Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Aukje de Vries over het bericht ‘Dit ging mis met NL-Alerts bij de brand in Noordbergum: opnieuw was de computer met een update bezig’
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Aukje de Vries (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Dit ging mis met NL-Alerts bij de brand in Noordbergum: opnieuw was de computer met een update bezig» (ingezonden 23 juni 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 augustus
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3578.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Dit ging mis met NL-Alerts bij de brand in Noordbergum:
opnieuw was de computer met een update bezig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat door een update van het NL-Alertsysteem in Drachten duizenden mensen
in Noord-Nederland ná de brand onterecht een melding hebben gehad van een grote brand?
Is het eerste bericht, tijdens de brand, in het gebied adequaat verspreid?
Antwoord 2
Er was geen sprake van een update van een computer maar van een storing in een aansturingsvoorziening
naar een NL-Alert applicatie.
Het NL-Alert systeem bestaat uit een gebruikersapplicatie waarmee medewerkers van
de meldkamers een NL-Alert kunnen opstellen en een centraal systeem dat ervoor zorgt
dat het door de meldkamer opgestelde NL-Alert wordt aangeboden aan de telecomaanbieders
voor uitzending van het NL-Alert via de zendmasten en wordt aangeboden aan andere
afnemers voor verspreiding.
Voor wat betreft de gebruikersapplicatie is bij de ontwikkeling van NL-Alert in de
periode 2009–2012 gekozen voor een «stand alone»-opstelling. Voor meldkamermedewerkers
is deze «stand alone»-opstelling niet altijd praktisch. Sommige meldkamers hebben
daarom – binnen de gestelde beveiligingsrichtlijnen – technische voorzieningen voor
deze computers getroffen om de «stand-alone»-computer vanuit de positie van de centralist
aan te kunnen sturen.
Uit analyse is gebleken dat op het moment van de brand in Noardburgum er een storing
was in deze aansturingsvoorziening.
Meldkamer Noord-Nederland heeft meteen Meldkamer Oost-Nederland verzocht het NL-Alert
uit te zenden in het getroffen gebied. Meldkamer Oost-Nederland heeft dit vervolgens
gedaan. De centralist van deze meldkamer heeft hierbij het juiste uitzendgebied geselecteerd
en het NL-Alert uitgezonden.
Later op de dag is door Meldkamer Noord-Nederland een tweede NL-Alert uitgezonden.
Dit betrof een melding dat de brand in Noardburgum onder controle was (afmeldbericht).
Meldkamer Noord-Nederland heeft bij dit tweede NL-Alert abusievelijk een groter gebied
voor de uitzending geselecteerd dan bij het eerste bericht. Daarom hebben meer mensen
het tweede NL-Alert ontvangen in vergelijking met het eerste NL-Alert.
Vraag 3
Hoe vaak is de laatste vijf jaar sprake geweest van defecten/het niet actief zijn
van het NL-Alertsysteem gedurende een calamiteit? Tot welke problemen heeft dit geleid
en hoe wordt een dergelijke situatie gebruikt om het systeem te verbeteren en dit
in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 3
Meldkamers zijn zo ingericht dat functies bij verstoringen van elkaar overgenomen
kunnen worden. Indien de NL-Alert applicatie op een meldkamer niet beschikbaar is,
wordt het NL-Alert vanuit een andere meldkamer uitgezonden. Naast dit geval is mij
bekend de situatie van 24 juni 2019 tijdens het niet bereikbaar zijn van 112 door
een landelijke storing bij KPN, waarover ik uw Kamer heb geïnformeerd.2
Vraag 4
Onderschrijft u dat NL-Alert een belangrijke functie vervult in het beschermen van
mensen en dat deze functie altijd en op elk moment beschikbaar moet zijn?
Antwoord 4
Ja, dat onderschrijf ik. Om die reden hebben meldkamers goede afspraken gemaakt over
fall back, waarbij meldkamers elkaars taken kunnen overnemen waaronder ook het uitzenden
van NL-Alerts. Ook biedt het Nationaal Crisiscentrum (NCC) van mijn ministerie de
mogelijkheid om desgevraagd namens veiligheidsregio’s een NL-Alert uit te zenden.
Dit centrum is – net als de meldkamers – 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar.
Indien nodig kan ook het Meldkamer Monitoring Center (MMC) van de LMS namens veiligheidsregio’s
NL-Alerts uitzenden. Het MMC is eveneens 24/7 beschikbaar.
Vraag 5
Hoe ziet het protocol eruit, indien een computer waar het NL-Alertsysteem op draait
niet beschikbaar is? Is sprake van een dubbele uitvoering van het systeem, zodat het
risico op het niet beschikbaar zijn wordt beperkt?
