Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Bromet over het rapport 'Bescherming drinkwater bij het boren naar aardwarmte; Stille wateren in diepe gronden'
Vragen van de leden Van der Lee en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over het rapport «Bescherming drinkwater bij het boren naar aardwarmte. Stille wateren in diepe gronden» (ingezonden 18 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
1 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3455.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Bescherming drinkwater bij het boren naar aardwarmte.
Stille wateren in diepe gronden» van de Algemene Rekenkamer?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat geothermie een essentiële rol zal spelen bij de energietransitie
en dat het daarom bij uitstek van groot belang is dat geothermieprojecten veilig en
schoon zijn?
Antwoord 2
Geothermie is een essentiële duurzame energiebron in de benodigde bronnenmix voor
een duurzame energietransitie. Daarom voert het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat (EZK) een beleid voor de ontwikkeling van geothermie. Dit beleid is onder
meer gericht op de versnelling van de toepassing van geothermie in de gebouwde omgeving.
De uitwerking van dit beleid omvat onder meer een gerichte aanpassing van wet- en
regelgeving specifiek voor geothermie. Hierin wordt expliciet aandacht besteed aan
de toetsing en mitigatie van de mogelijke risico’s van geothermie. Uw Kamer is hier
in 2018 en in 2020 specifiek in een beleidsbrief over geïnformeerd (Kamerstuk 31 239, nr. 282 en Kamerstuk 31 239, nr. 320). Het wetsvoorstel geothermie, waarin de bovengenoemde elementen zijn verwerkt, is
ter behandeling aan uw Kamer aangeboden.
Op initiatief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is de Studiegroep Grondwater
opgestart, waaraan verschillende partijen deelnemen. Een van de thema’s die door de
studiegroep wordt uitgewerkt is de energietransitie in relatie tot grondwaterkwaliteit
en -kwantiteit. In het eerste kwartaal van 2022 zal de eindrapportage naar de Tweede
Kamer worden verzonden.
Vraag 3
Wat is uw algemene reactie op dit rapport? Wat vindt u van de conclusie dat drinkwaterbronnen
niet doeltreffend worden beschermd?
Antwoord 3
Ik ben de Rekenkamer erkentelijk voor hun onderzoek en onderstreep het belang van
helder beleid en transparante wet- en regelgeving voor geothermie in relatie tot de
bescherming van drinkwater.
In onze reactie aan de Rekenkamer hebben wij aangegeven dat sinds het onderzoek van
de Rekenkamer medio 2019 uitgevoerd werd er veel stappen gezet zijn in de ontwikkeling
van specifieke wet- en regelgeving voor geothermie en in de uitvoering van het risicobeleid.
Hierin is onder meer voorzien dat put- en reservoirintegriteit uitgebreid worden meegenomen
in de overwegingen, om tot een besluit op een ingediend winningsplan te komen. Daarnaast
is de geothermiesector voortdurend bezig met innovatie en verbetering. De sterke ontwikkeling
in geothermiebeleid en de uitvoering hiervan gedurende de afgelopen jaren is onder
andere terug te zien in de bij uw Kamer voorliggende wijziging van de Mijnbouwwet
voor aardwarmte.
Op basis van de voorliggende wijziging van de Mijnbouwwet en de adviezen van de Rekenkamer
zal de praktijk van vergunningverlening worden aangepast. Elementen hierin zijn, zoals
gezegd, een adequate beoordeling van de put- en reservoirintegriteit en de meer gerichte
vraag aan medeoverheden om in hun adviezen specifiek aandacht te besteden aan de mogelijke
effecten van geothermie op grond- en drinkwatervoorraden.
Daarnaast worden innovatieve ontwikkelingen meegenomen, bijvoorbeeld de ontwikkeling
van de Industriestandaard Duurzaam Putontwerp door de sector. Deze standaard is er
juist op gericht grondwaterlagen extra te beschermen.
Vraag 4
Bent u van plan de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om de regie rondom geothermie
te versterken, over te nemen? Zo ja, op welke wijze bent u van plan deze aanbeveling
op te volgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Binnen de verantwoordelijkheden voor een duurzame warmte- en drinkwatervoorziening,
worden vergunningen voor mijnbouwactiviteiten door het Ministerie van EZK verleend
met betrokkenheid van provincies, gemeenten en waterschappen. Het adviesrecht van
de decentrale overheden is vastgelegd in de Mijnbouwwet. De Minister van Infrastructuur
en Waterstaat is systeemverantwoordelijk voor een duurzame drinkwatervoorziening.
Beleidsmatige en uitvoerende bevoegdheden zijn voor een belangrijk deel wettelijk
toebedeeld aan provincies en drinkwaterbedrijven.
De aanbeveling van de Rekenkamer over versterking van de regie rondom geothermie in
de ondergrond is reeds belegd in het Tijdelijk Beleidskader dat gehanteerd wordt voor
geothermie. Het Tijdelijk Beleidskader fungeert als brug tussen de situatie van vóór
2019, waarin de vergunningensystematiek zoals vastgelegd in de Mijnbouwwet niet passend
was voor geothermie, tot het moment dat de Mijnbouwwet wordt gewijzigd voor aardwarmte.
In het Tijdelijk Beleidskader is onder andere vastgelegd dat er pas aardwarmte gewonnen
mag worden wanneer men in het bezit is van een winningsvergunning en instemming met
het winningsplan voor aardwarmte. In de beoordeling van het winningsplan komen zaken
als reservoir- en putintegriteit uitgebreid aan de orde. Bovendien biedt de procedure
rond instemming op het winningsplan voldoende mogelijkheden om aanvullende informatie
op te vragen bij de indieners.
