Brief Kamer : Reactie op het verzoek van het lid Van Houwelingen over de verenigbaarheid van andere functies met het Kamerlidmaatschap
35 896 Verenigbaarheid van functies met het Kamerlidmaatschap
Nr. 4 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de leden
Den Haag, 16 augustus 2021
Op 14 augustus jl. heeft het lid Van Houwelingen van de fractie van Forum voor Democratie
mij verzocht artikel 2.2 van het Reglement van Orde1 toe te passen. Dit omdat drie leden van de Kamer naar de mening van het lid Van Houwelingen
een met het lidmaatschap van de Kamer onverenigbare functie zijn gaan vervullen.
Als Voorzitter ben ik van mening dat dit niet vaststaat en artikel 57, derde lid van
de Grondwet zo geïnterpreteerd kan worden dat deze functies verenigbaar zijn in deze
specifieke periode na de verkiezingen, tijdens de formatie. Ik constateer echter dat
er een levendige discussie gaande is over toepassing van artikel 57 van de Grondwet
en dat er verschillende interpretaties besproken worden. Dit blijkt uit berichtgeving
van deskundigen, er zijn Kamervragen gesteld door de leden Marijnissen en Leijten
van de SP en het kabinet heeft haar standpunt gegeven in de beantwoording van desbetreffende
vragen (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3723).
Gezien deze discussie geef ik de Kamer dan ook mee dat bij meerderheid voorlichting
van de Raad van State vragen tot de mogelijkheden behoort.
Indien de Kamer mocht oordelen dat een debat met het kabinet gewenst is, zal ik dat
organiseren.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Bergkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer