Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van leden Nijboer en Bromet over het oplopende tekort aan studentenwoningen
Vragen van de leden Nijboer (PvdA) en Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het oplopende tekort aan studentenwoningen (ingezonden 8 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 6 oktober 2021).
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat er actueel 22.000 studentenwoningen tekort zijn en dat
de komende jaren dat tekort niet zal worden opgelost?
Antwoord 1
Zoals ik in mijn brief aan Uw Kamer heb aangegeven, is de afgelopen jaren stevig ingezet
op meer woonruimte voor studenten om de tekorten terug te dringen. De verwachting
is dat er in de periode tot en met 2025 ongeveer 21.500 extra wooneenheden bij komen
in de grootste studiesteden. Vorig jaar heb ik aangegeven dat we het tekort aan woonruimte
voor studenten iets aan het inlopen waren. Dit jaar zien we dat de instroom van studenten
naar alle waarschijnlijkheid de komende jaren hoger uitkomt dan eerder is ingeschat.
De eerste ramingen laten een forse toename zien in het aantal inschrijvingen, zowel
van Nederlandse als van internationale studenten. Dit betekent dat we meer moeten
doen om het tekort in te lopen. Zoals ik in het Commissiedebat van 16 september jl.
heb aangegeven ga ik met de partijen in gesprek om het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting
te actualiseren en de ambitie te vergroten. Het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting
is een gezamenlijk actieplan van het Ministerie van BZK, het Ministerie van OCW, studentenhuisvesters,
onderwijsinstellingen, gemeenten en studenten.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de 50 miljoen euro die beschikbaar is voor alle aandachtsgroepen
veel te weinig is om het grote tekort aan studentenhuisvesting op te lossen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2
Vorig jaar en dit jaar is er 50 miljoen beschikbaar gesteld voor extra huisvesting
voor aandachtsgroepen. De beschikbare middelen in de regeling die binnenkort opengaat1 zijn beperkt en worden ingezet voor verschillende doelgroepen die ieder te maken
hebben met vaak nijpende huisvestingsproblematiek. We lossen het woningtekort voor
deze groepen hiermee niet op, maar kunnen met deze regeling naar verwachting toch
10.000 betaalbare woonruimtes helpen realiseren.
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat onder meer door het enorme tekort aan studentenwoningen
veel studenten meer dan de helft van hun inkomen besteden aan huur? Zo nee, waarom
bent u niet bereid om meer actie te ondernemen om het tekort op te lossen?
Antwoord 3
De betaalbaarheid van wonen staat voor verschillende groepen onder druk, waaronder
studenten. Ik deel de mening dat het niet goed is als studenten teveel betalen voor
een woning. Daarom is er de afgelopen jaren ook een campagne geweest in zowel het
Nederlands als Engels om studenten te wijzen op hun rechten en de weg naar de Huurcommissie.
Daarnaast heb ik me de afgelopen jaren sterk ingezet om de bouw van woningen te vergroten
en woningen meer betaalbaar te maken door onder andere diverse maatregelen om de stijging
van huurprijzen te beperken. Dit jaar zijn de huren van studentenkamers bevroren naar
aanleiding van de motie Beckerman c.s. (Kamerstuk 35 488, nr. 13).2
Vraag 4
Kunt u aangeven waarom u in uw brief over studentenhuisvesting van 7 september jl.3 aangeeft dat het aan een nieuw kabinet is om de inzet te versterken in plaats van
nu al meer actie te ondernemen om het tekort op te lossen? Vindt u dit uit te leggen
aan al die studenten die nu noodgedwongen flinke afstanden moeten reizen of op een
luchtbed moeten slapen? Zo nee, waarom neemt u dan niet meer initiatief om extra studentenwoningen
te bouwen?
Antwoord 4
De afgelopen jaren hebben we stappen gezet met het actieplan en met de regeling voor
aandachtsgroepen. Zoals ik in de brief aan uw Kamer aangeef leken we vorig jaar het
tekort voorzichtig in te lopen. Het beeld van dit jaar met de nieuwe ramingen is echter
anders. Het is duidelijk dat er meer nodig is. Zoals ik ook bij het antwoord op vraag
1 heb aangegeven heb ik in het Commissiedebat van 16 september jl. aangegeven dat
ik niet stil blijf zitten in afwachting van een nieuw kabinet maar met alle stakeholders
op dit terrein in het Landelijk Platform Studentenhuisvesting ga spreken over een
actualisatie van het Actieplan. Tegelijkertijd heb ik bij het antwoord op vraag 2
ook aangegeven dat de huidige middelen vanuit het Rijk niet voldoende zullen zijn,
voor meer structurele oplossingen is dan ook een nieuw kabinet aan zet.
Vraag 5
Waarom vindt u het acceptabel dat het tot tenminste 2028 duurt voordat een oplossing
überhaupt in zicht komt? Studenten moeten toch ook op een fatsoenlijk dak boven het
hoofd kunnen rekenen?
Antwoord 5
Binnen het kader van het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting worden er afspraken
gemaakt op lokaal niveau om studentenwoningen te bouwen. Doel van het actieplan is
te zorgen dat vraag en aanbod beter met elkaar in evenwicht komen. Zo zijn er in 2019
bijna 8.000 nieuwe woningen gerealiseerd. Het kabinet roept lokale partijen op om
afspraken te maken over het bijbouwen van extra studentenwoningen en daarmee niet
te wachten. Bouwen kost tijd, waardoor het inlopen van het tekort ook tijd kost. Ik
deel dat het tempo omhoog moet zodat we stap voor stap het tekort inlopen. Tegelijkertijd
is er ook meer aandacht nodig voor het opvangen van de piekvraag in september en communicatie
richting studenten om toestanden zoals we dat dit jaar bij aanvang van het studiejaar
weer zien in de toekomst zoveel als mogelijk te voorkomen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er een aparte regeling moet komen voor studentenhuisvesters,
vergelijkbaar met het volkshuisvestingsfonds, zodat zij op korte termijn meer studentenwoningen
kunnen bouwen? Staat u open voor een dergelijke regeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In het antwoord op vraag 2 heb ik aangegeven dat de huidige middelen voor meer huisvesting
van aandachtsgroepen niet voldoende zijn. Ik vind het echter niet wenselijk om voor
verschillende aandachtsgroepen aparte regelingen in te richten. Afgelopen juli heeft
commissie Ter Haar een advies uitgebracht over de huisvesting van kwetsbare groepen.
Dit rapport geeft aan dat een integrale benadering van het vraagstuk noodzakelijk
is om verdringing en onderlinge concurrentie te voorkomen. Met het Landelijk Actieplan
Studentenhuisvesting hebben de partijen en ik gezamenlijk ingezet op het versterken
van het lokale overleg tussen gemeenten, studentenhuisvesters, studenten en onderwijsinstellingen.
Mijn conclusie is dat er hierdoor meer werk is gemaakt van studentenhuisvesting doordat
lokale partners elkaar beter hebben kunnen vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.