Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dassen en Koekkoek over de Conferentie over de Toekomst van Europa
Vragen van de leden Dassen en Koekkoek (beiden Volt) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de voortgang en organisatie van de Conferentie over de Toekomst van Europa (ingezonden 8 september 2021).
Antwoord van Minister Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 september 2021).
Vraag 1
Is het kabinet van mening dat een zo groot mogelijke participatie van burgers belangrijk
is om een representatief beeld te krijgen over de visie van Nederlandse burgers ten
aanzien van de Europese Unie?1 Hoe voorziet het kabinet dat er nieuwe mogelijkheden en platformen gecreëerd worden
in Nederland om Europese uitdagingen en prioriteiten te bespreken met Europese burgers
van alle lagen van de bevolking, zoals beschreven in de Verklaring over de Conferentie
over de Toekomst van Europa van maart 2021?2
Antwoord 1
Het kabinet acht het van belang dat de uitkomsten van de burgerconsultaties een goede
weergave bieden van de wensen en verwachtingen die in de Nederlandse samenleving leven,
en dat iedereen zijn mening heeft kunnen geven. Om dit te borgen zijn de consultaties
georganiseerd volgens de uitgangspunten van representativiteit en inclusiviteit, en
wordt een zo groot mogelijke deelname nagestreefd.
Ten aanzien van de tweede vraag neemt het kabinet, als onderdeel van de Conferentie,
het initiatief om de dialoog met inwoners van Nederland te organiseren. Het is voor
alle Nederlanders mogelijk om hier aan deel te nemen, en de wensen en verwachtingen
ten aanzien van de Europese Unie kenbaar te maken. Daarnaast zal het Sociaal- en Cultureel
Planbureau op verzoek van het kabinet een notitie aanleveren, als aanvulling op het
rapport uit 2018, over wat Nederlanders willen van de EU. In het onderzoek wordt de
representativiteit van de respondenten gewaarborgd. Ook staat het individuen en organisaties
vrij om zelf activiteiten te organiseren in het kader van de Conferentie, en/of direct
inbreng te leveren in de Conferentie. Dit is mogelijk via het hiervoor ingerichte
meertalig digitaal platform van de Conferentie.3
Vraag 2
Welke criteria heeft het kabinet gebruikt om de externe organisatie te selecteren
die verantwoordelijk is van zowel de vormgeving, uitvoering en communicatie van de
Conferentie over de Toekomst van Europa in Nederland?
Antwoord 2
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft binnen een bestaande raamovereenkomst
een offerteaanvraag uitgezet om representatieve en inclusieve burgerdialogen vorm
te geven en uit te voeren, en daarnaast een communicatiecampagne vorm te geven. Daarbij
werd extra aandacht gevraagd voor het bereiken van minder goed bereikbare doelgroepen
en het betrekken van jongeren. Expertise van een gedegen methodologische aanpak om
bovenstaande te kunnen garanderen, evenals ervaring van het bureau met het organiseren
van dergelijke burgerdialogen en het bereiken van minder goed bereikbare doelgroepen
en jongeren, wogen zwaar mee in de beoordeling. Daarnaast zijn overwegingen zoals
creativiteit, budget, flexibiliteit en de snelheid van uitvoering meegenomen.
Vraag 3
Is het kabinet van mening dat een groep van 3600 burgers, geselecteerd uit een al
bestaand landelijk panel, een representatieve afspiegeling is van de visie van de
Nederlandse samenleving op Europa? Wie bepaalt, en op basis van welke voorwaarden,
de representativiteit van de 3600 mensen die voor de eerste fase worden gevraagd om
mee te denken? Erkent het kabinet dat de inzet van de Conferentie over de Toekomst
van Europa toegankelijk moet zijn voor alle Nederlandse en Europese burgers en hoe
zet het kabinet zich in om dit te verwezenlijken?
