarop dit getal is gebaseerd
is niet duidelijk. De post moet die keuze maken en vandaag voorleggen aan de ambtelijke
leiding»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat meerdere Ministers in het plenaire debat over de evacuatie uit
Afghanistan ontkenden dat er sprake was van het cijfer 3 in het bewindspersonenoverleg?
Antwoord 2
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft in het debat van 15 september jl. een toelichting
gegeven op de gesprekken die hierover in het bewindsliedenoverleg van 11 augustus
plaatsvonden. Daarbij heeft zij aangegeven: «Er is in de ministerraad gekeken en er is overleg geweest, om af te ronden dat het
lokale personeel met een kerngezin kon komen. Er is een discussie geweest over de
vraag hoeveel anderen konden meekomen. Er zijn op ambtelijk niveau gesprekken geweest
met de IND over de vraag of de IND kon kijken wie vanuit de 60 personen ook afhankelijk
inwonend waren. Gelijke monniken, gelijke kappen: kan het precies hetzelfde zijn als
bij de tolkenregeling?» Ook heeft zij aangegeven dat in de terugkoppeling aan de ambassade «niet [is] gesteld: het moeten er drie worden» en dat zij «... weet ... dat niet de instructie is gegeven: «het moeten slechts drie mensen zijn».» Zoals aangegeven, is het getal drie in de terugkoppeling uiteindelijk gebruikt
ter illustratie om een orde van grootte aan te geven.
De Minister-President heeft in het debat van 15 september aangegeven dat op 11 augustus
«is ... afgesproken dat we vasthouden aan het besprokene dat ook in de ministerraad
van 9 juli aan de orde was over lokale medewerkers en hun kerngezin en ... dat wordt
gekeken naar enkele uitzonderingen op humanitaire gronden voor andere familieleden,
vergelijkbaar met wat ook bij de tolken gebeurt» en «[of we] dat cijfer kunnen terugvinden
in de verslagen van de bwo's en de ministerraden. Dat is niet zo.».
Vraag 3
Kunt u aangeven of in de verslagen van de bewindspersonen ergens sprake is van (ongeveer)
3 mensen, die – ook al behoren zij niet tot het kerngezin – geëvacueerd kunnen worden?
Kunt u de precieze zinnen die in de verslagen van de bewindspersonenoverleggen tussen
10 en 12 augustus die aan die selectie refereren, openbaar maken?
Antwoord 3
In het verslag van het bewindsliedenoverleg van 11 augustus 2021 worden geen aantallen
genoemd. Het getal van (ongeveer) drie komt niet in de verslagen voor. In het verslag
worden de woorden «zeer restrictief» gebruikt, analoog aan de tolkenregeling voor
wat betreft familieleden buiten het kerngezin.
Vraag 4
Klopt het dat er geen enkele regeling is die de verslagen van bewindspersonenoverleggen
(staats)geheim maakt? Kunt u dit heel precies toelichten?
Antwoord 4
Ministers leggen verantwoording af voor de besluiten die zij nemen, het kabinet legt
verantwoording af voor het gevoerde beleid. Uit artikel 45, derde lid, van de Grondwet
volgt dat de ministerraad de eenheid van het kabinetsbeleid bevordert. Het openbaar
maken van de opvattingen van ministers, kan de eenheid van het kabinetsbeleid in gevaar
brengen. Aantasting van de eenheid van het kabinetsbeleid is daarom in het algemeen
in strijd met het belang van de staat. Om deze reden wordt informatie over de opvattingen
binnen het kabinet niet openbaar, zoals bijvoorbeeld verslagen van de (Rijks)ministerraad
en voorbereiding voor onderraden, andere overleggen van bewindslieden en ambtelijke
voorportalen. De besluiten die ten tijde van de Afghanistancrisis door de individuele
bewindspersonen zijn genomen, al dan niet in overleg met een of meer collega’s, zijn
de Tweede Kamer gemeld in Kamerbrieven en het feitenrelaas.
Vraag 5
Kunt u de verslagen van de bewindspersonenoverleggen over Afghanistan die tussen 10
en 12 augustus gehouden zijn aan de Kamer sturen?
Antwoord 5
Nee. Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Indien u de verslagen niet wilt sturen, kunt u dan aangeven welk belang van de staat
(onder artikel 68 van de Grondwet) gediend is met het niet verstrekken van deze verslagen?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
In antwoord op Kamervragen schrijft de Minister van Buitenlandse Zaken dat het getal
van 3 wel genoemd is in de uitwisseling; kan de Minister van Buitenlandse Zaken aangeven
in welke uitwisseling dit getal van 3 genoemd is? Was dat een vergadering, een telefoongesprek,
wanneer vond het plaats en wie waren de deelnemers?2
Antwoord 7
Zoals uiteengezet in de antwoorden op de eerdere Kamervragen van het lid Van Dijk,
zijn de conclusies van het bewindsliedenoverleg telefonisch overgebracht aan de Nederlandse
ambassadeur. Om de conclusie van het bewindsliedenoverleg te illustreren dat «zeer
restrictief» met uitzonderingen bovenop de kerngezinsleden moest worden omgegaan,
is in de loop van dat telefoongesprek het getal drie als orde van grootte genoemd,
zonder dat dat als een absoluut aantal is bedoeld.
Vraag 8
Herinnert u zich dat de indieners van deze vragen vroegen om alle vragen ten minste
72 uur voor het debat over Afghanistan te beantwoorden? Waarom lukt dat niet?
Antwoord 8
Het kabinet zet zich maximaal in om alle Kamervragen binnen de reguliere termijn van
drie weken te beantwoorden. Naast de continue inzet die wordt gepleegd om alle mensen
die nog in aanmerking komen voor overkomst naar Nederland uit Afghanistan in veiligheid
te brengen. Het kabinet hecht eraan te wijzen op de bijzonder grote werklast die dit
met zich meebrengt.
Vraag 9
Kunt u deze vragen voor woensdag 13 oktober 12.30 uur en een voor een beantwoorden?
Antwoord 9
Nee, we hebben ons best gedaan maar het is helaas net niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.