Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over de eerdere antwoorden op vragen over de brief ‘Hoe moet het verder met de ontwikkeling van het Wierdense Veld’
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de antwoorden op de vragen over het bericht «Brief van provincie naar Minister: hoe moet het verder met de ontwikkeling van het Wierdense Veld» (ingezonden 5 juli 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 6 september
2021).
Vraag 1
Is het waar dat u verantwoordelijk bent voor de aanwijzing van Natura 2000-gebieden
en voor de onderbouwing van deze aanwijzingen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u vanuit deze verantwoordelijkheid de resultaten uit de ecologische en de hydrologische
onderzoeken die zijn uitgevoerd door de provincie Overijssel gevalideerd? Kunnen de
door u gevalideerde ecologische en hydrologische onderzoeksresultaten, waaruit blijkt
dat het herstel van het hoogveen Wierdenseveld mogelijk is naast de andere gebruiksdoelen,
naar de Tweede Kamer toegezonden worden?
Antwoord 2
Het valideren van onderzoeken voor de inrichting en het beheer van Natura 2000-gebieden
behoort niet tot mijn verantwoordelijkheid. De provincie Overijssel is bezig met de
voorbereidingen van de inrichting van het Natura 2000-gebied Wierdense Veld. De provincie
heeft mij medegedeeld dat er inrichtingsvarianten zijn waarin drinkwaterwinning en
hoogveenherstel samengaan en dat deze grote impact hebben op ontwikkelingsmogelijkheden
van de landbouw en het landgebruik nabij het Wierdense Veld. Voor het in dit kader
uitgevoerd onderzoek verwijs ik u naar de provincie.
Vraag 3
Kunt u het verslag van het bestuurlijk overleg met Eurocommissaris Sinkevicius over
het Wierdenseveld, zoals bij de behandeling van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet
op 30 juni 2020 besproken en verzocht in de eerste set schriftelijke vragen, per ommegaande
overleggen aan de Tweede Kamer?1
Antwoord 3
Er is geen verslag gemaakt van het gesprek met de Eurocommissaris, waarin het vraagstuk
van proportionaliteit is besproken aan de hand van de casus Wierdense Veld. Zoals
ik in de vorige beantwoording (Aanhangsel Handelingen II 2020/2021, nr. 3151)2 aangaf, heeft de Eurocommissaris tijdens het gesprek benadrukt dat Nederland moet
voldoen aan de vereisten van de Vogel- en Habitatrichtlijn en hiervoor verder met
natuurherstel aan de slag moet.
Vraag 4
Is het waar dat de totale kosten eerst op € 20 miljoen werden ingeschat en momenteel
op € 40 miljoen? Zijn de kosten vanwege de uitvoering van de Wet stikstofreductie
en natuurverbetering al betrokken bij deze inschatting of komen deze kosten er nog
bovenop? Wat is de uw inschatting?
Antwoord 4
Ja, het is waar dat de totale kosten momenteel worden ingeschat op € 40 miljoen. De
uitvoering van de nu aan de orde zijnde maatregelen in de bufferzone van circa 380
hectare draagt bij aan de doelen van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering
(Wsn). Door het verbeteren van de waterhuishouding wordt stikstofgevoelige natuur
versterkt. De uitvoering leidt ook tot extensivering van de landbouw en het landgebruik
nabij het Natura 2000-gebied. Dit leidt tot vermindering van de stikstofdepositie
op het Natura 2000-gebied en tot toekomstbestendige vormen van landbouw passend bij
het gebied. Hiermee loopt de uitvoering van deze maatregelen vooruit op de uitvoering
van de Wsn. De provincie kan nu nog niet bepalen of en in welke mate er nog aanvullende
maatregelen voor stikstofreductie in het gebied nodig zijn. Vooruitlopend hierop kan
er geen inschatting worden gemaakt van de kosten.
