Schriftelijke vragen : De toename in arbeidsuitbuiting
Vragen van de leden Bikker, Ceder en Grinwis (allen ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de toename in arbeidsuitbuiting (ingezonden 16 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Meldingen arbeidsuitbuiting met 70 procent toegenomen»1 en «OM ziet te weinig bewijs uitbuiting truckers: «Moet er eerst iemand doodgaan?»2
Vraag 2
Wat is uw reactie op de explosieve toename van meldingen van arbeidsuitbuiting de
afgelopen jaren? Welke oorzaken ziet u voor deze toename?
Vraag 3
Hoeveel meldingen van arbeidsuitbuiting zijn er tot dusverre in 2021 gedaan, hoe verhoudt
dit zich tot de cijfers van voorgaande jaren?
Vraag 4
De uitspraak van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM) dat met de meldingen slechts
het topje van de ijsberg in zicht is, stemt hen somber, wat is de reactie van de regering
hierop?
Vraag 5
Kunt u aangeven wat u heeft gedaan en doet om de meldingsbereidheid onder slachtoffers
van arbeidsuitbuiting te vergroten? Kunt u daarbij in het bijzonder ingaan op de constatering
van de NRM dat er weinig belang is voor slachtoffers om zich te melden, bijvoorbeeld
omdat zij hun baan kwijtraken?
Vraag 6
Kunt u aangeven wat met de 449 meldingen in 2020 en de 261 meldingen in 2019 is gedaan?
Welke acties zijn in gang gezet naar aanleiding van deze meldingen?
Vraag 7
Hoe vindt opvolging plaats wanneer een melding is gedaan? Hoe worden de belangen en
rechten van melders geborgd? Hoeveel van de 449 melders uit 2020 zijn nog in beeld
van bijvoorbeeld de hulpverlening?
Vraag 8
Het artikel laat zien dat aandacht voor arbeidsuitbuiting nodig is om dit in beeld
te krijgen, onderschrijft u dit? Wat doet u en wat gaat u aanvullend doen om de aandacht
voor dit probleem te vergroten?
Vraag 9
Wat is de verklaring voor het zeer lage aantal opsporingsonderzoeken dat het openbaar
ministerie (OM) naar arbeidsuitbuiting doet? Hoe kan het dat bij zo’n groot probleem
slechts 7 opsporingsonderzoeken zijn gestart in 2019?
Vraag 10
Hoe vaak is in 2020 een opsporingsonderzoek gestart, en hoeveel zaken zijn de afgelopen
jaren daadwerkelijk voor de rechter gebracht? Hoe vaak is er sprake geweest van een
sepot?
Vraag 11
Terecht stelt de NRM dat zaken voor de rechter moeten worden gebracht om jurisprudentie
te creëren, kunt u verklaren waarom het OM daar terughoudend in is?
Vraag 12
De zaak van de Filipijnse chauffeurs kenmerkt zich door mensen die onder erbarmelijke
omstandigheden voor te weinig geld te veel moesten werken, bedreigd werden met mishandeling
en het intrekken van hun verblijfsvergunning en gedwongen werden door te werken bij
ziekte, wat is er nog meer nodig voordat sprake is van arbeidsuitbuiting of dwang?
Vraag 13
Ziet u dat de complexiteit van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht en de ontstane
jurisprudentie de drempel voor vervolging op basis van de in dit artikel beschreven
delicten onbedoeld hoger heeft gelegd? Wanneer gaat u opvolging geven aan het tweede
deel van de motie Van der Graaf c.s. (35 570 VI, nr. 64) door ook met daadwerkelijke voorstellen te komen voor de herziening van dit artikel?
Vraag 14
Welk signaal gaat van het sepot in de zaak van de Filipijnse vrachtwagenchauffeurs
uit naar andere slachtoffers van arbeidsuitbuiting en werkgevers? Deelt u onze zorg
dat dergelijke beslissingen een negatief effect hebben op de toch al lage meldingsbereidheid
van slachtoffers van arbeidsuitbuiting?
Vraag 15
Hoe worden deze mensen verder geholpen nu sepot heeft plaatsgevonden maar wel is vastgesteld
dat op zijn minst sprake was van een zeer onwenselijke situatie en slecht werkgeverschap?
Vraag 16
Worden deze mensen daadwerkelijk teruggestuurd naar de Filipijnen terwijl zij twee
jaar en negen maanden in de veronderstelling waren dat hun leed werd erkend als arbeidsuitbuiting
en zij ook opnieuw in Nederland werkzaam zijn in de vervoersector? Bent u bereid alsnog
te voorzien in een verblijfsvergunning voor deze groep?
Vraag 17
Op welke wijze vindt begeleiding plaats van mensen waar de zaak van wordt geseponeerd?
Ziet u dat deze groep bijzonder kwetsbaar is, ook door de duidelijk verstoorde relatie
met de werkgever die vaak ook verantwoordelijk is voor huisvesting?
Vraag 18
Deelt u onze mening dat nog veel werk aan de winkel is om de woon- en werkomstandigheden
van arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren en malafide werkgevers en uitzendbureaus
aan te pakken? Aangezien een ruime Kamermeerderheid de aanbevelingen steunt die de
commissie-Roemer op dit vlak heeft gedaan, bent u bereid deze aanbevelingen over te
nemen en spoedig uit te werken, ondanks de demissionaire status van het kabinet?
Indieners
-
Gericht aan
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Mirjam Bikker, Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Grinwis, Kamerlid -
Medeindiener
Don Ceder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.