Antwoord 3
Het kabinet acht het van belang dat de uitkomsten van de burgerconsultaties een goede
weergave bieden van de wensen en verwachtingen die in de Nederlandse samenleving leven,
en dat iedereen die wil zijn mening heeft kunnen geven. Representativiteit was daarom
een van de belangrijke uitgangspunten bij de vormgeving van de burgerdialogen. De
inzet van het onderzoekspanel is één van de onderdelen om de representativiteit te
borgen. In de eerste fase van de Nederlandse burgerdialoog wordt een uitvoerige enquête
uitgezet onder een landelijk panel. De respondenten in dit panel zijn representatief
ten aanzien van locatie (indeling middels COROP-regio’s4), leeftijd, opleidingsniveau, geslacht, beroep (werkzaamheden dagelijks leven), politieke
voorkeur, afkomst. Daarnaast wordt door middel van een aantal controlevragen bepaald
of er onder- of oververtegenwoordiging is van subgroepen.
Het kabinet acht het van belang dat de Conferentie en de burgerdialogen toegankelijk
zijn voor iedereen. Dit maakt het kabinet mogelijk door, naast het panelonderzoek,
iedereen de mogelijkheid te geven om mee te doen aan de enquête via de website KijkopEuropa.nl,
en de Swipe-tool. In aanvulling op deze online tools worden ook via online themadialogen, waarvoor mensen zich kunnen aanmelden via de
website, en fysieke dialogen op plekken in Nederland extra inspanningen gepleegd om
mensen te bereiken. Daarnaast zal het Sociaal- en Cultureel Planbureau op verzoek
van het kabinet een notitie aanleveren, als aanvulling op het rapport uit 2018, over
wat Nederlanders willen van de EU. In het onderzoek wordt de representativiteit van
de respondenten gewaarborgd. Ook is het voor alle inwoners van de EU mogelijk om direct
inbreng te leveren aan de Conferentie via het meertalig digitale platform, mee te
doen aan evenementen die op het platform zijn aangekondigd, of zelf evenementen te
organiseren.
Vraag 4
In het kader van de communicatie naar de burgers over de Conferentie over de Toekomst
van Europa: hoe zet het kabinet zich in om de online tool onder de aandacht van burgers
te brengen om een zo groot mogelijke groep burgers te bereiken?
Antwoord 4
De organisatie van de nationale burgerdialoog kent een integrale aanpak. Het inzetten
van de online instrumenten is een onderdeel daarvan. In aanvulling daarop worden jongeren
en moeilijker bereikbare doelgroepen – als onderdeel van de burgerdialogen – proactief
fysiek opgezocht, waar alleen online bereik ontoereikend kan zijn.
Om iedereen de kans te geven mee te doen aan de nationale burgerdialoog en bewust
te maken van die kans om mee te doen, is een communicatiecampagne gestart. Die richt
zich vooral op het gebruik van de online tools en het aanmelden voor de online themadialogen.
Dit wordt onder de aandacht gebracht op sociale media en via de website Kijkopeuropa.nl.
Dit gebeurt onder meer via een betaalde campagne op sociale media, maar ook door inzet
van de kanalen van het Ministerie Buitenlandse Zaken. Ter ondersteuning zijn communicatiemiddelen
ontwikkeld ter promotie van de nationale burgerdialogen en gedeeld met relevante partners,
waaronder alle andere departementen.
Ook via andere wegen vraagt het kabinet aandacht voor de Conferentie en burgerdialogen.
Zo hebben alle departementen stakeholders (zoals belangenverenigingen, kennis- en onderwijsinstellingen, decentrale overheden)
via een brief geïnformeerd, uitgenodigd om deel te nemen, en verzocht de informatie
in hun netwerk te verspreiden. Daarnaast zullen bewindspersonen aandacht vragen voor
de Conferentie en de burgerdialogen door middel van publieke optredens.
Vraag 5
Gezien het feit dat er op Europees niveau burgerpanels worden georganiseerd door de
Europese Commissie, hoe verhoudt de nationale strategie van het kabinet zich tot deze
conferentie? Hoe zet het kabinet zich in om de Europese panels bij Nederlandse burgers
in Nederland onder de aandacht te brengen? Worden soortgelijke vragen voorgelegd?
Gaan deze vragen over Europese samenwerking en de toekomst van de EU? Hebben deze
slechts betrekking op vragen relaterend aan nationale vraagstukken? Hoe vindt de coördinatie
van de bevindingen op Europees niveau plaats?
