Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Woude over het bericht 'Wordt politieke correctheid een bedreiging voor de universiteit? 'Het academisch debat moet vrij zijn''
Vragen van het lid Van der Woude (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Wordt politieke correctheid een bedreiging voor de universiteit? «Het academisch debat moet vrij zijn»» (ingezonden 17 september 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
7 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het item van EenVandaag over «Wordt politieke correctheid een bedreiging
voor de universiteit? «Het academisch debat moet vrij zijn»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de signalen uit het item dat in toenemende mate studenten op universiteiten
niet meer voor hun mening uit durven te komen, als deze afwijkt van de geldende heersende
normen? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 2
De universiteit moet een plaats zijn voor open debat, met ruimte voor alle meningen
en perspectieven. Ik heb geen signalen dat studenten in toenemende mate hun mening
niet durven uiten in het hoger onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs heeft in
De Staat van het Onderwijs 2021 opgemerkt dat studenten zich over het algemeen vrij
voelen om hun mening te geven en de omgang binnen de instellingen als respectvol ervaren.2
Vraag 3
Herkent u het beeld geschetst in het item dat het zogenaamde «woke» gedachtegoed ervoor
zorgt dat een nieuwe generatie niet meer in staat is om met een open blik te kijken
naar andersdenkenden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Dit beeld herken ik niet. Opleidingen in het hoger onderwijs vormen een leeromgeving
voor studenten waarin plaats is voor confrontaties, debat en lastige gesprekken. Daar
hoort bij dat studenten en docenten elkaar kunnen aanspreken, maar ook dat daarop
een weerwoord kan volgen. Deze kritische functie ligt in de aard van academisch onderwijs.
De wrijving die dit soms oplevert, is van alle tijden. Universiteiten zijn robuuste
organisaties die hiermee om kunnen gaan.
Vraag 4
Deelt u de mening dat door dergelijke ontwikkelingen de academische vrijheid in gevaar
komt in het Nederlandse hoger onderwijs? Zo ja, welke concrete stappen gaat u nemen
om dit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De academische vrijheid moet te allen tijde gewaarborgd worden. Dat deze vrijheid
niet vanzelfsprekend is, blijkt uit de intimidaties en bedreigingen aan het adres
van wetenschappers na het voeren van publieke discussies over de pandemie.3 Bedreigingen en intimidatie – uit welke hoek dan ook – kunnen leiden tot zelfcensuur.
Dat vind ik een kwalijke zaak. Met de Vereniging Universiteiten (VSNU) en de Koninklijke
Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW) voer ik hierover het gesprek. Van belang
is dat we ons hiertegen blijven uitspreken.
Vraag 5
Op welke manier heeft u navolging gegeven aan de afspraken met de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen (KNAW) en universiteiten om aandacht te blijven geven aan
thema’s als zelfcensuur, zoals u heeft toegezegd in de wetenschapsbrief uit 2019?4 Welke concrete stappen zijn hier uit gekomen?
Antwoord 5
Zoals in de wetenschapsbrief aangegeven, is het vooral belangrijk dat universiteiten
zich bewust zijn van het risico op zelfcensuur en dat zij aandacht blijven houden
voor dit thema. Ik blijf hierover dan ook met hen in gesprek. Ik merk dat dit thema
nog altijd hoog op de agenda staat bij de universiteiten.
Vraag 6
Op welke manier geeft u prioriteit aan politieke diversiteit binnen het «Nationaal
Actieplan voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek»?5
Antwoord 6
Het actieplan gaat uit van een brede definitie van diversiteit, waarbij ook aandacht
is voor diversiteit in perspectieven. Diversiteit – in welke vorm dan ook – is echter
geen doel op zich. Veel belangrijker is het om te werken aan een inclusieve werk-
en leeromgeving waarin iedereen zich kan ontplooien. Daaronder valt ook een cultuur
waarin iedereen zich vrij kan en wil uiten, bijvoorbeeld in het geval van verschillende
politieke opvattingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.