Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Raan en Teunissen over de publicatie van de juridische definitie van ecocide door een internationaal panel van experts
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de publicatie van de juridische definitie van ecocide door een internationaal panel van experts (ingezonden 25 juni 2021).
Mededeling van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het voorstel voor een juridische definitie van ecocide, opgesteld
door een internationaal panel van experts en gepubliceerd op 22 juni jl.?1
Vraag 2
Wat is uw appreciatie van het voorstel?
Vraag 3
Herinnert u zich dat u in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Van
Raan stelde dat het begrip «ecocide» onvoldoende gedefinieerd is? Verandert de voorgestelde
definitie uw zienswijze?2
Vraag 4
Herinnert u zich dat u in uw reactie op de initiatiefnota stelde dat een internationale
praktijk van strafbaarstelling van ecocide in het internationaal recht en in internationale
verdragen ontbreekt? Hoe beziet u het feit dat de kernelementen van de voorgestelde
definitie zijn ontleend aan taal die al gebruikt wordt in internationaalrechtelijke
overeenkomsten, uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Statuut van Rome?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de voorwaarden die de definitie stelt aan de misdaad van ecocide,
namelijk dat er onrechtmatig (unlawful) of moedwillig (wanton) moet zijn gehandeld,
gebaseerd op bestaande milieurechtelijke principes?
Vraag 6
Kunt u zich herinneren dat u in de kabinetsreactie op de initiatiefnota schreef dat
u met belangstelling kijkt naar de ontwikkeling van het juridische begrip ecocide
door het panel van juridische experts? Op welke manier zult u deze ontwikkeling opvolgen?
Vraag 7
Bent u bereid in gesprek te treden met de leden van het expertpanel of de Stop Ecocide
Foundation over de mogelijkheden die deze juridische definitie biedt en hoe Nederland
daar een rol in kan spelen?
Vraag 8
Bent u bekend met het rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties,
waarin staat dat het huidige internationale gewoonterecht en de bestaande internationale
instrumenten voor de bescherming van het milieu en de leefomgeving ontoereikend zijn?3 Deelt u deze conclusie? Zo nee, wat is uw conclusie dan?
Vraag 9
Erkent u dat een betere verankering van de bescherming van het milieu en de leefomgeving
in het internationaal recht de tekortkomingen van bestaande instrumenten kan verbeteren?
Zo ja, deelt u de mening dat de voorgestelde definitie daar een rol in kan spelen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Erkent u, gezien het feit dat het Statuut van Rome misdaden behandelt die geacht worden
«de gehele internationale gemeenschap met zorg te vervullen» en er al jaren consensus
is over dat de klimaat- en biodiversiteitscrisis een bedreiging vormt voor de gehele
mensheid, dat het tijd wordt om het toebrengen van schade aan de natuurlijke leefwereld
als een van de «ernstigste misdaden» aan te merken?
Mededeling
Met betrekking tot de Kamervragen die op 25 juni 2021 zijn gesteld door de leden Van
Raan en Teunissen (beiden Partij voor de Dieren) met kenmerk 2021Z11849 over de publicatie van de juridische definitie van ecocide door een internationaal
panel van experts deel ik u mede dat het helaas niet mogelijk is deze vragen binnen
de gestelde termijn te beantwoorden.
Voor een zorgvuldige beantwoording van deze vragen die consistent is met de reactie
op het verzoek aan de Minister van Buitenlandse Zaken (kenmerk 35690-3/2021D23049) tot beantwoording van feitelijke vragen over de Kabinetsreactie op de Initiatiefnota
van het lid van Raan: «Ecocide: de ontbrekende misdaad tegen de vrede» (Kamerstuk
35 690 nr. 2), is meer tijd vereist.
De beantwoording zal u, in samenhang met de beantwoording van genoemde feitelijke
vragen, zo snel mogelijk na het zomerreces worden aangeboden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.