Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heinen over het Paper ‘Common views on the future of the Stability and Growth Pact’
Vragen van het lid Heinen (VVD) aan de Minister van Financiën over het Paper «Common views on the future of the Stability and Growth Pact» (ingezonden 14 september 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 28 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de geannoteerde agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad
van 10 en 11 september (kamerstuk 21 501-07, nr. 1774) die naar de Tweede Kamer is gestuurd waarin u aangeeft dat er gesproken zal worden
over het begrotingsbeleid in de EU?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom stond in deze agenda niet vermeld dat Nederland samen met gelijkgestemde lidstaten
een position paper over de herziening van het Stabiliteit- en Groeipact (SGP) heeft
opgesteld in aanloop naar de informele Ecofinraad op 10 en 11 september?
Antwoord 2
Op het moment van het verzenden van de geannoteerde agenda was het niet duidelijk
of er een position paper tot stand zou komen en of Nederland mee zou tekenen.
Vraag 3
Waarom zat deze position paper niet bij de stukken en is deze pas nét na het Commissiedebat
op 8 september over de Ecofinraad op 10 en 11 september naar de Tweede Kamer gestuurd?
Antwoord 3
Het besluit dat Nederland het position paper zou ondertekenen is genomen na het Commissiedebat
op 8 september, omdat toen pas duidelijk werd welke andere lidstaten mee zouden tekenen.
Het verzamelen van voldoende mede-ondertekenaars vormt een belangrijke afweging bij
een besluit om een position paper van gelijkgezinde lidstaten te ondertekenen. Het
doel van een dergelijk paper is immers om eensgezindheid uit te stralen. Het position
paper is daarom na het Commissiedebat op 8 september naar de Tweede Kamer gestuurd.
Vraag 4
Wanneer heeft u overeenstemming bereikt over het position paper met de betrokken lidstaten?
Antwoord 4
Ambtelijke afstemming over de inhoud van het paper werd bereikt in de ochtend van
woensdag 8 september. Op dat moment stond echter nog niet vast of Nederland mee zou
tekenen, omdat dit afhankelijk was van de vraag of voldoende andere Ministers van
lidstaten die hadden meegewerkt aan de totstandkoming van het paper zouden meetekenen.
In de loop van woensdagmiddag 8 september werd dit duidelijk. In de ochtend van donderdag
9 september werd de definitieve groep landen bekend.
Vraag 5
In het position paper geeft het kabinet aan dat het wenselijk is dat de regels van
het Stabiliteit- en Groeipact (SGP) versimpeld worden en dat aanpassingen van het
SGP moeten bijdragen aan een consistente, transparante en betere toepassing van de
regels. Welke concrete versimpelingen en aanpassingen overweegt u in dit kader en
zijn volgens u bespreekbaar?
Antwoord 5
In mijn brief van 14 december 2020 met een brede bespiegeling inzake het SGP heb ik
enkele concrete elementen benoemd in de huidige regels die naar mijn inzicht voor
verbetering vatbaar zijn.1 Inperking van de vele vormen van flexibiliteit en van de discretionaire ruimte van
de Commissie en de Raad kan zorgen voor meer eenvoud, transparantie en consistentie,
en dus ook bijdragen aan een betere handhaafbaarheid. Een daarvan is het afschaffen
van het gebruik van de structurele begrotingsinspanning als argument om een lidstaat
niet in een buitensporigtekortprocedure te plaatsen bij onvoldoende schuldafbouw.
Een andere is het afschaffen van de significantiemarge in de preventieve arm. Deze
zorgt ervoor dat lidstaten mogen afwijken van hun vereiste structurele begrotingsinspanning
wanneer er geen sprake is van een significante afwijking. Afwijkingen worden op deze
manier jaar in jaar uit getolereerd en stapelen zich op, waardoor lidstaten steeds
verder van de afgesproken begrotingsnormen afdrijven. Nederland staat open voor andere,
soortgelijke wijzigingen. Bij deze aanpassingen zal een zekere mate van flexibiliteit
wel behouden moeten blijven.
Vraag 6
In het position paper onderstreept het kabinet het belang van gezonde, houdbare overheidsfinanciën
en van het terugdringen van te hoge overheidsschulden. Hoe vindt u dat dit – in tegenstelling
tot wat in het verleden is gebleken – bereikt dan wel afgedwongen moet worden?
