Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian, Brekelmans en Wiersma over het bericht ‘Asielzoeker waarschuwde voor moordplan Iraanse geheime dienst'
Vragen van de leden Ellian, Brekelmans en Wiersma (allen VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Asielzoeker waarschuwde voor moordplan Iraanse geheime dienst» (ingezonden 24 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken (ontvangen 19 augustus
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3619.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «asielzoeker waarschuwde voor moordplan Iraanse
geheime dienst1»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Klopt het dat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) ten minste twee keer op de
hoogte is gebracht door persoon «M.» dat hij in opdracht van het Iraanse regime naar
Nederland is gestuurd om een liquidatie voor te bereiden en uit te voeren? Zo ja,
welke acties zijn op dat moment door de IND ondernomen? Zo nee, waarom kan Argos dit
onderbouwen aan de hand van schriftelijke stukken?
Welke acties moet de IND volgens u ondernemen als informatie voorhanden is waaruit
direct gevaar jegens personen of de Nederlandse staat blijkt?
Antwoord 2, 3
Zoals u weet doe ik over individuele zaken geen mededelingen.
In de «kleine vreemdelingenketen» (IND, COA en DT&V) is een meldstructuur ingericht
waarbij signalen die mogelijk de nationale veiligheid kunnen raken worden doorgegeven
aan de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Er wordt continu geïnvesteerd
in het bevorderen van het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers van de kleine vreemdelingenketen.
Hierbij benadruk ik dat ook organisatie zoals het OM, de politie, de KMar en de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten alert zijn op personen die mogelijk een dreiging voor de nationale
veiligheid kunnen vormen. Bij het nemen van maatregelen wordt gekeken naar strafrechtelijke,
vreemdelingrechtelijke en veiligheidsmaatregelen en worden altijd diverse belangen
afgewogen. Ik wijs ook op de brief van 12 juni 2018 aan de Kamer, waarin is ingegaan
op de maatregelen in de keten om alert te zijn op signalen die de nationale veiligheid
kunnen raken2.
Vraag 4
Klopt het dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) daags voor de
moord op Ahmad Mola Nissi door «M.» gewaarschuwd is voor een mogelijke aanslag? Zo
ja, waarom is niets gedaan met deze cruciale informatie? Zo nee, waarom wordt dit
gesteld door diverse Nederlandse en Deense media?
Antwoord 4
Er worden in het openbaar geen mededelingen gedaan over de werkwijze van de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten.
Vraag 5
Welke acties moet de AIVD volgens u ondernemen als informatie voorhanden is waaruit
direct gevaar jegens personen of de Nederlandse staat blijkt?
Antwoord 5
In het algemeen geldt dat de AIVD in een inlichtingenonderzoek zicht kan krijgen op
een persoon of organisatie die zich mogelijk schuldig maakt aan ernstige strafbare
feiten. In dat geval zal de AIVD een (schriftelijk) ambtsbericht verstrekken aan het
Openbaar Ministerie (OM), zodat deze actie kan ondernemen.
Vraag 6
Wat vindt u van de handelwijze van het Iraanse regime, dat bewust personen naar Nederland
stuurt, om liquidaties uit te voeren en hoe moeten Nederland en de Europese Unie hierop
reageren richting het Iraanse regime?
Antwoord 6
Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat deze handelwijze onaanvaardbaar is. Uw kamer
is geïnformeerd over de Nederlandse reactie.3 De Europese Unie heeft, mede op voordracht van Nederland, in het kader van de EU-sanctielijst,4 sancties opgelegd tegen het Iraanse Ministerie van Inlichtingen en Veiligheid en
twee Iraanse personen. Naast het instellen van de Europese sancties heeft Nederland
in juni 2018 stevige diplomatieke maatregelen getroffen door de Iraanse ambassadeur
te ontbieden en twee medewerkers van de Iraanse ambassade uit te wijzen.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de positie van Iraanse dissidenten in Nederland, nu door Iran al
jarenlang in Europa, en specifiek in Nederland, moordacties worden ondernomen tegen
deze personen?
Antwoord 7
De rijksoverheid weet dat buitenlandse mogendheden zich binnen Nederland bezighouden
met beïnvloeding, inmenging, desinformatie, verstoring, spionage en soms zelfs bedreiging.
De overheid is daarom alert op dreigingen tegen personen die in Nederland wonen of
verblijven. Dat betekent ook alertheid voor wat betreft druk of dreiging vanuit het
land van herkomst. Wanneer er sprake is van mogelijke strafbare gedragingen, zoals
bedreiging, dan roept het kabinet iedereen in Nederland op om altijd contact op te
nemen met dan wel aangifte te doen bij de politie. Op grond van een aangifte kunnen
de politie en het Openbaar Ministerie (OM) besluiten om een strafrechtelijk onderzoek
te starten. De politie en het OM kunnen (als daarvoor aanleiding is) ook besluiten
tot andere maatregelen, zoals beveiligingsmaatregelen. Aangezien geen enkel geval
hetzelfde is, zijn beveiligingsmaatregelen altijd maatwerk. De politie en het OM geven
geen informatie over beveiligingsmaatregelen, temeer omdat het niet in het belang
is van degene die wordt bedreigd. Het kabinet doet sowieso geen mededelingen over
eventuele dodelijke dreiging tegen personen noch over mogelijke analyses of maatregelen
in dat verband.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.