Antwoord 5
De Europese burgerpanels, waarvan de eerste plaatsvonden van 17 tot 19 september 2021
in Straatsburg, worden georganiseerd door de Commissie. Die heeft de organisatie belegd
bij een derde partij. Deze partij is verantwoordelijk voor de representatieve en inclusieve
samenstelling van het panel. Hiervoor zijn 800 burgers willekeurig geselecteerd en
telefonisch benaderd, indachtig de vijf parameters: nationaliteit, herkomst, stedelijk
of landelijk gebied, gender, sociaaleconomische achtergrond en leeftijd. Er zijn in
totaal 4 burgerpanels, die ieder 3 keer bijeenkomen. Ieder panel behandelt een cluster
aan thema’s. Dit zijn:5 Een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid / onderwijs, cultuur,
jeugdzaken en sport / digitale transformatie;6 Europese democratie/waarden en rechten, rechtsstaat, veiligheid;7 Klimaatverandering en milieu/gezondheid;8 De EU in de wereld / migratie. De uitkomsten van de Europese burgerpanels worden
gepresenteerd en besproken in de plenaire vergaderingen van de Conferentie, waar onder
anderen afgevaardigden van de Europese burgerpanels bij aanwezig zijn.
Vraag 6
In overweging nemende dat de Conferentie als doel heeft om te reflecteren op de grootste
uitdagingen van de Europese Unie en de inrichting en rol van de Europese Unie met
als doel om een sterker, weerbaarder Europa te bouwen (zie ook de Gezamenlijke Verklaring
van maart 2021) en Europese solidariteit te versterken: aan welke criteria moet de
Conferentie volgens het kabinet voldoen effectief en representatief te zijn ten aanzien
van het doel van de Conferentie? Welke criteria heeft het kabinet opgesteld om implementatie
van de bevindingen van de Conferentie over de Toekomst van Europa, zowel op Europees
niveau als nationaal niveau te garanderen? Waaraan moet de implementatie volgens het
kabinet voldoen om effectief te zijn?
Antwoord 6
Het kabinet ziet de Conferentie als kans om de burger te betrekken bij de EU, en te
bevragen over de wensen en verwachtingen ten aanzien van de EU. Dat vereist dat het
een inclusief proces is, waarbij een diversiteit aan meningen wordt gehoord. Daarbij
hecht het kabinet aan een transparante en gestructureerde werkwijze, die volgbaar
is voor het publiek. Alle relevante documenten moeten digitaal beschikbaar en eenvoudig
vindbaar zijn. In lijn met de kamerbrief over de kabinetsinzet in de Conferentie9, spant het kabinet zich hier voor in.
Bij de organisatie van de nationale burgerconsultaties zijn representativiteit en
inclusiviteit belangrijke uitgangspunten (zie ook het antwoord op vraag10. Het kabinet zal de uitkomsten van de nationale burgerconsultaties overbrengen in
de Conferentie, en er zorg voor dragen dat deze worden meegenomen in het eindverslag
van de Conferentie. Hoe daar opvolging aan zal worden gegeven is afhankelijk van de
inhoud van de uitkomsten. Het gezamenlijk voorzitterschap, bestaande uit de voorzitters
van het Europese Parlement, de Europese Commissie en de Raad11, heeft aangegeven te zullen kijken hoe zij, elk binnen hun eigen bevoegdheden, actie
kunnen ondernemen op basis van de resultaten van de Conferentie.
Vraag 7
Gezien het feit dat het kabinet aangeeft in haar brief in te zetten op acht themadialogen,
welke thema’s worden hierbij betrokken? Gaat het kabinet uit van de thema’s zoals
deze voorgesteld zijn door de Gezamenlijk Declaratie van maart 2021, zijnde: klimaatverandering
en milieu; gezondheid; een sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid;
de EU in de wereld; waarden en rechten, rechtsstaat; migratie en veiligheid; digitale
transformatie; Europese democratie, inclusief het hervormen van de democratische basisprincipes
van Europa en het versterken van democratische processen in de EU; onderwijs, cultuur,
jeugdzaken en sport?
