Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht 'GGD-directeur laat naam Tata Steel uit longkankerrapport schrappen'
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «GGD-directeur laat naam Tata Steel uit longkankerrapport schrappen» (ingezonden 7 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (7 september 2021).
Vraag 1
Erkent u dat het vertrouwen is geschaad doordat de directeur van de geestelijke gezondheidsdienst
(GGD)heeft verboden Tata te noemen in het rapport over longkanker in Beverwijk en
het onderwerp longkanker in het rapport wordt gebagatelliseerd?1 Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1
Ik vind het uiteraard belangrijk dat de gezondheidsdiensten onafhankelijk en dus betrouwbaar
onderzoeken en rapporteren. Daarom vind ik het goed dat het dagelijks bestuur van
de Veiligheidsregio Kennemerland een extern onafhankelijk onderzoek heeft laten uitvoeren
naar de totstandkoming van het rapport «Incidentie en prevalentie van kanker in de
regio Kennemerland 2004–2018». Het onderzoeksrapport is op 26 augustus jl. gepubliceerd.
In het onderzoeksrapport, dat door onderzoeker en voormalig ombudsman van Den Haag
Peter Heskes is uitgevoerd, is geconcludeerd dat er volstrekt integer is gehandeld
door de directeur en zijn medewerkers; de directeur heeft op een juiste manier sturing
gegeven en het rapport is op een integere manier tot stand gekomen.
Vraag 2
Waarom maken GGD-ambtenaren zich zorgen over dat conclusies uit het rapport publicitair
verkeerd zouden kunnen uitpakken voor Tata Steel?
Antwoord 2
De GGD Kennemerland gaat ervan uit dat u waarschijnlijk doelt op een passage uit de
recent gepubliceerde gegevens uit het Wob-verzoek2 aan GGD Kennemerland. Hierin schrijft een GGD-ambtenaar dat het gebruik van het woord
«aannemelijk», voor de rol van luchtverontreiniging als mogelijke risicofactor voor
longkanker, zou kunnen leiden tot krantenkoppen als «Tata Steel veroorzaakt longkanker».
De GGD Kennemerland geeft aan dat deze conclusie niet kan worden getrokken op basis
van het betreffende GGD-rapport omdat bij dit type onderzoek geen oorzakelijke verbanden
kunnen worden aangetoond. De GGD Kennemerland geeft aan om die reden gekozen te hebben
voor een formulering waarbij duidelijk is gemaakt dat dit GGD-rapport geen oorzaken
van een verhoogde kankerincidentie kan aantonen, maar dat uit de wetenschappelijke
literatuur wel bekend is dat luchtverontreiniging in het algemeen één van de risicofactoren
is voor het ontstaan van longkanker.
Vraag 3, 4 en 5
Erkent u dat met de hoge prevalentie van kanker in Beverwijk er in deze situatie geen
winnaars zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Hoe is het mogelijk dat omwonenden en artsen die meermaals de noodklok hebben geluid
steevast genegeerd zijn?
Erkent u dat de overheid (provinciaal, lokaal, landelijk en uitvoeringsdiensten als
inspecties en GGD-en) afwezig is geweest in het beperken van de luchtverontreiniging
veroorzaakt door de industrie en het bevorderen van de volksgezondheid? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 3, 4 en 5
Ik deel de zorgen van de bewoners van Beverwijk en omstreken ten aanzien van hun leefomgeving.
De Provincie Noord-Holland, de gemeenten en het Rijk werken hard om de leefomgevingskwaliteit
in die regio te verbeteren. Een veilige en gezonde leefomgeving is van groot belang.
De noodklok die sommige artsen en omwonenden hebben geluid neem ik daarom zeer serieus.