Antwoord 6
Zoals toegelicht in de brief van 14 december 2020 kan een betere handhaving worden
bereikt door een verbetering van de regels zelf. Doordat de regels complex zijn en
veel ruimte bieden voor flexibiliteit en beoordeling, ontstaat de mogelijkheid tot
politieke druk om ze soepel toe te passen. Inperking van de vele vormen van flexibiliteit
en van de discretionaire ruimte van de Commissie en de Raad kan zorgen voor meer eenvoud,
transparantie en consistentie, en draagt zo bij aan een betere handhaafbaarheid.
In deze brief van 14 december 2020 heb ik ook uiteengezet hoe een betere handhaving
mogelijk kan worden bereikt door de besluitvormingsprocedures aan te passen. De Commissie
heeft momenteel meerdere rollen. Ze publiceert ramingen, voert analyses uit om te
bezien of begrotingen in lijn zijn met de regels en initieert procedurele stappen.
Het zou wellicht beter zijn om de analyse en beoordeling van de naleving van de regels
te scheiden van het nemen van eventuele vervolgstappen, om de checks and balances binnen het SGP te waarborgen.
Vraag 7
Klopt het dat de Europese Commissie aanstuurt op een versoepeling van de regels van
het SGP per 2023, door bepaalde uitgavencategorieën niet mee te tellen en dat dit
besluitvorming begin 2022 vereist?2
Antwoord 7
Het idee om groene investeringen uit te zonderen van de begrotingsregels was onderdeel
van een discussiepaper dat denktank Bruegel had voorbereid voor de informele Ecofinraad
op 10 en 11 september. Het is op dit moment niet bekend of de Commissie het overweegt
als serieuze optie voor een eventuele herziening van het SGP.
Vraag 8
Acht u versoepeling opportuun in het licht van het terugdringen van te hoge overheidsschulden
in bepaalde lidstaten?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in de Staat van de Unie 20213 moet voor het kabinet houdbare overheidsfinanciën het hoofddoel van het SGP blijven,
teneinde duurzame economische groei en stabiliteit te waarborgen. De snel stijgende
publieke schuld als gevolg van de COVID-19-crisis onderstreept het belang hiervan.
Bovendien is het belangrijk dat de handhaving van de regels wordt verbeterd.
Vraag 9
Kunt u toezeggen dat u de Kamer niet alleen onmiddellijk op de hoogte stelt als Nederland
«concrete stappen onderneemt», zoals u in Kamerstuk 21 501-07, nr. 1734 aangeeft, maar ook als u voornemens bent concrete stappen te ondernemen waarbij tevens voldoende ruimte wordt gelaten
om over deze concrete stappen met de Kamer in debat te gaan?
Antwoord 9
De positie die wordt ingenomen in het position paper is in lijn met de uitgangspunten
zoals o.a. verwoord in de brief van 14 december 2020 en de Staat van de Europese Unie
2021 van 2 april jl. en zoals door mij meerdere malen is gewisseld met de Tweede Kamer.
Ik heb daarbij ook aangegeven dat Nederland de samenwerking met andere lidstaten zou
zoeken.
Voor het kabinet blijven houdbare overheidsfinanciën het hoofddoel van het SGP, teneinde
duurzame economische groei en stabiliteit te waarborgen. Zoals aangegeven in het antwoord
op vragen van het lid Snels over het Stabiliteits- en Groeipact van 1 juli jl. vormt
het uitdragen van deze uitgangspunten volgens het demissionaire kabinet geen nieuwe
inkleuring van de Nederlandse inzet.4
Het vooraf in de openbaarheid met het parlement delen van een document waarover nog
gesprekken gaande zijn tussen betrokken lidstaten zou het vertrouwen van die lidstaten
kunnen schaden en leek mij gelet op de inhoud ervan ook niet nodig. Mocht het kabinet
voornemens zijn om in het Europese debat een lijn te kiezen die afwijkt van de bestaande
Nederlandse inzet, dan zal ik de Tweede Kamer vanzelfsprekend voorafgaand hierover
informeren, zodat er gelegenheid is om daarover van gedachten te wisselen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.