Antwoord 7
De burgerdialogen worden georganiseerd volgens de thema’s die vastgesteld zijn voor
de Conferentie in de gezamenlijke verklaring.12 In de themadialogen zullen de thema’s geclusterd worden behandeld, in lijn met de
bespreking van thema’s in de Europese burgerpanels en de plenaire vergadering waar
dit inhoudelijke inbreng voor is (zie de thema’s genoemd in het antwoord op vraag13.
Vraag 8
Hoe verklaart het kabinet dat ze diversiteit en inclusiviteit als belangrijkste thema’s
aanmerkt bij de op maat gemaakte gesprekken met jongeren? Hoe voorkomt het kabinet
dat deze gesprekken beperkt zullen worden door deze thema’s? Hoe zal het kabinet garanderen
dat er in deze gesprekken ruimte blijft voor bovengenoemde thema’s (vraag zeven),
inclusief hervormingen van de EU, zijnde de democratische basisprincipes van Europa
en het versterken van democratische processen in de EU?
Antwoord 8
Diversiteit en inclusiviteit gelden als uitgangspunten bij de vormgeving van de dialogen
met jongeren. Deze dialogen zijn niet beperkt tot enkele thema’s: alle 9 thema’s van
de Conferentie komen aan bod tijdens de dialogen. Daarnaast is het mogelijk voor jongeren
om andere onderwerpen aan te dragen. Dat geldt overigens ook voor de online themadialogen
en de dialogen op locatie met moeilijk bereikbare groepen.
Vraag 9
Hoe is de coördinatie en samenwerking tussen het kabinet, het Interprovinciaal Overleg
en de gemeenten ten aanzien van de organisatie van de Conferentie over de Toekomst
van Europa gestructureerd, specifiek met betrekking tot het bevorderen van een zo
groot mogelijke deelname voor burgers en het maatschappelijk middenveld aan deze dialoog?
Hoe ondersteunt het kabinet gemeenten en provincies in het organiseren en communiceren
van de Conferentie naar de burgers?
Antwoord 9
Het kabinet heeft, mede naar aanleiding van het Commissiedebat over de Conferentie
van 12 mei 2021, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
geïnformeerd over de Conferentie en de nationale burgerdialogen, aangespoord om deel
te nemen en de informatie te delen binnen de decentrale overheden. Initiatieven vanuit
de decentrale overheden worden verwelkomd en kunnen worden aangekondigd op het meertalig
digitale platform.
Vraag 10
Hoe zal het kabinet, nadat alle nationale dialogen hebben plaatsgevonden, omgaan met
de bevindingen? Wat is het tijdspad voor de presentatie van de uitkomst van de dialogen
zowel naar de Kamer als de Conferentie in het algemeen? Op welke termijn kan de Kamer
een overzicht van het tijdspad inzien, specifiek met de verwerking van alle inbreng
voor het einde van de Conferentie op 9 mei 2022?
Antwoord 10
De uitkomsten van de nationale burgerconsultaties zullen worden gepresenteerd in verschillende
(tussen)verslagen. Deze verslagen worden gepubliceerd voorafgaand de plenaire vergaderingen
van de Conferentie, voor de thema’s die geagendeerd staan voor die plenaire vergadering.
Dat betekent dat het eerste (tussen)verslag begin oktober gepubliceerd zal worden,
gevolgd door opvolgende tussenverslagen begin december en begin januari 2022. De notitie
van het Sociaal- en Cultureel Planbureau zal ook met uw Kamer gedeeld worden in aanloop
naar de plenaire vergadering van oktober. Het kabinet zal de (tussen)verslagen aanbieden
aan de Conferentie, en de uitkomsten inbrengen in de verschillende plenaire vergaderingen
van de Conferentie. Het is van belang dat de wensen en verwachtingen van de Nederlandse
bevolking gehoord worden in de Conferentie, en meegenomen worden in het eindverslag
van de Conferentie. Dit wordt verwacht voorjaar 2022, gedurende het Franse voorzitterschap
van de Raad. Er is, voor zover het kabinet bekend, nog geen specifieke datum gemarkeerd
als eind van de Conferentie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.