Schriftelijke vragen : Nevenfuncties van de demissionair minister van Defensie
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister-President over nevenfuncties van de demissionair Minister van Defensie (ingezonden 27 september 2021).
Vraag 1
            
Op het cv van de heer Kamp als demissionair Minister van Defensie staat niet vermeld
               dat de heer Kamp lid is van de Colleges financieel toezicht van respectievelijk Aruba,
               Curaçao en Sint Maarten, en Bonaire, Sint Eustatius en Saba; terwijl op de internetsite
               van deze colleges de heer Henk Kamp wel als lid van deze colleges staat vermeld. Klopt
               het dat de heer Kamp nog lid is van deze colleges?1 2
Vraag 2
            
Klopt het dat de heer Kamp na zijn benoeming tot demissionair Minister van Defensie
               zijn functies als lid van de genoemde colleges niet met onmiddellijke ingang heeft
               neergelegd?
            
Vraag 3
            
In geval de heer Kamp deze nevenfuncties nog niet heeft opgezegd, hoe verhoudt zich
               dat dan tot de Rijkswet financieel toezicht waar expliciet in artikel 3 bepaald is
               dat een lid van een dergelijk college niet tevens Minister of Staatssecretaris kan
               zijn? Deelt u de mening dat de heer Kamp daarom geen lid meer is of kan zijn van een
               van de genoemde colleges? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
            
Vraag 4
            
Heeft u de heer Kamp toestemming gegeven zijn nevenfuncties als collegelid te behouden?
               Zo ja, op grond van welke overweging en hoe verhoudt zich dat tot de regel dat bewindspersonen
               geen nevenfuncties mogen hebben? En zo ja, heeft u daar de Kamer conform de regels
               uit het Handboek voor bewindspersonen (het Blauwe Boek) van op de hoogte gesteld?
               Zo nee, waarom heeft u die toestemming niet gegeven?
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat de leden van de genoemde colleges hun functie onafhankelijk
               moeten kunnen uitoefenen? Zo ja, deelt u dan de mening dat een lid van een dergelijk
               college die de Rijksministerraad moet informeren en adviseren, niet onafhankelijk
               kan zijn als hij zelf ook Minister is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en hoe kan
               een lid van de ministerraad zichzelf dan onafhankelijk adviseren?
            
Vraag 6
            
Indien de heer Kamp zijn functie als collegelid, al dan niet tijdelijk, heeft neergelegd
               of gaat neerleggen, wordt zijn functie dan ingevuld en zo ja door wie? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 7
            
Indien er geen op voordracht van Nederland benoemd lid in een van de colleges zitting
               heeft, betekent dat dan dat als de begrotingen van de eilanden beoordeeld moeten worden
               en de colleges daarover advies moeten uitbrengen, er geen namens Nederland voorgedragen
               lid is? Zo ja, deelt u de mening dat dat ongewenst is en dat er daarom spoedig iemand
               op voordracht van Nederland benoemd dient te worden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Bestaat er een door de rijksoverheid bijgehouden centraal register waarin de nevenfuncties
               van bewindspersonen openbaar gemaakt worden? Zo ja, waar is dat register te vinden?
               Zo nee, waarom niet? En zo nee, bent u bereid een dergelijk register alsnog in te
               richten?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 K. Arib, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
