Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de enorme woningnood van internationale studenten
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de enorme woningnood van internationale studenten (ingezonden 8 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
6 oktober 2021)
Vraag 1
Bent u bekend met de acute woningnood onder (internationale) studenten in verschillende
studentensteden?1
Antwoord 1
Ja, met het huidige woningtekort is het vaak lastig om een passende woning te vinden.
Vooral kwetsbare groepen en starters op de woningmarkt hebben het moeilijk.
Vraag 2
Bent u bekend met de verhalen dat studenten in bushokjes moeten slapen bij gebrek
aan studentenkamers en noodopvang?2
Antwoord 2
Ja. Aan het begin van het studiejaar is jaarlijks sprake van een piekvraag naar huisvesting.
Dit jaar is er een grotere piekvraag: ook doordat veel tweedejaars voor het eerst
op kamers gaan door Covid-19, en doordat internationale studenten die hun eerste jaar
aan een Nederlandse opleiding vanuit het buitenland deden.
Vraag 3
Erkent u dat er een enorm kamertekort is voor studenten?
Antwoord 3
Ja. Zoals aangegeven in mijn brief aan Uw Kamer worden er binnen het kader van het
Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting afspraken gemaakt op lokaal niveau om studentenwoningen
te bouwen. Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting is een gezamenlijk actieplan
van het Ministerie van BZK, het Ministerie van OCW, studentenhuisvesters, onderwijsinstellingen,
gemeenten en studenten. Doel van het actieplan is te zorgen dat vraag en aanbod beter
met elkaar in evenwicht komen. Zo zijn er bijvoorbeeld in 2019 8.000 studentenwoningen
bijgebouwd. Het kabinet roept lokale partijen op om afspraken te maken over het bijbouwen
van extra studentenwoningen en daarmee niet te wachten. Bouwen kost tijd, waardoor
het inlopen van het tekort ook tijd kost.
Vraag 4 en 5
Erkent u dat er te weinig noodopvang is gebouwd om de toestroom aan (internationale)
studenten op te vangen?
Bent u bereid om op korte termijn meer noodopvanglocaties in te richten zodat studenten
niet meer op straat hoeven te slapen?
Antwoord 4 en 5
Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om op lokaal niveau te zorgen voor voldoende
huisvesting. Het is aan hen om met studentenhuisvesters en universiteiten hierover
in overleg te treden, zoals afgesproken in het Actieplan Studentenhuisvesting 2018–2021.
Nagenoeg alle studiesteden houden rekening met een piekvraag in september en nemen
maatregelen om dit op te vangen. Zo wordt in Groningen tijdelijke opvang voor 150
bedden gerealiseerd, worden in Maastricht hotels en hostels benaderd voor extra plekken
en plaatst Tilburg aankomende periode 150 tijdelijke woningen. Ook bieden enkele universiteiten
ondersteuning aan internationale studenten om huisvesting te vinden. Sommige instellingen
geven aan dat zij internationale studenten waarschuwen om pas af te reizen zodra hun
huisvesting geregeld is. Voorkomen moet worden dat er studenten hierheen gehaald worden,
waar geen plaats voor is.
Vraag 6
Welke maatregelen gaat u treffen te voorkomen dat nog meer studenten in de toekomst
op straat terecht komen?
Antwoord 6
Het is belangrijk dat in de studiesteden beter rekening wordt gehouden met de piekvraag
in september, dat we geen studenten hierheen halen waar geen plaats voor is en dat
we de ambitie voor het realiseren van huisvesting voor studenten vergroten. Zoals
ik in het Commissiedebat van 16 september jl. heb aangegeven ga ik met alle stakeholders
op dit terrein in het Landelijk Platform Studentenhuisvesting spreken over een actualisatie
van het Actieplan.
Vraag 7
Bent u bereid internationale studenten beter en tijdiger voor te lichten over mogelijke
kamertekorten zodat zij hun aanmeldingen kunnen heroverwegen?
Antwoord 7
Voorlichting van internationale studenten, o.a. over huisvesting, wordt door de instellingen
zelf gedaan, zoals afgesproken met het Actieplan studentenhuisvesting 2018–2021. De
Minister van OCW en ik overleggen zeer geregeld met de verenigingen van universiteiten
en hogescholen (VSNU en VH) over de verwachte instroom aan internationale studenten.
Ook is met universiteiten gesproken over de voorlichtingsactiviteiten voor internationale
studenten: in de meeste gevallen is die voorlichting er juist op gericht om te waarschuwen
voor grenzen aan de capaciteit, zowel bij de studie als voor wat betreft huisvesting.
De Minister van OCW en ik zullen nogmaals in gesprek te gaan met de VSNU en de VH
over de voorlichting aan internationale studenten voor wat betreft huisvesting om
te kijken in hoeverre hierin verbetering mogelijk is.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Nijboer (PvdA)
en Bromet (GroenLinks), ingezonden 8 september 2021 (vraagnummer
2021Z15122
).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.