Vraag 5
Is in de thans bekende gebiedsanalyse, op basis waarvan de doelen, belangenafweging
en kosten zijn gemaakt, reeds rekening gehouden met de kritische depositiewaarden
Wierdenseveld? Zo nee, komt er dan nog een aanvullend pakket aan maatregelen?
Antwoord 5
In de in 2017 vastgestelde Natura 2000-Gebiedsanalyse in het kader van het toenmalige
Programma Aanpak Stikstof (PAS) is beschreven hoe de stikstofdepositie afneemt, en
werd onderbouwd dat door deze afname in samenhang met de natuurherstelmaatregelen
het behoud van het hoogveen geborgd is. In de gebiedsanalyse is dus al rekening gehouden
met de kritische depositiewaarden. In het kader van de uitwerking van de Wsn zal door
de provincie Overijssel in de Gebiedsgerichte Aanpak Stikstof bepaald worden of er
aanvullende maatregelen nodig zijn. Hierop kan ik niet voortuitlopen.
Vraag 6
Kunt u toelichten wat u bedoelt bij uw antwoord op vraag 13 van het lid Boswijk met
«Het is onzeker of bij structurele winning op vergund niveau het huidige maatregelenpakket
toereikend is om de waterhuishouding in het hoogveen voldoende te verbeteren»?3
Antwoord 6
Bij de uitwerking van maatregelpakketten in 2017–2019 is op grond van de ecologisch
beoordeling van de vegetatie bepaald dat er een maatregelpakket nodig is dat zorgt
voor een verhoging van het waterpeil met minimaal 5 cm in een voldoende groot deel
van het Wierdense Veld. Dit is ook het geval wanneer de waterwinningen Wierden en
Hoge Hexel structureel op het vergunde, maximale, niveau worden benut.
In de afgelopen jaren zijn de drinkwaterwinningen, vanwege de droge, warme zomers,
intensiever benut dan langjarig gemiddeld. Wanneer veel droge, warme zomers optreden
in de toekomst, kan mogelijk een grotere stijging van het waterpeil nodig zijn dan
5 cm en in een groter deel van het gebied. Monitoring van de benutting van de winningen,
de waterhuishouding in het gebied en de ontwikkeling van de vegetatie is nodig voor
het omgaan met deze onzekerheid.
Vraag 7
Wat geeft de hydrologische beoordeling over de combinatie van het behoud van hoogveen
en de drinkwaterproductie aan?
Antwoord 7
Zie hiervoor de beantwoording van vraag 2.
Vraag 8
Is het waar dat in antwoord op de vragen van het lid Boswijk u bij vraag 19 aangeeft
dat u in uw benadering geen rekening heeft gehouden met de uitvoering van de Wet stikstofreductie
en natuurverbetering? Zo ja, wat betekent dat voor de duidelijkheid vanuit het Rijk
voor de grondeigenaren?4
Antwoord 8
Zoals in de beantwoording van vraag 4 vermeld, leidt het maatregelenpakket tot vermindering
van de stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied en tot toekomstbestendige vormen
van landbouw passend bij het gebied. Hiermee loopt de uitvoering van deze maatregelen
vooruit op de uitvoering van de Wsn. De provincie kan nu nog niet bepalen of en in
welke mate er nog aanvullende maatregelen voor stikstofreductie in het gebied nodig
zijn. Ik kan hier niet op vooruit lopen, deze duidelijkheid zal komen vanuit de voortouwnemer
middels het gebiedsproces.
Vraag 9
Kunt u de kaarten met stikstofgevoelige natuur Wierdenseveld meesturen met de beantwoording
van deze set schriftelijke vragen en er tevens voor zorgen dat deze beschikbaar gesteld
worden voor de grondeigenaren: landbouwers, landgoed- en boseigenaren en natuurbeschermers?
Antwoord 9
U en de door u genoemde personen kunnen de kaart met de stikstofgevoelige natuur van
het Wierdense Veld raadplegen via Aerius Monitor: https://monitor.aerius.nl/gebied/43/onderwerp/natuur?deel=lagen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.