Antwoord 5
Bij het centrale NL-Alert systeem is de kern van het systeem, de zogenoemde broker,
dubbel uitgevoerd en geo-redundant. Dit betekent dat de dubbel uitgevoerde onderdelen
geplaatst zijn op verschillende geografische locaties. Ook de centrale onderdelen
bij de telecomproviders die zorgen voor de distributie van NL-Alerts naar de zendmasten,
zijn dubbel uitgevoerd en geo-redundant.
De NL-Alert gebruikersapplicatie is enkelvoudig uitgevoerd op de meldkamers. Een meldkamer
heeft voldoende fall back-opties door het inschakelen van een andere meldkamer, het
NCC of het MMC indien de NL-Alert gebruikersapplicatie niet beschikbaar is. Zie antwoord
op vraag 3 en 4.
Vraag 6
Klopt het dat NL-Alertsystemen of computers onderling niet verbonden zijn en dat er
daardoor in dit specifieke geval problemen waren met het uittekenen van verzendgebieden?
Hoe worden die gebieden getekend en hoe werken deze systemen met elkaar samen?
Antwoord 6
De centralist van een meldkamer tekent het uitzendgebied in op een kaart in de NL-Alert
applicatie. Er is geen onderlinge connectie tussen de NL-Alert gebruikersapplicaties
van de verschillende meldkamers. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de onderlinge misstanden gedurende deze specifieke calamiteit, waardoor
er een verkeerde inschatting is gemaakt over het verzendgebied? Welke lessen worden
hieruit getrokken en wat is de rol van het Veiligheidsberaad hierin?
Antwoord 7
Op de korte termijn zullen veiligheidsregio Fryslân en Meldkamer Noord-Nederland een
evaluatie uitvoeren naar de gebeurtenissen en verkennen welke maatregelen genomen
kunnen worden om dit soort situaties te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan
bijvoorbeeld het (extra) opleiden, trainen en oefenen van betrokken crisisfunctionarissen
en het verbeteren van de afstemming met meldkamers bij fall back. Ik wil deze analyse
afwachten alvorens een oordeel te geven over de gang van zaken. Daarnaast zullen de
aansturingsvoorzieningen op de meldkamers extra gecontroleerd worden.
In dit verband is relevant op te merken dat NL-Alert meer dan tien jaar geleden is
ontwikkeld. De wensen en eisen van veiligheidsregio’s en meldkamers zijn in deze tien
jaar veranderd. Enkele jaren geleden heeft mijn ministerie samen met de veiligheidsregio’s
daarom een traject in gang gezet voor de vernieuwing van het NL-Alert systeem, waarbij
een groot deel van het technische systeem zal worden vernieuwd. Een aanbesteding voor
de technische vernieuwing is hiervoor in gang gezet. In het nieuwe systeem zullen
verbeteringen worden aangebracht aan de hand van het programma van eisen en wensen
dat samen met de veiligheidsregio’s en meldkamers is opgesteld. Het kunnen inzien
van NL-Alerts van andere meldkamers via de applicatie, het makkelijker kunnen selecteren
van het uitzendgebied en een betere integratie van de NL-Alert applicatie in de meldkamer-werkomgeving
zijn onderdeel van deze vernieuwing. Het vernieuwde NL-Alert systeem zal naar verwachting
medio 2022 operationeel zijn.
Beleidsbeslissingen over de inzet van NL-Alert worden genomen door de Raad van Commandanten
en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid
gezamenlijk. Bij de RCDV zijn portefeuillehouders aangewezen die zijn betrokken bij
de beleidsontwikkeling ten aanzien van de inzet van NL-Alert en de advisering op de
doorontwikkeling van het NL-Alert systeem, en indien nodig, zullen zij de beslissingen
voorleggen aan de RCDV voor besluitvorming. Het Veiligheidsberaad is betrokken indien
NL-Alert raakt aan strategische vraagstukken.
Vraag 8
Is het uw ambitie om de traditionele luchtalarmen op den duur te vervangen door NL-Alert?
Wat zijn hier de grootste uitdagingen? Bent u het ermee eens dat van deze vervanging
pas sprake kan zijn als het systeem dubbel uitgevoerd is om risico op uitval te minimaliseren?
Antwoord 8
Zoals ik in de Slotbrief Agenda risico- en crisisbeheersing 2018–2021 van 30 april
20213 heb aangegeven, laat ik de besluitvorming over de toekomst over het gebruik van de
sirenes van het Waarschuwings- en Alerteringssysteem (WAS) over aan het volgende kabinet.
Het nieuwe kabinet zal zijn besluit te zijner tijd aan uw Kamer voorleggen, conform
de motie van het lid Wolbert4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.