Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Maatoug over de gebrekkige transparantie van pensioenfondsen
Vragen van het lid Maatoug (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gebrekkige transparantie van pensioenfondsen (ingezonden 15 september 2021).
Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 september
2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek «Meer aandacht nodig voor verantwoording van
kosten door pensioenfondsen» van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk en ongewenst is dat een aanzienlijk aantal
pensioenfondsen beperkt transparant is over kosten, en in veel gevallen gemaakte kosten
incorrect weergeeft of zelfs geheel achterwege laat, terwijl de wet op deze punten
gedetailleerde rapportagevereisten voorschrijft? Vindt u dat dit het vertrouwen in
het (oude en nieuwe) pensioenstelsel kan schaden?
Vraag 3
Erkent u dat op basis van het AFM-onderzoek geconcludeerd kan worden dat een aanzienlijk
aantal pensioenfondsen de verplichtingen voortkomend uit de Pensioenwet ten aanzien
van kostentransparantie onvoldoende naleeft? Waarom wel/niet?
Vraag 4
Wat is wat u betreft de relatie tussen de Environmental, Social & Governance (ESG-)vereisten
vanuit de Pensioenwet en Institutions for Occupational Retirement Provision Directive
II (IORP II), en de gebrekkige kostentransparantie van pensioenfondsen? Deelt u de
mening dat gebrekkige kostentransparantie ook ongewenst is vanuit ESG-perspectief,
omdat ESG ook toeziet op governance-aspecten? Is daarmee de gebrekkige kostentransparantie
wat u betreft ook een vraagstuk dat onderdeel is van het Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Beleggen (IMVB)-convenant dat het kabinet samen met pensioenfondsen, vakbonden
en maatschappelijke organisaties gesloten heeft?
Vraag 5
Wat is uw verantwoordelijkheid als convenantpartner in het IMVB-convenant om met de
pensioensector in gesprek te gaan over de gebrekkige kostentransparantie? Welke stappen
heeft u hier sinds het verschijnen van het AFM-onderzoek reeds ondernomen?
Vraag 6
Wat is uw verantwoordelijkheid als convenantpartner IMVB om met de pensioensector
in gesprek te gaan over de prestaties op andere ESG-terreinen dan kostentransparantie,
zoals de mate waarin een fonds de impact van het beleggingsbeleid op duurzaamheidsfactoren
meeweegt?
Vraag 7
Wat kunnen in algemene zin de gevolgen voor pensioenfondsen zijn als zij verplichtingen
voortkomend uit de Pensioenwet of IORP II niet naleven? Wat zijn hierbij de escalatieniveaus
die de toezichthouder kan inzetten? En op basis van welke indicatoren wordt door de
toezichthouder besloten een tekortkoming richting een bepaald niveau te escaleren?
Vraag 8
Welke verantwoordelijkheid hebben accountants om te voorkomen dat cijfers in jaarverslagen,
gemeten aan de wettelijke vereisten, incorrect worden weergegeven, zoals bij 90 van
de 166 onderzochte pensioenfondsen het geval is? Volgt uit de bevinding van de AFM
dat de meerderheid van de pensioenfondsen gegevens incorrect weergeeft, dat accountants
op dit punt tekortschieten? Waarom wel/niet?
Vraag 9
Wat is uw reactie op de bevinding van de AFM dat, hoewel de wettelijke vereisten hier
minder direct zijn, nog geen kwart van de fondsen in het jaarverslag een relatie legt
tussen het kostenniveau enerzijds en de baten, bijvoorbeeld in termen van service,
anderzijds? En dat minder dan een derde van de pensioenfondsen rapporteert hoe hogere
vermogensbeheerkosten samenhangen met de genomen risico’s en behaalde rendementen?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het door gebrekkige transparantie van fondsen over kosten en
de kosten-batenverhouding, voor pensioendeelnemers moeilijker wordt om aan te geven
hoe pensioenfondsen in lijn met hun wensen zouden moeten handelen, zoals de Pensioenwet
voorschrijft?
Vraag 11
Kunt u een beeld schetsen van de mate waarin pensioenfondsen in hun jaarverslagen
over 2020 de wettelijke regels aangaande kostentransparantie goed volgen? Zo nee,
welke stappen gaat u ondernemen om dit inzichtelijk te krijgen, om zo een scherpe
blik te behouden op het niveau van kostentransparantie in de pensioensector?
Vraag 12
Bent u het met de AFM eens dat het belang van transparantie in het nieuwe pensioenstelsel
extra groot is, omdat de gemaakte kosten dan nog directer van invloed zullen zijn
op de hoogte van het pensioen dat mensen ontvangen? Op welke manier gaat ervoor gezorgd
worden dat het transparantieniveau over kosten voor de ingang van het nieuwe pensioenstelsel
op orde is, mede gegeven het feit dat de huidige voorschriften en aanbevelingen nog
niet resulteren in voldoende compliance?
Vraag 13
Kunt u aangeven wat de meest recente tijdlijn is van de herziening van de IORP II-richtlijn?
Biedt het AFM-onderzoek wat u betreft aanleiding om de IORP II-vereisten op bepaalde
punten aan te scherpen? Waarom wel/niet? En zo ja, op welke manier gaat u zich hiervoor
in Europese Unie (EU)-verband richting de herziening van IORP II inzetten?
Vraag 14
Kunt u aangeven of pensioenfondsen en/of pensioenuitvoeringsorganisaties vallen onder
de reikwijdte van de door de Europese Commissie gepresenteerde Sustainable Finance
Disclosure Regulation (SFDR)? Wat wordt volgens het huidige SFDR-voorstel van deze
organisaties verwacht op het gebied van kostentransparantie? En steunt Nederland de
uit de SFDR voortkomende vereisten ten aanzien van de pensioensector op dit specifieke
punt?
Vraag 15
Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend is, kunt u dan tevens aangeven
wat de extra verwachtingen zijn vanuit de SFDR richting de pensioensector als het
gaat om transparantie over ESG-aspecten en duurzaamheidsrisico’s, in vergelijking
tot wat daar op dit moment vanuit de Pensioenwet en IORP II reeds gevraagd wordt?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Maatoug
(GroenLinks) van 15 september 2021 over «gebrekkige transparantie van pensioenfondsen»
niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De reden is dat de beantwoording
en de nodige afstemming met externe partijen meer tijd vereist dan nu nog beschikbaar
tot de deadline van 5 oktober a.s.
Ik streef er naar u mijn beantwoording zo snel mogelijk te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.