Schriftelijke vragen : De manier waarop verder uitvoering gegeven wordt aan de motie-Belhaj en het beleid ten aanzien van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de manier waarop verder uitvoering gegeven wordt aan de motie-Belhaj en het beleid ten aanzien van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden (ingezonden 23 september 2021).
Vraag 1
Op welke manier beoordeelt u of verzoekers die een e-mail hebben gestuurd naar het
speciale adres van het Ministerie van Buitenlandse Zaken vallen onder de categorieën
waar de motie-Belhaj c.s. (Kamerstuk 27925–788) op doelt? Welke criteria gebruikt
u bij die beoordeling? Bent u momenteel ook daadwerkelijk bezig de vele duizenden
e-mails die binnen zijn gekomen te doorzoeken op mensen die onder die categorieën
uit de genoemde motie vallen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Op welke manier volgt de opmerking «Het gaat om acute en schrijnende gevallen» in
de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (27 925, nr. 841) uit het naar letter en geest uitvoeren van de genoemde motie-Belhaj c.s.? Hoe verhoudt
zich deze opmerking tot letter en geest van deze motie?
Vraag 3
Kunnen mensen uit de categorieën waar de motie-Belhaj c.s. op doelt, die niet tijdig
zijn geëvacueerd, maar zelf over land naar de buurlanden zijn gevlucht, bij een Nederlandse
diplomatieke vertegenwoordiging terecht om daar duidelijk te maken dat zij onder de
genoemde categorieën vallen en om daar de bescherming van Nederland in te roepen?
Bent u het met ons eens dat mensen uit deze specifieke groep hiertoe de mogelijkheid
geboden zou dienen te worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Is het mogelijk dat u bij de Nederlandse organisaties die in Afghanistan actief zijn
(geweest) lijsten opvraagt van Afghanen die voor hen gewerkt hebben en aan de hand
daarvan bepaalt wie daarvan volgens de motie-Belhaj c.s. bescherming verdienen?1 Zo nee, waarom niet? Zou het resultaat van deze inventarisatie vergeleken kunnen
worden met de hulpverzoeken uit de duizenden e-mails die binnen zijn gekomen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Wat is er uit het eerder door de premier aangekondigde overleg2 gekomen van Nederland met onder meer Engeland, Frankrijk en Duitsland over de vraag
wat gezamenlijk kan worden gedaan voor Afghanen die voor landen uit de internationale
coalitie hebben gewerkt en die niet geëvacueerd zijn? Kan gezamenlijk met onder meer
deze landen aan een lijst gewerkt worden van die mensen die gevaar lopen als gevolg
van hun werk voor buitenlandse troepen of organisaties? Zo nee, waarom niet? Bent
u het ermee eens dat deze mensen een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn voor landen
van de internationale coalitie? Zo ja, hoe vindt u dat Nederland vorm zou moeten geven
aan die verantwoordelijkheid?
Vraag 6
Bent u van mening dat de manier waarop Nederland verantwoording neemt voor mensen
die als gevolg van hun werk voor Nederland gevaar lopen, ook op de lange termijn van
invloed is op de manier waarop Nederland deel kan nemen aan internationale militaire
missies? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent dit voor het optreden in deze kwestie
nu?
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte welke maatschappelijke organisaties nog steeds in Afghanistan
aanwezig zijn en daar werken op het gebied van ontwikkeling en/of noodhulp? Bent u
in staat deze organisaties ook onder de huidige omstandigheden te ondersteunen? Zo
ja, hoe? Zijn deze organisaties onder de huidige omstandigheden nog in staat ontheemden
te ondersteunen, onder wie mogelijk ook mensen waar de genoemde motie-Belhaj c.s.
op doelt?
Vraag 8
Kunt u aangeven of alle lidstaten van de Europese Unie een moratorium op het uitzetten
van Afghaanse vluchtelingen hebben? Geldt dit bijvoorbeeld ook voor Kroatië?
Vraag 9
Worden er sinds 15 augustus nog Afghaanse asielzoekers met een Dublin-claim voor Kroatië
daadwerkelijk aan dat land overgedragen? Bent u er overigens zeker van dat Dublin-claimanten
in Kroatië feitelijk toegelaten worden tot de asielprocedure en dat zij feitelijk
de opvang krijgen zoals die volgens EU-regels is voorgeschreven? Zo ja, kunt u dit
onderbouwen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Don Ceder, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.