Via het Schone Lucht Akkoord (SLA) werk ik samen met provincies, gemeenten en stakeholders
aan de permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst voor iedereen
in Nederland te realiseren. De ondertekenaars van het SLA committeren zich onder andere
aan het zo scherp mogelijk vergunnen en worden daarbij actief ondersteund vanuit het
Rijk. Dit najaar voert het RIVM, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat, een nulmeting van het akkoord uit. Hieruit moet blijken of de maatregelen
voldoende zijn om de doelen te halen. Mocht dat niet het geval zijn, dan nemen de
deelnemende partijen nieuwe maatregelen. Mocht blijken dat het mogelijk is om meer
gezondheidswinst te realiseren door luchtvervuiling sneller of meer terug te dringen,
dan zal ik mij daar zeker voor inzetten. Daarnaast vormt het Rijk (de Ministeries
van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat) samen met de provincie
Noord-Holland en de IJmondgemeenten een ambtelijke werkgroep. Hierin worden de mogelijkheden
verkend om Tata Steel structureel te verduurzamen en tegelijk de kwaliteit van de
leefomgeving te verbeteren. Zelf zet Tata Steel met de Roadmap Plus in op een versnelde
weg naar een betere leefomgeving door extra maatregelen en investeringen. Tegelijk
is te verwachten dat door het klimaatbeleid, de elektrificatie van het wegverkeer
en steeds betere technieken in de industrie de luchtkwaliteit in de komende decennia
verder zal verbeteren.
Vraag 6
Vindt u ook dat mensen moeten kunnen vertrouwen op de overheid (provinciaal, lokaal,
landelijk en uitvoeringsdiensten als inspecties en GGD-en) als bewaker van normen
van uitstoot en dat niet het economische belang van aandeelhouders van Tata-steel
voor moeten gaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Om risicovolle uitstoot te voorkomen, beschermt de overheid met wet- en regelgeving
burgers tegen de schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging.
Uit de regelgeving volgt dat een bedrijf in eerste instantie zelf verantwoordelijk
is voor het voorkomen of anders beperken van alle negatieve gevolgen voor het milieu.
Daarom moet een bedrijf de Beste Beschikbare Technieken (BBT) toepassen. BBT, waarin
zowel de technische als economische haalbaarheid is meegewogen, is onderdeel van rijksregels
of de vergunning die wordt verleend door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag ziet
tevens toe op de naleving van de rijksregels en de vergunning. Het Rijk adviseert
en ondersteunt het bevoegd gezag waar mogelijk, bijvoorbeeld via de inzet van de Inspectie
Leefomgeving en Transport, en via Europa afspraken over strengere bronmaatregelen.
Vraag 7
Kunt u alle initiatieven die u hebt genomen in de afgelopen tien jaar om de leefomstandigheden
voor directe omwonenden en mensen in de regio te verbeteren uitputtend op een rij
zetten?
Antwoord 7
De voormalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
heeft in 2009 het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) opgezet. Binnen
dit programma werken de rijksoverheid en decentrale overheden samen om te zorgen dat
Nederland overal tijdig aan de grenswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide zal voldoen.
Aan het NSL is ook een monitoringsprogramma verbonden om het bereiken van dit doel
te waarborgen. Het NSL loopt door totdat de Omgevingswet ingaat. Ook het eerder genoemde
Schone Luchtakkoord (SLA) draagt bij aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit.
De doelstellingen van het SLA zijn al toegelicht bij de beantwoording van de vragen
3, 4 en 5. De verantwoordelijkheid voor taken op het gebied vergunningverlening, toezicht
en handhaving liggen bij het bevoegd gezag: de decentrale overheden. In het SLA is
onder andere afgesproken scherper te vergunnen. Daar zetten de bevoegde gezagen zich
dan ook voor in. Het NSL en overig nationaal, lokaal en internationaal luchtbeleid
heeft eraan bijgedragen dat de (achtergrond)concentraties van verontreinigende stoffen
in Nederland over de gehele linie zijn gedaald. Dit blijkt ook uit de Grootschalige
Concentratiekaarten Nederland- rapportages3 die jaarlijks worden opgesteld.
Vraag 8
Bent u bereid in gesprek te gaan met de regio over hoe het zover heeft kunnen komen
en hoe de situatie kan worden verbeterd voor directe omwonenden en mensen in de regio?
Antwoord 8
De voormalige Staatssecretaris Van Veldhoven heeft op 21 juni jl. een gesprek gevoerd
met vertegenwoordigers van bewonersgroepen en stichtingen. Bij mijn aantreden heb
ik reeds verzocht om een soortgelijke ontmoeting om ook zelf de ervaringen te horen
van de mensen die in de omgeving wonen. Net als bij het eerder genoemde gesprek doe
ik dit samen met een gedeputeerde van Noord-Holland.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Bouchallikh
en Westerveld (beiden GroenLinks), ingezonden 7 juli 2021 (vraagnummer 2021Z13004)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.