Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over grote hobbypluimveehouderijen
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Meer aandacht voor grote hobbypluimveehouders noodzakelijk» (ingezonden 8 september 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 6 oktober
2021).
Vraag 1
Bent u ook van mening dat handels- en andere uitwisselingen van dieren van en naar
hobbydierhouders een mogelijke oorzaak is van insleep en verspreiding van virussen
zoals het vogelgriepvirus?1 2 3
Antwoord 1
Elke verplaatsing van dieren brengt een risico met zich mee wat betreft verspreiding
van ziekten. Daarom zijn er strikte voorwaarden verbonden aan verplaatsingen binnen
de lidstaat, tussen lidstaten en met derde landen.
Vraag 2
Welke cijfers heeft u beschikbaar over het aantal hobbypluimveehouders in Nederland
en het aantal stuks pluimvee dat hier gehouden wordt? Wilt u deze cijfers in de beantwoording
bijvoegen?
Antwoord
Er gold voor de inwerkingtreding van de Europese Diergezondheidsverordening een registratieplicht
voor houders van pluimveelocaties van een zekere omvang. Elke houder van pluimvee
(kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen
of loopvogels) moet zich registreren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) als deze 250 of meer stuks pluimvee houdt, ongeacht met welk doel pluimvee wordt
gehouden (hobbymatig of professioneel).
In april 2021 is de nieuwe Europese Diergezondheidsverordening van toepassing geworden.
In deze verordening staat vermeld dat elke inrichting met landdieren, zoals pluimvee,
zich moet registreren. Dit zou dus ook gelden voor inrichtingen met kleine aantallen
dieren.
De Europese Commissie werkt nog aan de uitvoeringsverordening die het mogelijk gaat
maken dat lidstaten uitzonderingen toestaan op de plicht om inrichtingen met bepaalde
diersoorten te registreren. In de brief van 6 april jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1174)4 is de Kamer hierover geïnformeerd. Ik heb van de Europese Commissie nog geen concept
van dit voorstel ontvangen. Het is dan ook nog niet duidelijk welke mogelijkheden
de lidstaten gaan krijgen om vrijstelling van de registratieplicht te verlenen. Zoals
in de brief van 6 april jl. aangegeven, zal ik geen uitvoering geven aan nieuwe registratieverplichtingen
totdat er duidelijkheid is over de derogatiemogelijkheden die deze verordening zal
gaan bieden. Hier is voor gekozen om te voorkomen dat er nieuwe registratieverplichtingen
worden ingesteld voor inrichtingen met bepaalde diersoorten of diercategorieën, als
voor hen op een later moment alsnog een uitzonderingsmogelijkheid komt te gelden.
Dit betekent dat de registratieplicht van 250 of meer stuks pluimvee nog van toepassing
is.
Op dit moment zijn er 2.244 locaties met pluimvee (> 250 stuks) bij RVO geregistreerd.
In totaal worden op die locaties ongeveer 100 miljoen stuks pluimvee gehouden. Het
geeft een totaal aantal locaties met een registratie weer, zonder verdeling over de
typen bedrijven. Er wordt daarnaast in de I&R database geen onderscheid gemaakt tussen
bedrijven die pluimvee houden voor de productie van vlees of eieren of voor de privédoelen,
maar het overgrote deel van het aantal bedrijven voert commerciële activiteiten uit.
Vraag 3
Hoeveel hobbypluimveehouders in Nederland met 250 of meer dieren zijn bij de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit bekend en hoeveel screenings zijn hier per jaar uitgevoerd
in de afgelopen 5 jaar?
Antwoord 3
Het aantal hobbypluimveehouderijen is bij RVO niet bekend, omdat bij RVO alleen locaties
worden gemeld met meer dan 250 stuks pluimvee, zonder vermelding van het type of doel
(zie ook het antwoord bij vraag 2). De screening wordt uitgevoerd door de Gezondheidsdienst
voor Dieren (GD), die de screening uitvoeren op geregistreerde bedrijven waar volgens
het informatiesysteem van AVINED ook daadwerkelijk pluimvee aanwezig is. In 2020 heeft
de GD op 2.156 locaties met een uniek bedrijfsnummer bloedmonsters genomen. De GD
kijkt hierbij niet of het hobbylocaties betreft of bedrijven met commerciële activiteiten.
De screening is niet opgezet voor het snel opsporen van een besmetting met hoogpathogene
aviaire influenza. Snelle detectie gebeurt op basis van een klinische verdenking,
gekoppeld aan de meldplicht voor houders.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe u de kennis over de vergunningsplicht vanaf 250 dieren kan bevorderen
bij hobbyisten en gemeenten, gezien het feit dat vogelgriepuitbraken bij hobbypluimveehouders
tragische gevolgen hebben voor dieren, hobbyisten en beroepsmatige pluimveehouders?
Antwoord 4
Er is geen sprake van een vergunning die door de overheid is afgegeven, het gaat om
een registratieplicht bij RVO. Er is bij rvo.nl en op de website van de rijksoverheid
veel informatie te vinden over de nieuw verordening. Ook voor houders van pluimvee
(en andere vogels) op kleinschalige houderijen zijn er regels, bijvoorbeeld als pluimvee
wordt verkocht of verhandeld. Informatie hierover is te vinden via Pluimvee melden | RVO.nl | Rijksdienst5. Ik zal mij inzetten deze informatie nog beter onder de aandacht te brengen van houders
van vogels en verwijzen naar betreffende website.
Het hebben van een registratie staat los van het risico van een besmetting met hoogpathogene
vogelgriep.
Vraag 5
Welke acties gaat u dit kalenderjaar nog uitvoeren om ervoor te zorgen dat grotere
hobbybedrijven gaan meedraaien in de standaard screening, waardoor uitbraken van hoogpathogene
virusvarianten voorkomen kunnen worden?
Antwoord 5
Voor alle houders van vogels geldt een meldplicht voor hoogpathogene vogelgriep. Die
meldplicht wordt goed nageleefd. Het tijdig melden van een verdenking van een besmetting
met hoogpathogene vogelgriep staat los van een registratieplicht en los van deelname
aan een serologisch screeningsprogramma op aviaire influenza. Zie ook mijn antwoord
bij vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.