In lijn met de aanbevelingen van de Rekenkamer is, naast de ontwikkeling van het Tijdelijk
Beleidskader voor aardwarmte, ook goede afstemming en heldere communicatie tussen
de toezichthouders op het beheer van de ondergrond een voortdurend en bekend aandachtspunt.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft een toetsende rol en kijkt daarbij ook
uitdrukkelijk naar de effecten op de kwaliteit van grondwater. SodM kan als toezichthouder
geothermieprojecten stilleggen die niet aan de veiligheidseisen voldoen.
Vraag 5
Deelt u het belang van de adviezen van mede-overheden over geothermieprojecten en
bent u bereid de mede-overheden beter te betrekken?
Antwoord 5
Bij het verlenen van vergunningen voor mijnbouwactiviteiten, waaronder geothermie,
worden provincies, gemeenten en waterschappen betrokken. Het adviesrecht van de decentrale
overheden is vastgelegd in de Mijnbouwwet. Daarnaast moeten mijnbouwactiviteiten aan
strenge voorwaarden voldoen voordat een vergunning wordt verleend en voordat activiteiten
mogen worden uitgevoerd. Hiervoor wordt het winningsplan gebruikt dat sinds de ontwikkeling
van het Tijdelijk Beleidskader voor aardwarmte moet worden aangeleverd bij het Ministerie
van EZK.
Vraag 6
Is volgens u onvoldoende bestaande regelgeving het voornaamste probleem of is er alleen
sprake van overtredingen van de al bestaande regels? Bent u bereid de samenhang in
wet- en regelgeving te verbeteren en drinkwaterbescherming beter te waarborgen, zoals
de Algemene Rekenkamer aanbeveelt?
Antwoord 6
Met het Tijdelijk Beleidskader voor geothermie en de aanstaande wijziging van de Mijnbouwwet
voor geothermie is er, sinds het onderzoek van de Rekenkamer heeft plaatsgevonden,
meer samenhang tussen het beleid voor aardwarmte, de uitwerking hiervan in wet- en
regelgeving en de vergunningensystematiek. Sinds de inwerkingtreding van het Tijdelijk
Beleidskader voor geothermie in 2019 vindt een uitgebreide beoordeling van de put-
en reservoirintegriteit plaats bij de beoordeling van een winningsplan. Na de wetswijziging
worden gedeputeerde staten en waterschappen actief om advies gevraagd over grond-
en drinkwatervoorraden. Hiermee is de drinkwaterbescherming in relatie tot aardwarmte
voldoende geborgd.
Vraag 7
Bent u bereid een fijnmaziger meetnet uit te rollen?
Antwoord 7
Het primaire uitgangspunt in de voorliggende wetgeving is dat verontreiniging moet
worden voorkomen door een adequaat ontwerp van de put en monitoring van de integriteit
gedurende de levensduur van de put. Op deze manier kunnen eventuele dreigende lekkages
in een vroeg stadium worden opgespoord en mitigerende maatregelen getroffen worden,
zodat dit niet tot verontreiniging van de ondergrond leidt. SodM heeft ook aangegeven
aan deze monitoring van de put strengere eisen te zullen stellen.
In overleg met SodM zal worden bezien of extra monitoring rondom de put opportuun
is en zo ja dan zal het ministerie met de regionale overheden bespreken op welke wijze
hier een proportionele invulling aan te geven.
Vraag 8
Bent u bereid subsidies en garanties te introduceren en/of een aanpassing van de SDE++
regeling, waardoor geothermie op een goede manier wordt gestimuleerd waarbij de veiligheid
topprioriteit is? Deelt u de mening dat wanneer er alleen nieuwe en strengere eisen
worden gesteld, zonder meer projecten waaruit je kunt leren, verantwoorde doorontwikkeling
van geothermie niet goed van de grond komt? Zo ja, hoe wilt u dit verbeteren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
De laatste jaren is er een aantal wijzigingen in de SDE++ doorgevoerd, die de toepasbaarheid
van geothermie, met name in de gebouwde omgeving, moeten verbeteren. Het klopt dat
geothermie in vergelijking met andere technologieën in de SDE++ een relatief dure
technologie is. Daarom wordt parallel gewerkt aan de benodigde verbeteringen in de
SDE++ voor geothermie, zodat de subsidievoorwaarden goed aansluiten bij realisatie
van de benodigde projecten in de praktijk.
Het is van belang dat geothermie zich blijft door ontwikkelen en nieuwe projecten
van de grond komen. Gezien de afspraken die gemaakt zijn in het Klimaatakkoord rond
de ontwikkeling van duurzame warmte voor 40 PJ in 2030, wordt ook binnen de SDE++
bezien of warmte voldoende aan bod komt in navolging van de motie van de leden Grinwis
en Bontenbal (Kamerstuk 32 813, nr. 791). Daarnaast wordt op andere manieren aan de opschaling van geothermie gewerkt: middels
het programma SCAN wordt de ondergrond van Nederland in kaart gebracht op potentie
voor geothermie; in samenwerking met de sector wordt gewerkt aan mogelijkheden om
de ontwikkeling van geothermie te versnellen; in de nationale warmtebronnenstrategie
zal later dit jaar nader worden ingegaan op de mogelijkheden om versnelling aan te
brengen in de uitrol van duurzame warmtebronnen, waaronder geothermie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.